Het Bilderdijk-Museum. Jaargang 6
(1989)– [tijdschrift] Bilderdijk-Museum, Het– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
Een spoor van Rochester?In de recent verschenen briefwisseling van Bilderdijk over de jaren 1795-1797 bevindt zich ook de correspondentie met C.W. Schweickhardt uit de Londense periode. In één van die brieven bevindt zich in het midden van de in het Italiaans geschreven tekst een merkwaardig vers. De passage luidt (ik citeer naar de vertaling van deze brief, nr. 136 van 13 november 1796, op p. 616): ‘Ik brand van liefde en ongeduld: het vuur verteert me, doodt me, vernietigt me. Ach! hoe koud en ongevoelig zijt ge als ge niet voelt wat ik moet lijden! No, I don't fear, that Inconstancy's stain
Should foul a breast so clear.
But then when suffering is in vain,
The faith requires no idle pain,
But efficacious care.
Maar wat doe ik? Misschien niets anders dan uw verdriet verhevigen.’ In de annotatie merken de editeurs bij deze passage op: ‘Deze versregels lijken van B. zelf; of zijn ze misschien aan een Engels gedicht van C.W. ontleend?’ Het is inderdaad heel wel mogelijk, dat deze regels niet van Bilderdijk zelf maar van zijn geliefde zijn, die tegelijk zo dichtbij en zo veraf was. Maar van wie zij ook zijn, ik dacht dat we hier misschien te maken hebben met een adaptatie of aemulatie van een van de beroemdste coupletten uit een gedicht van Lord Rochester (1647-1680); ritme, thematiek, zelfs het trefwoord ‘inconstancy’ deden mij aan die tekst denken: Then talk not of inconstancy,
False hearts and broken vows;
If I, by miracle, can be
This live-long minute true to thee,
'Tis all that Heav'n allows.Ga naar eind1.
Als het hier inderdaad een navolging betreft is het misschien zaak eerder aan Catharina als auteur te denken (Rochester was nogal populair bij de vrouwen in de achttiende eeuwGa naar eind2.) dan aan Bilderdijk, die waarschijnlijk geen teksten van Rochester bezatGa naar eind3.. Zonder veel moeite is het wel mogelijk te begrijpen dat Catharina haar situatie (gescheiden van haar Abélard; alleen en in het onzekere over de toekomst; hoe sterk zijn mijn en zijn gevoelens?) herkend heeft in de beginstanza's van Rochester: All my past life is mine no more
The flying hours are gone:
Like transitory dreams giv'n o'er,
Whose images are kept in store,
By memory alone.
The time that is to come is not;
How can it then be mine?
The present moment's all my lot;
And that, as fast as it is got,
Rhyllis, is only thine.
A.J. Hanou |
|