4 - Taalkunde
43.202 Grauls, Jan, Dr
4393: 409: 39: 709
◆ VOLKSTAAL EN VOLKSLEVEN IN HET WERK VAN PIETER BRUEGEL.
Geïll. met 16
pltn - Antwerpen,
Standaard-Boekhl, 1957 (26 × 18)
Jan Grauls
223
blz.
geb. 185 fr.
III-IV*, † - Dit werk werd niet met kunsthistorische, maar met lexicografische bedoelingen geschreven. Pieter Bruegel de Oude zocht zijn inspiratie dikwijls in populaire spreekwoorden en gezegden en Grauls heeft het op zich genomen deze op te sommen en te verklaren. Zijn werk bevat drie grote delen. Het eerste vertrekt van de H. Margarethalegende om uit te komen bij Dulle Griet, de personificatie van de boosaardige vrouw, die het uiterste durft ondernemen. Het volgende deel is geheel gewijd aan het grote spreekwoordenschilderij van 1559, waarin 85 spreekwoorden worden aangewezen en verklaard, enkele zelfs in afzonderlijke hoofdstukken. In een derde deel wijst Grauls spreekwoorden aan in andere schilderijen, tekeningen of gravures. Een schat aan taalkundige gegevens ligt er over dit lijvige boek verspreid; het is jammer dat de schrijver er geen register van alle besproken uitdrukkingen heeft aan toegevoegd. Ook de folkloristen zullen aan deze beschouwingen een lekkere kluif hebben. Zelfs de kunsthistorici kunnen er niet aan voorbijgaan, want genieten zonder begrijpen heeft tegenover het werk van Bruegel geen zin. De uitgever heeft voor een royale presentatie en illustratie gezorgd. Jammer dat de auteur zo dikwijls in herhalingen vervalt, en dat hij zijn citaten en bibliografische noten niet meer naar voetnoten heeft verwezen. De leesbaarheid zou door dit laatste veel gewonnen hebben.
Dr Luc. Debaene