Na de kiezing
De uitslag der verkiezingen in 't Kanton Antwerpen, is voor de Vlamingen een moreele overwinning. Met meer dan negenduizend voorkeurstemmen hebben de Antwerpsche liberale flaminganten hunnen wil uitgedrukt, dat van hun eischen en verlangens in 't vervolg wat meer rekening zal worden gehouden.
En niet alleen bij de liberale Vlamingen was dit het geval. Het is opmerkelijk dat ook bij de katholieken de meeste voorkeurstemmen naar den kandidaat der meeting den heer Frans Van Cauwelaert zijn gegaan. Welke gevolgtrekking daaruit te maken, zoo niet, dat er bij de Vlamingen bepaald ‘iets gaande’ is?
We mogen de persoonlijke schitterende overwinning van den heer Augusteyns niet overschatten. Deze populaire volksvertegenwoordiger is voorzeker een Vlaming uit éen stuk; hij telt vele vrienden. Maar het is eer aan te nemen dat, door aan Augusteyns hun voorkeurstem te geven, de Vlamingen in de eerste plaats hebben willen toonen dat er van hen wat meer rekening dient te worden gehouden dan tot nu toe werd gedaan.
Het is misschien niet prijsbaar voor de eensgezindheid eener partij, dat geen rekening werd gehouden van de lijst zoonals deze ward opgemaakt door de vereenigde politieke lichamen. Maar 't is nog in ieders geheugen welke pogingen er al niet werden aangewend om den Vlaamschen volksvertegenwoordiger Augusteyns te doen vallen. En, nu achteraf gebleken is dat de stemming ‘bij voorkeur’ de stelling der partij niet benadeeld heeft, mogen de Vlamingen zich verheugd toonen over den uitslag.
Dat de voorkeurstemmen uitgebracht werden op Augusteyns en niet op Franck (die zeker in de toekomst van het Vlaamsch in Vlaanderen meer heeft gedaan gekregen dan welke parlementair ook) is zeker toe te schrijven aan het feit, dat Franck de tweede plaats op de lijst bekleedde, terwijl de verkiezing van Augusteyns, door de moedwillige werking van de ‘Drij Ellen’, (die in een in slecht fransch (Belgisch-Fransch) gesteld manifest op 't laatste oogenblik de vijanden der Vlamingen hadden aangeraden hun voorkeurstem aan den heer Royers te geven) in gevaar had kunnen gebracht worden.
Wij zeggen: ‘in gevaar had kunnen gebracht worden’, als de aanhangers van de ‘Drij Ellen’ over een genoegzaam aantal stemmen hadden kunnen beschikken.
De franskiljons wilden hun krachten aan die van de liberale Vlamingen meten; we zien er den uitslag van: ‘Drie duizend achthonderd vier-en-vijftig fransche voorkeurstemmen aan Royers tegen negenduizend honderd drie-en-dertig aan Augusteyns’! En neem dan nog in aanmerking dat de vrienden der ‘Drij Ellen’ schier allemaal menschen met drie stemmen zijn, terwijl het gros der Vlamingen slechts over een of twee stemmen beschikte.
Beter gelegenheid kan niet gevonden worden, om de strijdmacht der ‘Drij Ellen’ te becijferen.
Inderdaad, bij de voorkeurstemmen aan Augusteyns uitgebracht, dienen die ge[v]oegd te worden, welke aan Franck, Verheyen en Vekemans werden toegekend, terwijl we bij de franskiljons rekenen de kiezers die aan Delvaux, Lejeune en Royers hun voorkeurstem gaven.
De optelling geeft ons: 13544 stemmen aan de Vlamingen tegen 4.387 aan de aanhangers van de ‘Drie Ellen’. En dat alléén in 't liberale kamp!
De verkiezingen hebben dus ten overvloede bewezen dat de liberale flaminganten gelijk hadden hun krachten te meten aan 't belachelijke korps der ‘Drie Ellen’.
En die moreele overwinning van de liberale Vlamingen, zal te gepaste tijde te voorschijn worden gehaald als de belachelijke franskiljons die het berucht cenakeltje vormen het nog eens zouden wagen zich te willen opblazen van kikvorsch tot.... ezel!
L.D.