45.471 Blondel, Martien
83.1: 83.2
WIJ ZIJN MENSEN. Roman uit Nieuw-Guinea - Leiden. A.W. Sijthoff; Brussel, Persagentschap, 1959 (21 × 14) 337 blz.
geb. 120 fr.
III - Dit is een boek met een rijke inhoud en een grote verscheidenheid. De schrijver schetst op een indrukwekkende wijze de beschaving van Nieuw-Guinea met zijn koppensnellers en voor westerlingen vrijwel onbewoonbaar klimaat. Dààr ontmoeten we het Nederlandse echtpaar Dolk. De man tracht zowat handel te drijven in hout. Het blijkt nu dat zij gescheiden is van haar eerste man en nu gehuwd met de weduwnaar Dolk. Beiden zijn van katholieken huize. Zij zijn naar het oosten getrokken omdat hun situatie in hun vroeger milieu onhoudbaar bleek. In Nieuw-Guinea worden ze geconfronteerd met enkele onvergetelijke missionarisfiguren. De auteur heeft geen avonturenroman maar wel een probleemroman willen schrijven. René Dolk en zijn vrouw Nora zijn overtuigd van hun goed recht in hun huwelijk. De geestelijken met wie ze in aanraking komen, wijzen hen op het verkeerde van hun levenshouding. Maar er komt geen oplossing. Als Nora een kindje verwacht, houdt ze het in dit moordend klimaat niet meer uit en keert naar Nederland terug. Haar man zal later volgen. Wat we deze knap geschreven roman moeten verwijten, is zijn gebrek aan duidelijkheid tegenover de katholieke huwelijksmoraal. Voorzeker - de katholieke priesters worden er buitengewoon sympathiek en zelfs heldhaftig in voorgesteld, en er is verder de zoon van Dolk zelf die besluit zich voor de bereiden op het priesterschap en die als missionaris later naar Nieuw-Guinea wil trekken. Maar anderzijds komen de echtelingen niet tot het inzicht van de zondigheid van hun samenleven. De auteur heeft de deur naar een oplossing helemaal gesloten door het vooruitzicht op een kind en de terugkeer naar Nederland. Ondertussen moeten we toegeven dat dit alles het boek des te levensechter maakt. Omwille van dit niet-opgeloste morele conflict en de soms rauwe schildering der zeden van de primitieve Papoea's is een vrij ernstig voorbehoud gewenst. Maar het is een mooie roman.
Dr L. Debaene