Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik
(1774)–Anoniem Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik– Auteursrechtvrijnevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik
§1Men heeft mij fel benaauwd van jongs af aan,
Zegg' Isrel nu: men juichte, toen wij vielen;
Men heeft mij reeds van jongs af leed gedaan;
Geen overmagt kon m' echter ooit vernielen.
| |
§2Men heeft mijn' rug door ploegers diep geploegd;
Die hebben wreed hun voren lang getoogen;
En smert bij smert tot mijn verderf gevoegd,
Voor 't kermen doof, en wars van mededoogen.
| |
§3De HEER, die goed, doch ook rechtvaardig is,
Hieuw gunstig af der goddeloozen touwen.
Dat smaad hen treff', en dat hun aanslag miss';
Drijf hen te rugg', die Sion rampen brouwen.
| |
§4Maak hen gelijk aan 't ligtverdorrend gras,
Dat hier en ginds gezien wordt op de daken;
Dat, eer men 't plukt', alreê verwelkerd was,
Ontbloot van grond om wortels in te maaken.
| |
§5Maak z' als dat gras, waarmeê de maier nooit,
Wanneer hij gaêrt, de nijvre hand zal vullen;
Dat in den oogst geen garvenbinders ooit,
Bij een gepakt, in d'armen draagen zullen.
| |
§6Waarvan ook geen voorbijgaand wandelaar
Ooit zeggen zal: God will' uw' oogst vermeêren!
Dat 's HEEREN gunst zich met uw' arbeid paar'!
Wij zegenen u in den naam des HEEREN.
|
|