Het Bilderdijk-Museum. Jaargang 21
(2004)– [tijdschrift] Bilderdijk-Museum, Het– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 22]
| |||||||||||||||||
‘Mijn trouw staat pal’
|
18 februari: | kleinzoon van Rh. Feith |
22 februari: | J. van Lennep |
25 februari: | Abr. des Amorie van der Hoeven W. de Clercq: ‘De poezy vereenigt reeds de zielen,/ Van hen, die zucht voor 't waar en schoon verbindt/ Maar voor één God en Heiland neêr te knielen,/ Is de eerste band, die zelfs geen dood verslindt.’ |
I. Bilderdijk | |
A.W. Bilderdijk | |
27 februari: | W. Broes |
2 maart: | Jer. de Vries: ‘Waartoe een naam geprent? gegrift?/ De daad alleen is 't ware schrift. |
3 maart: | M. Westerman |
In maart kreeg ook Fred. Helmers, zoon van de bekende dichter, een blaadje te vullen. Hij koos van zijn vaders hand de slotstrofe van de nazang bij ‘Jezus van Nazareth’:Ga naar eind5.
Hij schreef erbij: ‘Deze regelen door mijnen hooggeachten Vader zijnen ZonenGa naar eind6. weinige dagen voor zijn afsterven toegezongen, kwamen met mijn gevoel te wel overeen om dezelve niet te plaatsen in den vriendenrol van hem wien [sic] zijne nagedachtenis vereerd [sic], en voor wien ik na eene kortstondige kennismaking ware hoogachting en vriendschap koester.’ Weinig origineel misschien, maar waarschijnlijk precies wat Schipper wilde: een vers van een bekende dichter, en dan nog geschreven door een familielid.
Hij zal dus ook ingenomen zijn geweest met de bijdrage van Izaak Bilderdijk, die op zaterdag 25 februari zijn broers sonnet ‘Gelukkige’ (1822)Ga naar eind7. overschreef:
Hij voegde eraan toe: ‘Met deze weinige dichtregelen van mijn' overledenen Broeder, herinnere zich de Heer L. Schipper Zijn' D.V.Dr. en Vriend, I. Bilderdijk.’ De bijdrage van dochter Agatha Wilhelmina (‘oud 13 jaren’) van dezelfde dag bestond in een met potlood getekende bloesemtak.Ga naar eind8.
Ofschoon nog vele interessante bijdragen het vermelden waard zijn, keer ik terug naar die door Schipper zelf. Voor Izaak Bilderdijk schreef hij:
Agatha Wilhelmina Bilderdijk bedacht hij met:
Beide gedichten zijn gedateerd 2 maart 1837, misschien wel de dag dat hij de andere kwam halen. Het antwoord op de vraag waarom Schipper bijdroeg aan de alba van Izaak en Agatha Wilhelmina Bilderdijk, moet dus luiden: het ene verzoek was het andere waard.
Op de mededeling inzake Izaak Bilderdijk's album kan ik nog twee aanvullingen geven. De eerste is dat Izaak op 19 augustus 1804 een bezoek aan zijn broer in Brunswijk bracht,Ga naar eind9. en bij het afscheid het 1804 gedateerde gedicht en de tekeningen (nrs. 4-5) kan hebben meegekregen. Op de heenreis had hij op 3 augustus nr. 9 van zijn zuster gekregen. De andere aanvulling betreft een litho in het Museum (zie afb.) van 150 × 100 mm, geplakt op karton met goud-op-snee van 185 × 115 mm, van dezelfde afmetingen als die van de albumbijdragen. Verso in potlood de mededeling: ‘Afkomstig uit een album amicorum van Izaäk Bilderdijk, broeder van de dichter.’Ga naar eind10. Hoe is dat blad uit het album geraakt? En vooral: wie is de afgebeelde, ongeveer 35-jarige man met kleding en kapsel dat omstreeks 1804 in de mode kwam? Bilderdijk stellig niet; hij was rond de eeuwwisseling voor dit portret al te oud. Aan welke andere dichter uit het eerste decennium van de negentiende eeuw kon nog in de jaren '30 een portretlitho (toen eerst in zwang gekomen) zijn gewijd?Ga naar eind11.
M. van Hattum
- eind1.
- Van Schipper is weinig meer bekend dan dat hij een tiental bundeltjes met gedichten voor kinderen schreef: W.J.A. Huberts, W.A. Elberts & F.Joz.P. van den Branden, Biographisch woordenboek der Noord- en Zuid-Nederlandsche letterkunde (Deventer 1878), 495, en bijdragen aan jeugdtijdschriften leverde: Marjoke Rietveld-van Wingerden, Jeugdtijdschriften in Nederland en Vlaanderen 1757-1942. Bibliografie (Leiden 1995), vermeldt Schippers naam bij nrs. 37 en 42: Museum voor jonge lieden uit den beschaafden stand (1839-1844) en Prenten-magazijn voor de jeugd (1841-1848).
- eind2.
- M. van Hattum, ‘“Moet dit een album zijn?” Bilderdijk en het album amicorum. Zijn bijdragen voor Gerrit Joan Meijer en Izaak Bilderdijk. De alba van Agatha Wilhelmina en Sibilla Dorothea Bilderdijk’, Het Bilderdijk-Museum 21 (2003), 31-36; Schippers bijdragen: 33 (nr. 23 in album part. coll. en nr. 7 in album BM G 45).
- eind3.
- Schenking 1990 aan het Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (sign. S.3681): Anton Korteweg, ‘L. Schipper, de man “wiens kennismaking mij zeer aangenaam was”’, Juffrouw Ida 16-3 (dec. 1990), 26-27.
- eind4.
- Peter van Zonneveld (ed.), Het dagboek van de student Nicolaas Beets 1833-1836 ('s-Gravenhage 1983), 201-202 (noot 810).
- eind5.
- J.F. Helmers, Nagelaten gedichten II (Haarlem 1815), 70. Voor 22 februari 1813, toen Jan Hendrik Helmers op drieëneenhalfjarige leeftijd overleed. Zijn vader stierf vier dagen later:
- eind6.
- M. van Hattum, Jan Fredrik Helmers (1767-1813). Leven en werk van een Amsterdamse wereldburger (Amsterdam 1996), 111 en 135.
- eind7.
- W. Bilderdijk, Krekelzangen I, 137; DW XIII, 321.
- eind8.
- Zo jong ze ook was, reeds een jaar eerder had ze fraai werk geleverd: Ton Geerts, Het Bilderdijk-Museum. Catalogus van Kunstvoorwerpen (Leiden 1994), 130 (nr. 175).
- eind9.
- B. aan Louise B., 20 augustus 1804: UBA hs. E.17.u.; Eerste Huwelijk 398).
- eind10.
- Geerts (1994), 63 (nr. 41).
- eind11.
- Haast zou ik aan Helmers denken, als ik in gedachten diens pruik van Chrétiens portret (1802) vervang door het kapsel van Van Senus'/Smies' portret (1814): Van Hattum (1996), ills. 18 en 43.