Nederlandse boekenproductie 1959
Het ‘Nieuwsblad voor de Boekhandel’ van 4 febr. 1960 publiceert naar jaarlijks gebruik een overzicht van de boekenproductie van vorig jaar. Het is niet uit te maken in hoeverre ook de Vlaamse productie hierin opgenomen is (we vermoeden dat sommige er wèl bij betrokken werden). Verder vermoeden we dat de uitgaven van niet-erkende uitgeverijen (uitgaven in eigen beheer, enz.) er niet in opgenomen werden. Al zijn de gepubliceerde statistieken dan misschien niet 100% betrouwbaar, toch zijn ze uiterst instructief, vooral wanneer men ze vergelijkt met de gegevens van vorige jaren.
Wat leren ons dan deze statistieken? Vooreerst dat 1959 onder alle opzichten een recordjaar is geweest: 8588 titels (tegenover 7818 in 1958 en 7284 in 1957; ruim 500 meer dan in het topjaar 1948, 2000 meer dan in 1939). Daarvan zijn 4917 (of 57,25%) nieuwe uitgaven, tegenover 3671 (42,75%) herdrukken. Deze verhouding vertoont een grondig verschil met de vooroorlogse cijfers: in 1939 waren er 71,40% nieuwe uitg. tegenover slechts 28,60% herdrukken. Toch ligt het absolute cijfer van de nieuwe uitg. voor 1959 nog hoger dan in 1939, terwijl het aantal herdrukken bijna verdubbeld is. Het betreft hier niet enkel Nederlandstalige uitgaven. De statistiek leert ons dat niet minder dan 1106 (12,88%) werken in vreemde talen uitgegeven werden; een aanzienlijk gedeelte daarvan zullen wel leerboeken zijn.
De uitbreiding van de productie weerspiegelt zich in bijna alle rubrieken. De rubriek ‘Leerboeken’ is met reuzeschreden vooruitgegaan: 3427 in 1959 tegenover 3086 in 1958. De meest opvallende stijgingen vertonen verder ‘Taalwetenschap en letterkunde’ (108 titels méér), ‘Romans en novellen’ (139 titels méér) en ‘Jeugdlectuur’ (84 titels méér).
‘Romans en novellen (1065 titels, 12,40%) en ‘Jeugdlectuur’ (870 titels, 10,13%) blijven belangrijke sectoren. Bij de roman ligt het aandeel van de vertaalde werken ruim 50% hoger dan dat van de oorspronkelijke Nederlandse (657 tegenover 408). De vertalingen uit het Engels (resp. Amerikaans) alléén vertegenwoordigen 42,06% van de totale romanproductie (40 titels méér dan de oorspronkelijk Nederlandse!). Daarop volgen - van verre! - de Franse (72) en Duitse (67) werken. Voor de jeugdlectuur is de productie van eigen bodem heel wat beter vertegenwoordigd (73,45% van het totaal). Onder de vertalingen staan ook hier de Engelse ver vooraan. Opvallend is dat buiten deze twee sectoren (roman, jeugdboek) weinig Franse werken worden vertaald (43 titels tegenover 143 Duitse en 163 Engelse).
Interessant is ook wel de specificatie volgens prijs. In de prijsklasse van 1 tot 2 gld. (waaronder de meeste pockets vallen) steeg het aantal titels van 1806 tot 2117, in die van 2 tot 3 gld. van 1311 tot 1401. In totaal ligt 54,76% van de productie beneden 3 gld. In de prijsklassen van 6 tot 20 gld. is een (lichtelijk) dalende tendens waar te nemen, daarentegen bij de boeken boven 20 gld. een (vrij aanzienlijk) stijgende: van 203 (2,59%) in 1958 naar 269 (3,13%) in 1959.
Ter vergelijking: de Franse (d.w.z. in Frankrijk uitgegeven) Boekenproductie 1959. Totaal: 12032 titels (307 meer dan in 1958), waarvan 10444 oorspronkelijke werken (87%), 1332 vertalingen (11%) en 256 (2%) in een andere dan de Franse taal.