Over de zending van de schrijverGa naar voetnoot(*)
Prikkel tot gewetensonderzoek
Schrijven uit weloverwogen roeping, niet uit ijdelheid, niet uit hoogmoed of uit begeerte naar roem. Zich steeds bewust zijn van de hoge opvoedende zending van de schrijver.
Steeds denken aan de invloed die het geschrevene kan uitoefenen op minder voorbereide verstanden. Er méér naar streven een goede schrijver dan een goed schrijver te zijn; als het talent werkelijk aanwezig is, manifesteert het zich toch.
Er van overtuigd zijn dat een streven naar persoonlijke zedelijke verbetering aan de basis ligt der zedelijke hoedanigheden van datgene wat men schrijft.
Weten dat de activiteit van de schrijver, als zijnde een menselijke activiteit, aan preciese morele wetten onderworpen is.
De diepe zin, de gevoels- en begripswaarde doorgronden van de woorden die men gebruikt, vooral als die woorden luiden: God, goed, kwaad, ziel, geest, zonde, enz...
De voor een scheppende geest onwaardige gedachte bannen als zou de vrijwillige ervaring van het kwaad een onvervangbare bron van artistieke inspiratie zijn.
Oprecht zijn tegenover zichzelf bij het schrijven.
De vrijmoedigheid in de uiting niet verwarren met de objectieve waarheid; vrijmoedigheid verhoogt uiteraard niet de waarheidskracht van iets.
Zich inspannen om achter het zichtbare het grote Onzichtbare te zoeken.
Zich voldoende documenteren over problemen van welke aard ook die men - zij het dan slechts terloops - bij zijn werk wil betrekken; zich niet tevreden stellen met datgene wat men er over horen zeggen heeft.
De noodzakelijkheid aanvoelen om een beroep te doen op onpartijdige raadgevers, die loyaal genoeg zijn om objectief hun mening te zeggen.
Nimmer zijn toevlucht nemen tot persoonlijke invloed om een gunstig oordeel over eigen werk uit te lokken.
Duidelijk de grenzen van de eigen bekwaamheid leren zien.
Bij eventuele miskenning, geduldig het stilzwijgen over de eigen verdiensten verdragen.
Het hoofd koel houden wanneer de roem zich aandient en niet te veel belang hechten aan de publieke achting die door de roem wordt verwekt.