Boekengids. Jaargang 35
(1957)– [tijdschrift] Boekengids– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 67]
| |
De Beuk, Adm. de Ruyterweg 507 (Serie A. 3e reeks, nr 5) [1956] (19 × 12) 94 blz. fl. 2,90 IV - Het oeuvre van Konstantinos Kaváfis (1863-1933, vooral te Alexandrië) bestaat uit 154 in meerderheid lyrische gedichten. Een derde daarvan, tot een bloemlezinkje gebundeld, komt nu voor het eerst naar de Nederlands lezenden toe, fijnzinnig overgezet door de bekende Amsterdamse byzantinist. ‘Stoutmoedige en vaardige arbeid’, zo zou Kaváfis zelf (p. 19) deze vertaling mogen noemen, want een dichter toegankelijk maken die verwant is aan Valéry en die met wàt een subtiliteit ‘parelmoer en koralen en amber en ivoor’ (p. 48) uit verleden en heden beide te voorschijn tovert, een dichter die veelmaals het soort syncretisme huldigt dat ik met een lelijk woord perspectivische poëzie zou willen noemen (typisch vertegenwoordigd op p. 69), en die uit de raadselachtige sfeer van late oudheidvroege middeleeuwen verloren momenten op verloren plaatsen met zoveel epische geladenheid, lyrisch fluïdum, symbolische pregnantie weet op te roepen, - dit stelt edele ondernemingslust voorop en soepele applicatuur. Blanken haalt de slag thuis, glorierijk. Zijn aandacht en zijn liefde heeft hij op dit werk gericht (vgl. p. 62): de vertaling is ten naaste bij zo rijkelijk suggestief als het origineel. En de inleiding maakt de lezer zo kundig vertrouwd met geest en techniek van Kaváfis' poëzie, dat die lezer het jammer vindt niet tot méér dan 25 van de opgenomen gedichten, - geurende gewaden in cederhouten kist, - de sleutel (toelichting) te hebben ontvangen. - Bibliographie. Smaakvolle materiële aankleding. Lectuur voor gecultiveerden. Dr G. Raskin, pr. |
|