Over de zending van de uitgeverGa naar voetnoot(*)
Nog een prikkel tot gewetensonderzoek
Zichzelf niet tot uitgever improviseren zonder roeping, zonder de passie voor het boek, zonder het vermogen om de smaak van het publiek aan te voelen, die te volgen als hij goed is, die te leiden en op te tillen als hij ontoereikend is.
Zich niet enkel als een ondernemer beschouwen die op zijn kosten andermans werk aanneemt en laat drukken.
Het boek niet louter beschouwen als koopwaar die door de auteurs wordt geproduceerd. Nooit uit het oog verliezen dat de auteur een onmisbaar verspreider is van kultuur- en beschavingswaarden.
In overweging nemen de goede of slechte invloed die een boek kan uitoefenen op het gemoed van de minder ontwikkelde en minder gewaarschuwde lezer.
Aanvaarden dat de boeken ook beoordeeld worden van een moreel standpunt uit, zulks ten einde ze te bestemmen voor bepaalde kategorieën van lezers; beseffen dat daardoor aan lezer en uitgever goede diensten worden bewezen.
Nooit de waarde van een werk uitsluitend beoordelen naar het succes dat het kan hebben. Steeds voldoende honorarium uitkeren aan de auteurs; de uitkering daarvan op haar tijd laten geschieden met gedetailleerde en eerlijke verantwoording inzake oplage en verkoop. Oprecht zijn tegenover jonge auteurs, d.w.z. geen illusie bij hen voeden of hen niet op onredelijke wijze ontmoedigen.
Geen werken publiceren over delicate vraagstukken, geschreven door onbevoegden of partijdigen.
Een beroep doen op gespecialiseerde raadgevers voor elke sector en hun raadgevingen opvolgen.
Wanneer men zichzelf katholiek noemt, de richtlijnen volgen die de Kerk inzake pers geeft aan al haar gelovigen.