Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik
(1774)–Anoniem Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik– Auteursrechtvrijnevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik
Stem 66. | |
§1Zingt, zingt een nieuw gezang den HEERE,
Dien grooten God, die wondren deed;
Zijn rechtehand, vol sterkt' en eere,
Zijn heilig' arm wrocht heil na leed:
Dat heil heeft God nu doen verkonden;
Nu heeft Hij zijn gerechtigheid,
Zoo vlekkeloos en ongeschonden,
Voor 't heidendom ten toon gespreid.
| |
§2Hij heeft gedacht aan zijn genade,
Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt;
Dit slaan al 's aardrijks einden gade,
Nu onze God zijn heil ons schenkt.
Iuich dan den HEER' met blijde galmen,
Gij gansche weereld, juich van vreugd;
Zing vrolijk in verheven psalmen
Het heil, dat d'aard in 't rond verheugt.
| |
§3Doe bij uw harp de psalmen hooren;
Uw juichstem geev' den HEERE dank;
Laat klinken, door uw tempelchooren,
Trompetten en bazuingeklank;
Dat 's HEEREN huis van vreugde druissche,
Voor Isrels grooten Opperheer;
De zee met haare volheid bruissche:
De gansche weereld geev' Hem eer.
| |
§4Laat al de stroomen vrolijk zingen,
De handen klappen naar omhoog;
't Gebergte, vol van vreugde, springen,
En hupplen voor des HEEREN oog:
Hij komt, Hij komt om d'aard te richten,
De weereld in gerechtigheid;
Al 't volk, daar 't wreed geweld moet zwichten,
Wordt in rechtmaatigheid geleid.
|
|