de clerus, laat staan dus bij de gewone gelovigen, die niet bijzonder geschoold zijn, zelden of nooit in de preek over de Index horen, maar van de andere kant toch vrij veel lezen. Tenslotte wordt dan nog - niet geheel ten onrechte - opgemerkt, dat een plaatsing op de Index juist kan werken als een soort reclame, die meer dan enige andere het boek interessant maakt!
Het is echter de vraag, of men kan verwachten, dat de Index geheel en al opzij zal worden gezet. Meer kans is er, dat er rekening zal worden gehouden met de wensen van de gematigde richting, die niettemin, zoals blijken zal, ook op een vergaande herziening van de Index hoopt, en wel een herziening in de vorm van een vereenvoudiging.
Men zou moeten volstaan met een gering aantal, duidelijk gestelde en voor iedere eerlijke Christen goed verstaanbare richtlijnen over de lectuur van boeken, die onzedelijk of met het geloof in strijd zijn.
De thans bestaande Index zou een radicale opruiming moeten houden onder de boeken uit de 17e, 18e en 19e eeuw, waar geen mens meer naar omkijkt behalve degenen, die ze om wetenschappelijke redenen lezen en dus in zekere zin moeten lezen.
Verder zou men de boekencensuur - imprimatur - royaler willen zien, ook tegenover nieuwe ideeën.
Wanneer men een boek op de Index wil plaatsen, dan moet men bij de hiervoor te volgen procedure de plaatselijke bisschop, of de bisschoppen van het land of het taalgebied, waarin de auteur schrijft, niet voorbijgaan. Dit verzoek werd op het Vaticaans Concilie van 1870 reeds gedaan door de Duitse bisschoppen.
Wanneer er een klacht wordt ingediend, moet men de schrijver zelf horen. Ook deze wens werd reeds op het Vaticaans Concilie geuit door de Franse en Duitse bisschoppen. Rome zegt wel terecht, dat niet de schrijver, maar een boek veroordeeld wordt, maar van de andere kant mag men toch aannemen, dat menig oordeel over een boek anders zou zijn uitgevallen, als men de schrijver gehoord had.
De redenen van een verbod zouden duidelijk bekend gemaakt moeten worden. De officieuze verklaringen in de Osservatore Romano munten soms meer uit door simplificatie dan door deskundigheid tegenover de problemen van een geïndiceerd boek.
Vervolgens zou men veel royaler moeten zijn met de dispensaties en tenslotte zou men de kerkelijke straffen op de overtreding van het Indexgebod geheel moeten laten vallen.
Overgenomen uit ‘Katholiek Archief’.