| |
| |
| |
[Bijdragen en Mededelingen]
De tolrekeningen van Lobith over de jaren 1404/1405 en 1408/1409
medegedeeld door Dr. W. Jappe Alberts
De Gelderse landsheren uit de latere Middeleeuwen beschikten over belangrijke inkomsten uit tolheffing op de grote rivieren binnen hun gebied: Rijn, Waal, IJssel en Maas. Een aanzienlijk deel van deze tolinkomsten werd uit de Rijntol te Lobith verkregen. Lobith, een naam, die in de Nederlandse geschiedenis door sommigen verbonden wordt aan de Bataven, die naar een niet onbekende, maar daarom nog niet juiste periodisering onzer vaderlandse historie in het jaar 100 vóór Christus bij Lobith ons land binnengekomen zouden zijn. Door anderen wordt bij het noemen van de naam Lobith gedacht aan de komst van de Franse troepen in 1672, die bij Lobith de Rijn overstaken. Minder bekend, maar meer reëel is de betekenis van Lobith als Rijntol in de 14e, 15e en 16e eeuw, toen - gelijk dat ook tegenwoordig het geval is - de Rijnschippers, die hetzij stroomopwaarts, hetzij stroomafwaarts, Lobith naderden, aldaar hun reis moesten onderbreken om - tenzij zij daarvan in bijzondere gevallen vrijgesteld waren - de aan de overheid in verband met de doorvoer van goederen verschuldigde bedragen te voldoen, alvorens zij hun reis konden voortzetten. Omtrent de bijzonderheden van de tolheffing te Lobith door de Gelderse landsheren in de latere Middeleeuwen worden wij vrij goed ingelicht door de jaarlijkse rekeningen en verantwoordingen van de in het tolhuis te Lobith gevestigde vertegenwoordiger van de Gelderse landsheer: de tollenaar. Een aantal exemplaren daarvan wordt in het Rijksarchief te Arnhem bewaard; zij vormen helaas geen volledige serie, maar de bewaard gebleven rekeningen geven toch een vrij duidelijk beeld van de gang van zaken bij de tolheffing en van het beheer van de ontvangen gelden.
Het is merkwaardig, dat aan de tolrekeningen, zowel aan die van de tol te Lobith als aan die van de overige Gelderse riviertollen, betrekkelijk weinig aandacht geschonken is. Afgezien van nogal summier gebruik, dat G. van Hasselt en I.A. Nijhoff van deze rekeningen gemaakt hebben, is het eigenlijk voor het eerst J.C. Westermann geweest, die in 1939 meer aandacht aan
| |
| |
deze waardevolle geschiedbronnen heeft gegevenGa naar voetnoot1. Zijn editie van de rekeningen der Gelderse riviertollen in het jaar 1394/95 was een eerste bijdrage tot het onderzoek van deze historiebron, die - gelijk hierna zal worden aangetoond - niet slechts betekenis heeft voor de economische geschiedenis, maar ook voor de politieke geschiedenis en voor de landsheerlijke bestuursgeschiedenis. Sinds de editie van Westermann is wel herhaaldelijk op de grote betekenis van de Gelderse landsheerlijke tolrekeningen gewezenGa naar voetnoot2, maar tot een uitvoerig onderzoek of tot een volledige uitgave van de bewaard gebleven rekeningen is het nog niet gekomen. De Commissie voor de Rijks Geschiedkundige Publicatiën had er geen belangstelling voor, en de vereniging ‘Gelre’, die er wèl belangstelling voor had, was financieel niet in staat een volledige editie tot stand te brengen.
Zo bleven deze rekeningen met haar belangrijke gegevens omtrent de verschillende facetten der Gelderse geschiedenis in de latere Middeleeuwen vrijwel onbenut in de archieven berusten. Dit is te meer te betreuren, omdat deze rekeningen niet slechts voor de bestudering van de Gelderse geschiedenis van belang zijnGa naar voetnoot3. Immers, de door het Gelderse gebied stromende rivieren, Rijn, Waal, IJssel en Maas, waren ook toegangswegen tot Overijssel, Utrecht, Holland, Zeeland en Limburg en afvoerwegen uit genoemde gebieden naar stroomopwaarts van het Gelderse gebied liggende streken. Publikatie en bewerking van deze bronnen zou alleen daarom reeds een zaak van belang voor de historische onderzoekingen betreffende de Nederlandse geschiedenis zijn. Maar ook voor streken buiten Nederland, met name voor de Rijnstreken stroomopwaarts van Lobith, zijn de rekeningen betreffende de Gelderse riviertollen van zeer groot belang, o.m. omdat zij het beeld van de economische situatie aldaar aanvullen en ook omdat zij - en dit geldt vooral voor de rekeningen van Lobith - elders niet of nauwelijks beschikbare gegevens met betrekking tot de politieke geschiedenis der Nederrijnse territoria bevatten. Dat het belang van deze rekeningen
| |
| |
door Duitse historici wordt ingezien, blijkt o.m. uit het voornemen om in een Duitse bronneneditie betreffende de tolheffing aan de Rijn, de Gelderse tollen te betrekken.
De rekeningen van de tol te Lobith moeten beschouwd worden als zelfstandige onderdelen van de algemene rekening van de ‘overste rentmeester van Gelre en Zutphen’, ook al zien zij er uit als op zich zelf staande verantwoordingen van de tollenaar. Zij omvatten niet alleen de nauwkeurige en gedetailleerde opgaven van de inkomsten uit de tolheffing met het totaal aan ontvangen tolgelden, maar ook specificaties van andere hierna te vermelden inkomsten. Voorts zijn in deze rekeningen verantwoord alle uitgaven, die de tollenaar verrichtte op bevel van de landsheer of van diens tot het geven van betalingsopdrachten bevoegde ambtenaren; uitgaven van sterk uiteenlopende aard en omvang, waaruit o.m. duidelijk blijkt, dat deze rekeningen ook van belang zijn voor de kennis van de algemene bestuursvoering in het territorium en van tal van details uit het dagelijks leven en van de praktijk van de riviervaart, inbegrepen de weersomstandigheden en de invloed daarvan op het verkeer. Merkwaardig is ook een groot aantal uitgavenposten, die ons als het ware het beeld geven van wat men een middeleeuws hotelbedrijf voor landsheerlijke ambtenaren op dienstreis zou kunnen noemen.
Uit deze summiere mededelingen en uit de hierna te geven nadere toelichtingen blijkt reeds, dat het minder juist zou zijn aan de rekeningen van de tol te Lobith uitsluitend aandacht te besteden voorzover deze de inkomsten uit de tolheffing betreffen; ook de overige delen van de rekeningen verdienen in beschouwing genomen te worden, en in een eventuele editie betrokken te worden. Een eerste lezing van de hierna uitgegeven rekeningen is reeds voldoende om deze vooropstelling te bevestigen en duidelijk te maken, dat - voorzover het bij de rekeningen van de tol te Lobith gaat om gegevens van economische aard - zowel de inkomstenposten als de uitgavenposten van belang zijn, en voorts dat met name de laatstbedoelde groep van posten van betekenis is voor de bestudering van de politieke en sociale geschiedenis. Het bezwaar van een editie, die alléén de inkomsten uit de tolheffing vermeldt, behoeft na het voorafgaande wel nauwelijks nadere toelichting. Dat bezwaar is overigens van dezelfde orde als het bezwaar tegen een excerptsgewijze of fragmentarische editie van stadsrekeningen, waar een excerperende methode eveneens tot een uiterst subjectieve, waardevolle gege- | |
| |
vens verwaarlozende keuze leidt, een keuze, die ook de waarde van de bron als geheel aantastGa naar voetnoot4.
Om misverstand uit te sluiten zij hieraan toegevoegd, dat deze opmerkingen niet de bedoeling hebben de verdiensten van Westermanns publikatie te verkleinen; die publikatie beperkt zich weliswaar tot de eigenlijke tolontvangsten, maar doordat zij die ontvangsten ook voor de overige Gelderse tollen in hetzelfde jaar (1394/'95) geeft, verschaft zij een althans op één jaar betrekking hebbend eerste overzicht van de inkomsten van het geheel der Gelderse riviertollen, en tevens een nuttige vergelijkingsmogelijkheid. Zolang een volledige editie van de bewaard gebleven rekeningen van de tol van Lobith en van de overige Gelderse riviertollen ontbreekt, zal men zich met deze en dergelijke - als voorstudies te beschouwen - publikaties tevreden moeten stellen. Een zodanig karakter heeft ook de hier geboden editie, op grond waarvan ook slechts voorlopige conclusies mogelijk zijn. Een volledig beeld zal eerst verkregen kunnen worden, zodra een groter aantal rekeningen van de Lobithse tol uitgegeven en bestudeerd is, en daarbij ook de rekeningen van de overige Gelderse Rijntollen zijn betrokken. Tot een dergelijke editie worden voorbereidingen getroffen.
Gelijk reeds aangeduid zijn de rekeningen van de Lobithse tol gesplitst in de verantwoordingen van de inkomsten enerzijds, en van de uitgaven anderzijds. Als inkomsten worden vermeld de eigenlijke tolgelden, de opbrengsten van de tot het ‘Tolhuys’ - gelijk het in de rekeningen genoemd wordt - behorende landerijen en weerden, en van andere onroerende goederen, alsmede diverse toevallige baten. Als uitgaven worden vermeld de uitkeringen aan de landsheer op rekening van de ontvangsten, de betalingen aan de rechthebbenden op een aandeel in de tolgelden, de kosten van het verblijf op het ‘Tolhuys’ van de landsheer, van zijn gemalin, van hun gevolg, van de in landsheerlijke dienst reizende ambtenaren en van bevriende landsheren uit aangrenzende territoria, bijv. van Berg, van Kleef en van Meurs, wier bezoeken verband hielden met Gelderse en Gulikse aangelegenheden. Voorts worden uitgaven verantwoord, die verband houden met de bezoldiging van het personeel van het ‘Tolhuys’ en de toekenning van toelagen. Ten- | |
| |
slotte vindt men onder de uitgaven vermeld: bodelonen, veerlonen, aanschaf van bouwmateriaal, arbeidslonen, aankoop van levensmiddelen, onderhoudskosten van gebouwen en van andere onderdelen van het ‘Tolhuys’, met inbegrip van voorzieningen voor de oeverbeveiliging, en voor aanleg en onderhoud der hoofden en van het paalwerk, dat o.m. diende voor het afpalen van de vaarroute ten behoeve van de tolheffing. Reeds deze opsomming van de belangrijkste rubrieken toont de grote verscheidenheid van gegevens, die deze rekeningen te bieden hebben.
De zetel van de Lobithse Rijntol was het kasteel Lobith, in de rekening meestal ‘Tolhuys’ genoemd. Dat wij met een kasteel in de zin van een verdedigbaar, omvangrijk stenen gebouw te maken hebben, blijkt uit de rekeningen overduidelijk. Niet alleen wordt herhaaldelijk gesproken van een ‘voorburcht’, maar ook van wakers en met harnas en armborst gewapende knechten, die het ‘Tolhuys’ moesten beschermen in tijd van onrust en vete. Bovendien wijzen de uitgaven voor de ontvangst van gasten er zonder enige twijfel op dat het ‘Tolhuys’ herhaaldelijk de hertog, zijn gemalin of een aanzienlijk aantal gasten met hun gevolg moest herbergen. Een bescheiden behuizing kan het middeleeuwse ‘Tolhuys’ niet geweest zijn.
Een onderdeel van het ‘Tolhuys’ was de ‘tolkamer’, een naam, die in het tegenwoordige Lobith weer in gebruik gekomen is voor het kantoor van de Nederlandse douane. Die ‘tolkamer’ was het eigenlijke domein van de tollenaar en zijn ondergeschikten. Het personeel van de tol bestond uit een tollenaar, een ‘besyerre’, een tolschrijver en enige tolknechten. De ‘besyerre’ was de ambtenaar, die met het onderzoek en het vaststellen van de scheepsladingen belast was. De tollenaar stelde aan de hand van het toltarief de voor de geconstateerde lading verschuldigde tol vast en voerde de administratie van de ontvangen tolgelden met behulp van de tolschrijver. Hoe simpel dit beheer der tolgelden ook op het eerste gezicht moge lijken, het was in werkelijkheid minder eenvoudig omdat de verantwoording van de tolgelden slechts een onderdeel van de gehele Lobithse administratie vormde, die - gelijk wij zagen - ook nog andere inkomsten en bovendien een groot aantal uitgaven omvatte.
De rekeningen van de tol te Lobith zijn ons overgeleverd in de vorm van rentmeestersrekeningen, waarin de bovenbedoelde tolontvangsten als inkomsten worden opgenomen door de met betrekking tot het geheel der Lobithse inkomsten en uitgaven re- | |
| |
kenplichtige ambtenaar, die wij derhalve moeten beschouwen als een rentmeester wiens financiële bemoeienissen veel meer omvatten dan de inning van tolgelden. De vraag doet zich daarom voor of wij in Lobith te doen hebben met twee functionarissen, een rentmeester en een tollenaar, dan wel alléén met een tollenaar, die tevens rentmeester was. Dit laatste is het geval o.m. omdat zowel uit de hier uitgegeven als uit andere rekeningen blijkt, dat de tollenaar rekenplichtig is voor het gehele complex van inkomsten en uitgaven.
Bij de interpretatie van verscheidene posten van de Lobithse rekeningen dient men er aan te denken, dat het ‘Tolhuys’ in de Middeleeuwen aan de linkeroever van de Rijn lag, derhalve in de Betuwe. De Rijn stroomde toenmaals in een oostelijke bocht langs Neder-Elten en vandaar in noordwestelijke richting naar Arnhem; de rivier stroomde dus tussen Neder-Elten en het tegenwoordige Lobith door in het bed van de zogenaamde Oude Rijn. Vlak vóór het ‘Tolhuys’ splitste zich de Waal af, zodat dit ‘Tolhuys’ juist op de splitsing van Rijn en Waal lag. Sedert het graven van het zogenaamde ‘Pannerdens Kanaal’ stroomafwaarts van Lobith en het dichtslibben van de Oude Rijn bij Neder-Elten lag het ‘Tolhuys’ aan de rechteroever van de Rijn. De middeleeuwse situatie van Lobith blijkt uit de rekeningen zeer duidelijk, bijv. uit de herhaaldelijke vermeldingen van betaalde veergelden voor het oversteken van de Rijn als men zich van het ‘Tolhuys’ naar Neder-Elten wilde begeven.
Het ‘Tolhuys’ beheerste dus tegelijkertijd de vaarweg langs de Rijn en de Waal. Men zou hier wellicht van een vaargeul kunnen spreken, want verscheidene rekeningposten wijzen er op, dat de rivier bij het ‘Tolhuys’ door paalwerk werd versmald, zodat een betrekkelijk smalle doorgang werd verkregen, die contrôle op het verkeer vergemakkelijkte en de schepen dwong om langs de ‘Tolhuys’-oever te varen. Overeenkomstige afsluitingen zijn ook van elders bekendGa naar voetnoot5. Bovendien beschikte men op het ‘Tolhuys’ nog over een klein oorlogsschip, ‘baerdse’ in de rekeningen, dat de controle versterkte en dat bovendien nog dienst deed om de hertog en zijn gevolg naar Arnhem of naar Hattem te vervoeren. Het nemen van dergelijke preventieve maatregelen was niet overbodig, want de nog nauwelijks door
| |
| |
bedijkingen in toom gehouden rivier kon vooral in de winter een aanzienlijke breedte verkrijgen, zodat een watervlakte ontstond, waarop soms slechts met deskundige hulp gevaren kon worden. Over deze situatie en de daaruit voortvloeiende gevolgen, verschaffen de rekeningen ons een levendig beeld.
De inkomsten uit de tolheffing zijn nauwkeurig en gespecificeerd verantwoord. Het ‘toljaar’, dat zowel langer als korter kon zijn dan 52 weken, is verdeeld in maanden van vier weken. Aan het einde van elke maand is de som van de ontvangsten in de vier telkens van zondag tot zondag lopende weken gegeven. De ontvangsten in elke van deze vier weken zijn afzonderlijk opgegeven, gedateerd en getotaliseerd, zodat men een duidelijk beeld van een ‘tolweek’ verkrijgt.
In een inleiding tot de editie van enkele rekeningen uit een omvangrijke serie is het uiteraard niet mogelijk, op alle problemen waarvoor deze tekst ons stelt uitvoerig in te gaan; met enkele summiere aanduidingen moet hier worden volstaan. Allereerst doet zich de vraag op, op welke wijze de voor diverse artikelen en goederen verschuldigde tol berekend werd. Het is weliswaar duidelijk, dat dit op basis van een toltarief geschiedde, maar dit tarief is ons niet overgeleverd. Wil men het leren kennen, dan moet het uit de posten van een groot aantal rekeningen gereconstrueerd worden. Voor produkten als wijn, zout en haring, is dit betrekkelijk eenvoudig, omdat de omvang van de vervoerde partij meestal wordt opgegeven. Men kan derhalve berekenen, hoeveel voor een voeder wijn, voor een last zout en voor een last haring betaald moest worden. Voor andere goederen ligt de zaak minder eenvoudig omdat daarvoor de hoeveelheden meestal niet aangegeven zijn en er slechts vermeld is: ‘tonvisch’, ‘groenvisch’, ‘buckinc’, ‘hout’, ‘kalen’, ‘cannen’ etc. Voor dergelijke goederen moet men dus zoeken naar de min of meer zeldzame vermeldingen van een bepaalde hoeveelheid. Daarmede is men er echter nog niet, want in een tarieflijst, die men op deze wijze zou construeren, zou nog geen rekening gehouden zijn met de tolverlichtingen en tolbevrijdingen. Uit een zeer groot aantal posten zouden deze grotendeels teruggevonden kunnen worden, waarbij het nodig zou zijn de tolprivileges van de bij de Rijnhandel betrokken steden in het onderzoek te betrekken.
Een eerste beschouwing van de posten der hier uitgegeven rekeningen leert reeds, dat de tolreducties voor producten als wijn, zout en haring aanzienlijk waren. Het onderzoek betref- | |
| |
fende de toltarieven geeft gelegenheid tevens vast te stellen welke goederen in het Rijnverkeer opgenomen waren, en eveneens om na te gaan in welke mate dit bij benadering het geval was. Daarbij zal onderscheid gemaakt moeten worden tussen goederen die stroomafwaarts, en goederen die stroomopwaarts gevoerd werden. Tot de eerste groep behoorden o.m. wijn, aardewerk (‘kannen’), ijzer, glas, hout, natuursteen, molensteen, steenkolen en verschillende soorten van vruchten (appelen, noten, kastanjes), tot de tweede groep behoorden o.m. zout, haring, stokvis, bokking, diverse soorten zoetwatervis (brasem, snoek), boter, kaas en bier. Voorts waren er producten, die in beide richtingen vervoerd werden, bijv. tarwe en rogge, terwijl bijzondere vissoorten als zalm en ‘velgen’ (een soort forel, die tegenwoordig nog in het meer van Konstanz gevangen wordt) alléén stroomafwaarts vervoerd werden. Ook met betrekking tot de specificatie van de in de middeleeuwse Rijnhandel opgenomen goederen geldt dat een nader onderzoek aan de hand van een groot aantal posten nodig is om een zo scherp mogelijke scheiding tussen de in het opgaande en het neergaande verkeer vervoerde goederen te kunnen vaststellen. Daarbij zal in het bijzonder aandacht gegeven moeten worden aan de posten waarin verschillende goederen tezamen vermeld worden.
Belangrijk is het uiteraard, eveneens de in de tolrekeningen vervatte gegevens te gebruiken om herkomst en bestemming der vervoerde goederen vast te stellen. Daartoe kunnen slechts in beperkte mate de in een aantal posten vermelde, met plaatsnamen identieke persoonsnamen dienen omdat het niet zeker is, of die namen als plaatsnamen dan wel als familienamen beschouwd moeten worden. Daarbij komt nog iets anders, namelijk de onzekerheid omtrent de qualiteit van de in de posten genoemde personen. De vraag is namelijk of de aldaar vermelde personen de vervoerders of schippers, dan wel de eigenaren der ladingen zijn. Behalve in de gevallen waarin deze beide qualiteiten in één en dezelfde persoon verenigd waren, zal het antwoord op deze vraag van belang kunnen zijn voor het onderzoek naar herkomst en bestemming der vervoerde goederen. Ook dit antwoord zal eerst op grond van een groter aantal rekeningen verkregen kunnen worden, waarbij o.m. nagegaan dient te worden in hoeverre er namen vermeld zijn waarvan met zekerheid kan worden vastgesteld, dat het de namen van de eigenaren der ladingen zijn. In de gevallen, waarin een kerkelijke instelling of een in een andere qualiteit dan schipper bekend wereldlijk
| |
| |
persoon in de post vermeld wordt, is de conclusie niet moeilijk. Er is ook nog een ander criterium voor de beoordeling van de vraag of men met de schipper of de eigenaar te doen heeft, namelijk de frequentie waarin een bepaalde naam voorkomt: grote frequentie of snelle opeenvolging van dezelfde naam maakt het minder waarschijnlijk, dat wij met een schipper te doen hebben in die gevallen, waarin in de tussenliggende dagen de te veronderstellen reizen bezwaarlijk voltooid konden zijn. Een en ander is te controleren omdat alle posten gedateerd zijn.
De zojuist aangeduide situaties met betrekking tot de vraag: eigenaar of schipper, komen herhaaldelijk voor, zodat mag worden aangenomen, dat in een niet onbelangrijk deel van de posten inderdaad de namen van de eigenaren der vervoerde goederen, dus van de kooplieden vermeld zijn. Het antwoord op de hier behandelde vraag is vooral van belang om gegevens te verkrijgen voor een inzicht in de economische betekenis van de bij de Rijnhandel betrokken steden en streken. Daarom is het nodig aandacht te schenken aan de omstandigheid, dat in de tolrekeningen bij een groot aantal posten waarin de betaling van tol wordt verantwoord, in margine een plaatsnaam is aangeduid, o.m. Doesburg, Nijmegen en Emmerik. In deze edities zijn die namen telkens vóór de betrekkelijke posten cursief tussen () gedrukt. De betekenis van deze vermelding kan zijn, dat de in de post vermelde goederen eigendom van een koopman of ander ingezetene van de in margine aangeduide stad waren. Indien deze veronderstelling juist is, dan zouden wij omtrent herkomst of bestemming van de in een groot aantal posten vermelde goederen geïnformeerd zijn. Voor de juistheid van deze veronderstelling pleit de omstandigheid, dat juist in de gevallen waarin in margine een plaatsnaam is aangeduid, een reductie van de te betalen tol plaatsvindt. Maar ook hier moet een over meer rekeningen uitgestrekt onderzoek zekerheid geven. Omtrent de overige inkomsten moet allereerst worden vastgesteld, dat de daarop betrekking hebbende posten nuttige gegevens bevatten omtrent de prijzen van akkerbouwproducten: tarwe, haver, boekweit, erwten, gerst etc.
Voorts leveren deze posten een bijdrage tot de kennis van prijzen van producten als rijshout, en van de levering daarvan aan derden. In dit verband dient er op gewezen te worden, dat een vergelijking met overeenkomstige posten uit de rekeningen van de Gelderse steden het inzicht in de prijzen van agrarische producten als de hier genoemde en de verhandeling daarvan kan
| |
| |
versterken. Ditzelfde geldt ook voor een groot aantal van de uitgavenposten, die tal van bijzonderheden omtrent prijzen van levensmiddelen en materiaal bevatten.
De afdeling waarin de uitgaven zijn verantwoord begint met de vermelding van het nadelig saldo van het voorafgaande jaar; daaraan is toegevoegd een aantal posten betreffende betalingen aan de hertog en aan derden uit diversen hoofde, alsmede reiskosten van de rentmeester, kledingtoelagen voor het personeel, vergoedingen aan de geestelijkheid voor het lezen van de mis, betalingen voor zalm en wijn bestemd voor de hertogelijke tafel, het vervoer daarvan etc. Onder een afzonderlijk rekeningshoofd zijn gebracht de uitgaven voor de reizen van de landsheer en zijn gemalin, de kosten van het verblijf van raden en vrienden van de landsheer te Lobith en de daarmede samenhangende uitgaven als veergelden, onderhoudskosten van paarden, geschenken aan dienstpersoneel, kosten van herberging van gasten buiten het ‘Tolhuys’, kosten van approviandering van gasten die na een kort verblijf te Lobith in hun schip verder reisden etc. De hier bedoelde posten zouden op zichzelf reeds een afzonderlijke beschouwing verdienen, omdat zij een belangwekkend beeld geven van het dagelijks leven in een landsheerlijke burcht, die tegelijk tolplaats en pleisterplaats voor de landsheer en zijn ambtenaren was. Het komen en gaan van belangrijke en minder belangrijke gasten, het onderbrengen van deze lieden en hun gevolg, het verzorgen van het gezelschap met spijs en drank, het verwarmen en verlichten der kamers, het verzorgen van het linnengoed, en al dergelijke zaken doen denken aan een soort hotelbedrijf waarvan de overheid de in de rekening nauwkeurig verantwoorde kosten draagt. Die kostenopgave is op haar beurt weer een bijdrage tot de geschiedenis van lonen en prijzen.
Een zodanige bijdrage geven ook de meeste posten, die veelal onder het hoofd ‘van alrehande saken’ samengevat zijn. Onder dit hoofd vindt men soms ook op zichzelf staande bijzonderheden, die van elders bekende gegevens kunnen aanvullen of bevestigen, bijv. de aanwezigheid van een ophaalbrug, van een bakkerij en van een herberg buiten het ‘Tolhuys’. Ook omtrent het onderhoud van de in de rivier aangelegde hoofden en van de voor de dienst op het ‘Tolhuys’ nodige schepen, bevatten de rekeningen rijkelijk gegevens. Het slot wordt gevormd door de recapitulatie van ontvangsten en uitgaven, de vaststelling van het saldo en de aantekening omtrent het afhoren der rekening door de landsheer en zijn raad.
| |
| |
De beide hier uitgegeven rekeningen bevinden zich in het Rijksarchief te Arnhem: Hertogelijk Archief, nr. 722 en nr. 723. Zij maken deel uit van een serie van 22 vijftiende-eeuwse tolrekeningen van Lobith. De eerste rekening van deze serie betreft het jaar 1401, de tweede en de derde rekening, die hier uitgegeven worden, betreffen de jaren 1404/'05 en 1408/'09; de rekeningen over de tussenliggende jaren ontbreken.
De rekeningen zijn geschreven op papier van kwartoformaat. De rekening over 1404/'05 omvat 51 bladen; de bladzijden 1r, 1v, 29v-39v, 50v-51v zijn blanco. Op de voorzijde van de perkamenten omslag staat: Deric Gyskenss Lobede van Paesschen anno quarto thent Invocavit anno quinto. De rekening over 1408/9 omvat 48 bladen; de bladzijden 1r, 1v, 46v, 47r, 48r en 48v zijn blanco. Op de voorzijde van de perkamenten omslag staat: Computacio Wolteri de Elborch de telonio in Lobede van Pinxsten anno VIII0 thent Margarite anno X0.
Aan de teksten der rekeningen zijn toegevoegd indices van namen van personen en van geografische namen.
In verband hiermede is de annotatie tot het hoogst noodzakelijke beperkt, mede om herhalingen en voortdurende verwijzingen te voorkomen.
| |
| |
| |
Tolrekening van Lobith 1404/1405
fol. 2r
Upboren Dericx Dericxsoens van der toll toe Loebede aengaende in den jaer van viertienhondert und vier des sonnendages opten heyligen Paeschdach dat was die leeste dach behalven een van den meert
Item soe ist toe weten dat Deric vurscreven mynren genedigen here schuldich bleef van dat hi meer opgeboert heeft dan hy uytgegeven heeft in synre lester rekeningen 94 sc. 6 old gr.
Summa per se |
|
des sonnendages opten heyligen Paeschdach nyet |
(Emmeric) des dinsdages Arnt Clover 4 voderGa naar voetnoot1 1 sc. 11 gr. |
des wonsdages Andries Wermoes van garenscheyen 2 sc. 6 gr. Quade Lodekijn van wiin und droge vaet 11 sc. |
(Arnem) des donredages Teelman in den Have 3½ voder 8 sc. 2 gr. |
(Arnem) Johan Buedman 11 voder 24 sc. 8 gr. |
des vridages Johan Doret van garenscheien 4 sc. 3 gr. |
(Nymegen) Maes Heess van haveren 3 gr. |
(Nymegen) des saterdages Jacop Michiel 6½ voder 3 sc. |
Herman Worm van wiin und molensteen 11 sc. |
(Doesburg) Heyn Bond 3½ voder 2 sc. 7 gr. |
Gerit van Loetbergen van salt 1 sc. |
Summa huius septimane 69 sc. 13 gr.
| |
fol. 2v
des sonnendages Quasimodo nyet |
des manendages Johan Jorys van plagael 1 sc. Deric Loerenweert van wiin und leyen 9 sc. |
des dinsdages nyet |
des wonsdages nyet |
des donresdages nyet |
(Rijn) des vridages Herman Butenpoert 3½ voder 10 sc. 5½ gr. |
(Rijn) des saterdages Johan Voet 4 voder 12 sc. |
| |
| |
Summa huius septimane 32 sc. 5½ gr. |
| |
fol. 3r
des sonnendages Misericordia Domini Deric Dyerken 1½ voder 4 sc. 7 gr. |
(Rijn) Johan in den Garyen 2½ voder 7 sc. 5 gr. |
(Nijmegen) Stephen van Bokelweerd van plagael und meyvissch 11 gr. |
(Emmeric) des manendages Witte Willem van molensteen und leyen 3 sc. |
des dinsdages Johan van der Wenyngen van wiin und kannen 3 sc. 10 gr. |
Heyn Bond van meyvissch 10 gr. |
(Nijmegen) des wonsdages Nonder van Lent van haveren 5½ gr. |
(Emmeric) Arnt Clover van salt 6 gr. |
(Nijmegen) Gosen Remboltsoen 11½ voder 5 sc. 2½ gr. |
(Rijn) Deric Doennewalt 3½ voder 10 sc. 3 gr. |
(Rijn) Lambert van Vliterden 6 voder 17 sc. |
des donresdages Stephen Sleddinc van wiin 2 sc. 6 gr. |
Bruen van Wanem van salt haveren und wick 2 sc. |
des vridages nyet |
(Rijn) des saterdages Peter Alofssoen van wiin quernen und boerd 15 sc. |
(Nijmegen) Heyn van Loer van haveren 1 sc. 2½ gr. |
Summa huius septimane 74 sc. 1 gr.
| |
fol. 3v
(Rijn) des sonnendages Jubilate Walcart van Wynsem 3½ voder 10 sc. 5½ gr. |
Arnt van der Lawick van vissch 10 gr. |
(Nijmegen) des manendages Arnt die Roed van pack 5 gr. |
Johan Brugman van garenscheiden 10½ gr. |
Geerloch van Andernaeck van molensteen un dgarenscheien 6 sc. |
des dinsdages Cornelis van appel und kannen 5 gr. |
des wonsdages nyet |
(Wael) des donresdages Johan Bucelman 50 salts und van haveren 7 sc. 6 gr. |
Johan Jorys van vissch 1 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) des vridages Herman Wynter 6½ voder 3 sc. |
| |
| |
Evert Wittensoen van kremerien 2 sc. |
Reynken van Neyl van wiin und kannen 8 sc. 7 gr. |
(Wael) Johan van den Riin 9 doerganck holts und kernkolts 25 sc. |
Henric Calf van holt 3 sc. |
(Wael) Herman Adel 2 doerganck holts 4 sc. 2 gr. |
des saterdages Hans Heydkenssoen van pack und edic 3 sc. 6 gr. |
Willem van Rynn van appelen 5½ gr. |
|
Summa huius septimane 76 sc. 12½ gr. |
|
Summa mensis primi 253 sc. 5 old gr. |
| |
fol. 4r
des sonnendages Cantate Johan van Roekel 20½ voder 55 sc. 4 gr. |
Johan Geritssoen van visschen 7 gr. |
Stephen van Bokelweerd van visschen 7 gr. |
des manendages Willem Gadertssoen van haveren 8 gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Gerit van den Ham van callic 9 gr. |
(Rijn) Jopart van wiin und pack 9 sc. |
(Rijn) des wonsdages Deric Bersse 9½ voder 25 sc. |
des donresdages nyet |
des vridages Henneken Vreed Alofssoen van wiin und kannen 12 sc. |
(Rijn) Deric van der Marck 7½ voder 21 sc. |
Henric die Clein van gewande 1 sc. |
(Nijmegen) Willem Lambertssoen van haveren 11 gr. |
des saterdages nyet |
|
Summa septimane huius 126 sc. 5½ gr. |
| |
fol. 4v
des sonnendages Vocem Jocunditatis Deric Doemenwalt van wiin und dragevaet 5 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) Stephen Bokelweerd van plagael 11 gr. |
(Nijmegen) Jacop Cnop van haveren 10 gr. |
des manendages Peter Scuerken van haveren 5½ gr. |
| |
| |
(Wael) Deric die Witt 3 voder bier 5½ voder NymegenGa naar voetnoot1 9 sc. 8 gr. |
(Wael) des dinsdages Johan die Witt 14 voder 32 sc. 8 gr. |
des wonsdages nyet |
(Nijmegen) des donresdages Herman Goetgesel 6½ voder 3 sc. |
Henneken aver den Wech van wiin und kannen 9 sc. |
des vridages Hubert Vogel van wiin und dragevate 11 sc. |
Gheerloch van Andernaeck van haveren 1 sc. |
des saterdages nyet |
|
Summa septimane huius 73 sc. 6 gr. |
| |
fol. 5r
des sonnendages Exaudi Ott van Lent van vederen 6 gr. |
Johan Heidkenssoen van scollen 1 sc. |
(Nijmegen) Johan Gadertssoen 5 voder 2 sc. 4 gr. |
des manendages Tys Heidkenssoen van wijn 2 sc. 3 gr. |
Johan Geritssoen van botter und pack 1 sc. |
(Wael) des dinsdages Johan ten Wal 10 voder 23 sc. |
des wonsdages Craeinley van salt und haveren 6 gr. |
(Nijmegen) Goesen Remboltssoen 300 haveren 2 sc. 7½ gr. |
(Emmeric) des donresdages Witte Willem 100 salts und van haveren 6 sc. 6 gr. |
des vridages nyet |
(Nijmegen) des saterdages Willem van den Dick van wiin und edic 2 sc. 7 gr. |
Gerit van Ael 11½ voder 26 sc. 10 gr. |
|
Summa septimane huius 68 sc. 9 gr. |
| |
fol. 5v
des sonnendages opten heiligen Pincxstdach Willem Heidkenssoen van kannen 6 gr. |
Arnt van der Lawick van vissch 10 gr. |
des manendages Herman Ab van haveren 5½ gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Jacop Cnop 5½ voder 2 sc. 7 gr. |
(Wael) Henric Wittinck 4½ doerganck holts 10 sc. 5½ gr. |
(Rijn) Herman Woest 7½ doerganck holts 22 sc. |
(Rijn) Henric Doerinck 4½ doerganck holts 12 sc. 6 gr. |
| |
| |
des wonsdages Werner Snepart van haveren 10 gr. |
(Rijn) des donresdages Deric Berck 10½ voder 27 sc. 10 gr. |
(Doesburg) Cleric van Doesborch 6½ voder 3 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) des vridages Willem Heidkenssoen van haveren 8 gr. |
des saterdages Peter Alofssoen van scollen und botter 2 sc. |
Herman Worm van weyt und molensteen 7 sc. |
|
Summa huius septimane 90 sc. 4½ gr. |
|
Summa mensis secundi 358 sc. 11½ gr. |
| |
fol. 6r
des sonnendages octava Pentecostes Kep van holt 7 gr. |
des manendages Henneken aver den Wech van haveren 5½ gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Deric van den Rijn 10½ voder 4 sc. 7 gr. |
(Bomel) Henric van Hesel van wiin 1 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Jacop Scriver van haveren 2 sc. 2 gr. |
Reynken van Nyel van wiin und quernen 6 sc. |
(Nijmegen) Evert van Stadem 5½ voder 2 sc. 6 gr. |
des wonsdages Johan Brugman van salt 6 sc. |
des donresdages nyet |
(Nijmegen) des vridages Johan Geritssoen van haveren 5 gr. |
Peter Haessenaer van molensteen quernen und kannen 11 sc. |
Jacop van de Riin van holt 3½ gr. |
(Nijmegen) Willem Lambertssoen 2½ verdel salts 2 sc. 6 gr. |
des saterdages Gerit van der Heyden van stael 6 sc. |
|
Summa huius septimane 43 sc. 4½ gr. |
| |
fol. 6v
(Wael) des sonnendages nae Sacramenti Herman Wynter 5 voder 11 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) Marcelis Johanssoen 50 salts und van haveren 3 sc. 7 gr. |
Herman Butenpoert van wiin und leyen 4 sc. 8 gr. |
(Nijmegen) des manendages Heymeric Lambertssoen van wiin und leyen 2 sc. 8 gr. |
(Rijn) des dinsdages Hans Heidkenssoen 3½ voder 10 sc. 7 gr. |
Johan Godertssoen van haveren 5½ gr. |
(Rijn) Henric Venc 4 voder 11 sc. 8 gr. |
Deric Doenenwalt van wiin und kannen 3 sc. 2 gr. |
| |
| |
des wonsdages Henric van Ewick van salt 3 gr. |
Werner Snepart van haveren 5½ gr. |
des donresdages Heyn Roeswalt 150 callicx 4 sc. 5 gr. |
des vridages Heymeric Bruen van wiin 5 sc. 6 gr. |
des saterdages Heynken ingeen Muel 4 voder und van leyen 12 sc. |
|
Summa huius septimane 69 sc. 10 gr. |
| |
fol. 7r
des sonnendages post Bonifacii Johan Rabolt van wiin 10 gr. |
(Nijmegen) des manendages Deric die Gruter 2½ verdel salts 150 haveren 4 sc. |
(Nijmegen) Coenraet die Gruter 350 haveren 3 sc. |
Reynken Claecssoen 150 callicx 4 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) Gerit van Ael 150 salts 250 haveren 4 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Willem van den Dick van haveren 2½ gr. |
des wonsdages Johan Coutter van wiin weyt und stael 16 sc. |
Deric Bers van wiin und pack 8 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) des donresdages Ludekiin van Lent 2½ voder 1 sc. 3 gr. |
Ploins Hoemborch van wiin und kannen 4 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Iryes Leliaerts van wiin 10 gr. |
des vridages nyet |
(Nijmegen) des saterdages Andries Wermoes van molensteen und garenscheien 6 sc. 6 gr. |
Bave van Moelhem van haveren 1 sc. 2½ gr. |
Cornelis van kannen 1 sc. 1½ gr. |
|
Summa huius septimane 55 sc. 10½ gr. |
| |
fol. 7v
(Nijmegen) des sonnendages Viti Goessen Remboltssoen van wiin und boerd 2 sc. |
(Nijmegen) des manendages Jacop Cnop van salt und haver 1 sc. |
Rynken van Nyel van salt und haver 10½ gr. |
des dinsdages Willem Heidkenssoen van voederdoeck 5½ gr. |
Quade Loedekiin van wiin und garenscheiden 3 sc. |
Geerloch van AndernaeckGa naar voetnoot1 van molensteen und garenscheien 7 sc. |
| |
| |
des wonsdages Vroet Alof 2½ voder 7 sc. 2 gr. |
(Nijmegen) des donresdages Stephen Riinacker 150 salts und van haveren 1 sc. 11 gr. |
(Emmeric) Herman Swaiger 5 verdel salts und van haveren 4 sc. 11 gr. |
Craenley van wiin und kannen 11 gr. |
des vridages Henric van Latom van wiin und kannen 2 sc. 12 gr. |
(Nijmegen) Geritken van Oy van wiin und kannen 5½ gr. |
Rembolt van Lent 3 molensteen vreemd 4 voeder Nymegen 6 sc. 6 gr. |
Peter Alofssoen van wiin und edic 4 sc. 5 gr. |
(Wael) Henneken Vaetbinder 100 salts 150 haveren 13 sc. 11 gr. des saterdages nyet |
|
Summa huius septimane 56 sc. 10 gr. |
|
Summa mensis tertii 225 sc. 7½ gr. |
| |
fol. 8r
des sonnendages nae sunte Vits dach nyet |
des manendages nyet |
des dinsdages Gerit van der Hart van elsenholt 11 gr. |
des wonsdages Reyner Paes van wiin und kannen 3 sc. |
Herman van Orsoy van kesen 11½ gr. |
Johan Amelonck van wiin 5 sc. |
des donresdages Witte Willem van kannen 4 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Arnt Possch 3½ last goets 3 sc. |
(Nijmegen) des vridages Arnt Dericxsoen 7 last goets 5 sc. 8 gr. |
(Nijmegen) Johan die Gruter 250 salts 10 sc. 5 gr. |
Herman Ab van kesen 12 gr. |
Johan van Hoemborch 3½ last goets 5 sc. |
(Nijmegen) Heymeric Lambertssoen 3 verdel salts 3 sc. 7 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Franck die Roed 6 last 5 sc. |
|
Summa huius septimane 47 sc. 6½ gr. |
| |
fol. 8v
des sonnendages Petri et Pauli Loeman van botter und kesen 3 sc. 8 gr. |
Scelhaver van 5 last goets 7 sc. 7 gr. |
Henric Coninc van kesen und botter 4 sc. 5 gr. |
| |
| |
Johan ten Wal 8 last 11 sc. 3 gr. |
Peter Schuerken van haveren 1 sc. |
des manendages Peter Haessenaer 1½ verdel salts 4 sc. |
(Nijmegen) Gerrit van den Ham van kesen und scollen 5½ gr. |
Dirc van Gelint van kese 1 sc. |
Heyn Roeswalt van kesen und botter 2 sc. |
(Nijmegen) des dinsdages Marcelis Johanssoen 7½ voder 3 sc. 7 gr. |
Cornelis van kesen 2 gr. |
Willem Heidkenssoen van vissch und kesen 2 sc. |
(Nijmegen) des wonsdages Herman Wiinter van salt und haveren 1 sc. 8 gr. |
(Rijn) des donresdages Willem van Elveric 6½ voder 18 sc. |
des vridages Rutger Diercken van wiin und leyen 4 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Willem Lambertssoen van wiin und boerd 1 sc. 6 gr. |
(Goch) Johan Geritssoen 2½ last goets 2 sc. |
Peter Alofssoen van salt und scollen 8 sc. 5 gr. |
|
Summa huius septimane 78 sc. 9½ gr. |
| |
fol. 9r
des sonnendages post Martini Translationem nyet |
des manendages Rutger Neckinc van holt 2 sc. des dinsdages nyet |
(Nijmegen) des wonsdages Rembolt Henricxsoen van weyt 1 sc. 6 gr. |
Stephen Riinacker van molensteen 6 sc. 9 gr. |
des donresdages Herman Butenpoert van wiin und leyen 3 sc. |
(Nijmegen) des vridages Gerit Coenraetssoen van steencalen 3½ gr. |
des saterdages Gabel Cluet van garenscheien und kannen 7 gr. |
meister Hans van SyburgenGa naar voetnoot1 van kannen 5 gr. |
(Bomel) Peter Johanssoen van holt 9 gr. |
|
Summa huius septimane 19 sc. 7½ gr. |
| |
fol. 9v
(Nijmegen) des sonnendages Margarete Gerit van Wel van
|
| |
| |
wiin molensteen und pack 10 sc. 10 gr. |
des manendages nyet |
(Nijmegen) des dinsdages Lubbert van der A 5 voder 2 sc. 5½ gr. |
(Arnem) Johan die Witt 3½ voder vreemd 2½ voder Nymegen 9 sc. 2 gr. |
(Wael) Ott Scaep 5 voder 12 sc. |
(Wael) des wonsdages Johan Bucelman 9 voder 20 sc. 3 gr. |
des donresdages Reynken van Neyl van winn und kannen 2 sc. |
des vridages Johan van Roekel van wiin 4 sc. 8 gr. |
des saterdages Johan Heidkenssoen van edic 10 gr. |
Heyns van Andernaeck van kesen und haver 1 sc. 6 gr. |
|
Summa septimane huius 63 sc. 4 gr. |
|
Summa mensis quarti 208 sc. 13 gr. |
| |
fol. 10r
des sonnendages post Divisionem Apostolorum nyet |
(Emmeric) des manendages Cornelis van kannen 5½ gr. Herman Scheyfart 3 voder 1 sc. 3 gr. |
Johan Brugman van garenscheien 6 sc. 12 gr. |
(Wael) Telken Geritssoen 3½ doerganc holts 8 sc. 8 gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Jacop Cnop van wiin und edic 1 sc. 8 gr. |
(Nijmegen) Rutger Bogel van holt 1 sc. |
(Nijmegen) Gerit van den Ham van steencalen 8 gr. |
Ludekiin van Lent van scollen und haveren 8 gr. |
des wonsdages Lambert van Vliterden van wiin und boerd 8 sc. |
(Wael) des donresdages Johan opten Graef 3½ doerganck holts 7 sc. 12 gr. |
(Nijmegen) Goesen Remboltssoen 150 salts und van haveren 7 sc. 3 gr. |
(Doesburg) Cleric van Doesborch 10½ voder 4 sc. 7 gr. |
(Nijmegen) des vridages Deric van den Riin 150 salts 6 sc. |
(Goch)Ga naar voetnoot1 des saterdages Herman Tonijs van gewand 11½ gr. |
(Nijmegen) Henric Meussoen van 3 last goets 2 sc. 5 gr. |
(Rijn) Deric van Ryswick 150 salts 21 sc. |
| |
| |
Summa huius septimane 78 sc. 10 gr. |
| |
fol. 10v
(Nijmegen) des sonnendages post Jacobi Deric Kruut 4 voder 2 sc. |
Doerninck van sperre und velgen 1 sc. 11 gr. |
(Rijn) Deric Monick 2½ verdel salts 9 sc. 5½ gr. |
des manendages Bertken van Tijts van botter und scollen 5½ gr. |
(Nijmegen) Arnt Dericxsoen van 5 last goets 4 sc. 3 gr. |
des dinsdages Loeman van kesen und gagelkruut 2 sc. |
(Nijmegen) Jacop Scriver 4 last 3 sc. 7 gr. |
des wonsdages Johan ten Wal 4 last 5 sc. 5½ gr. |
Johan van Moers van kesen und botter 3 sc. |
Scelhaver 4 last 5 sc. 3 gr. |
Herman Worm 5 voder van weet und stael 22 sc. 3 gr. |
Johan Bucelman van salt 3 sc. |
(Nijmegen) Jacop Michiel 2½ verdel salts und van haveren 3 sc. 5½ gr. |
des donresdages Reynken Clack van kesen 2 sc. 7 gr. |
Deric Doennewalt van salt 10 gr. |
des vridages Willem Heydkenssoen 1 last goets 2 sc. 3 gr. |
Hans Heidkenssoen van kesen und scollen 2 sc. |
(Nijmegen) Deric Gruter 150 salts und van haveren 3 sc. |
(Nijmegen) Rembolt Henricxsoen 4 last goets 3 sc. 5½ gr. |
(Nijmegen) Heynken Nyelssoen van steencalen und callic 9 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Franck die Roed van tween last goets 1 sc. 7 gr. |
(Nijmegen) Johan van der Wonyngen van wiin und kannen 1 sc. 2½ gr. |
|
Summa huius septimane 81 sc. 12 gr. |
| |
fol. 11r
des sonnendages Invencionis Sancti Stephani nyet |
des manendages nyet |
(Nijmegen) des dinsdages Johan Geritssoen 2 last goets 1 sc. 7½ gr. |
des wonsdages Johan Buckinc van edic und kannen 10 gr. |
(Nijmegen) des donredages Gerit van den Ham van bernholt 7 gr. |
| |
| |
(Nijmegen) des vridages Willem van den Dick van wiin und kannen 1 sc. |
des saterdages Peter Biter van zarcken 1 sc. 2 gr. |
(Nijmegen) Heymeric van Stralen van steencalen 4 gr. |
|
Summa huius septimane 5 sc. 3½ gr. |
| |
fol. 11v
des sonnendages in festo Sancti Laurencii nyet |
(Rijn) des manendages Bruen van Wanem 2½ voder 6 sc. 3 gr. |
des dinsdages Herman Butenpoert van wiin und kannen 6 sc. 8 gr. |
(Nijmegen) Poelken van bernholt 8 gr. |
des wonsdages nyet |
des donresdages nyet |
(Nijmegen) des vridages Kep van een doerganck holts 5½ gr. |
(Nijmegen) Arnt die Roed van wiin und kannen 8 gr. |
des saterdages Johan Bucelman van wiin boerd und edic 7 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Reynken van der Nyerstat van haveren und kesen 4 gr. |
|
Summa huius septimane 22 sc. 2 gr. |
|
Summa mensis quinti 188 sc. ½ gr. |
| |
fol. 12r
des sonnendages post Assumpcionem Beate Marie Maeshees van wiin 2 sc. 2 gr. |
Johan die Gruter 5½ voder vreemd 2½ voder Nymegen 15 sc. |
des manendages nyet |
des dinsdages nyet |
des wonsdages Ploins Hoemborch van kannen 4 gr. |
(Nijmegen) des donredages Ryes Lelilaerts 4 voder 2 sc. |
des vridages Buckinc van peren 3 gr. |
Johan Wernerssoen van wiin und garenscheien 2 sc. 3 gr. |
des saterdages nyet |
|
Summa huius septimane 21 sc. 12 gr. |
| |
fol. 12v
(Arnem) des sonnendages in festo Sancti Bertolomei Stephen
|
| |
| |
Riinacker 4½ voder 10 sc. 6 gr. |
(Rijn) Peter Alofssoen 3 voder 8 sc. |
(Nijmegen) des manendages Jacop Cnop van salt und haver 1 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Heymeric Lambertssoen van wiin und pack 2 sc. 6 gr. |
des wonsdages Herman van Wederic van wiin und holt 3 sc. 6 gr. |
(Emmeric) Herman Scheyfart 2½ voder 1 sc. 3 gr. |
des donredages nyet |
des vridages Herman Natel van sperren 11 gr. |
Gerit van Zancten van noeten 3½ gr. |
(Rijn) Reynken van Nyel 9½ voder 24 sc. 6 gr. |
Herman Butenpoert 2 voder 5 sc. 8 gr. |
des saterdages Willem Heidkenssoen van wiin und edic 1 sc. 8 gr. |
|
Summa huius septimane 59 sc. 7½ gr. |
| |
fol. 13r
(Nijmegen) des sonnendages post Decollationem Sancti Johannis Johan die Gruter 150 salts und van haveren 2 sc. 8 gr. |
(Goch) Johan Tonijs van gewand 1 sc. 10 gr. |
(Nijmegen) des manendages Henric Coutter 2½ voder 1 sc. 3½ gr. |
des dinsdages nyet |
(Nijmegen) des wonsdages Herdinck van herinc und haveren 5 gr. |
des donresdages Bertken van Tijts van botter und salt 10½ gr. |
Loeman 2½ last goets 3 sc. 10 gr. |
(Nijmegen) Jacop Scriver 6 last goets 5 sc. |
(Nijmegen) Arnt Possch 6½ last goets 5 sc. 5½ gr. |
des vridages Gabel Cluet van kesen 9 gr. |
Henric Dobbe van botter und kese 1 sc. |
des saterdages Scelhaver 3½ last 4 sc. 7 gr. |
|
Summa huius septimane 27 sc. 1 gr. |
| |
fol. 13v
(Nijmegen) des sonnendages post Egidii Reynken van der Nyerstat van edic und kannen 11 gr. |
(Rijn) des manendages Herman in der Schoelen 2½ voder
|
| |
| |
7 sc. 4 gr. |
Johan ten Wal van salt und kesen 3 sc. 12 gr. |
(Emmeric) Witte Willem 150 salts van kesen und peck 3 sc. |
des dinsdages Craenley van haveren 3 gr. |
(Rijn) des wonsdages Goesen van Tegelen 3 voder mostz 8 sc. 2½ gr. |
des donresdages Quade Lodewich 1½ verdel salts 5 sc. 2 gr. |
(Rijn) Evert Mor 150 salts und van tween last goets 11 sc. 3 gr. |
(Goch) Johan Geritssoen van kesen 6 gr. |
des vridages Maeshees van herinc 7 gr. |
(Wael) des saterdages Rutger Sayart 5 voder mostz 11 sc. 5½ gr. |
(Arnem) Teelken Gerits soen 3 doerganck holts 7 sc. 7 gr. |
|
Summa huius septimane 59 sc. 9 gr. |
|
Summa mensis sexti 168 sc. 2½ gr. |
| |
fol. 14r
des sonnendages opter heyligen Cruusdach nyet |
des manendages nyet |
des dinsdages nyet |
(Nijmegen) des wonsdages Goessen Remboltssoen van boerd 1 sc. 3 gr. |
des donresdages Henric van Asperen van wiin 10½ gr. |
(Doesburg) Johan van der Goud van noeten 3½ gr. |
des vridages Johan Dericxsoen van holt 1 sc. 7 gr. |
(Goch) des saterdages Johan Tonijs van gewand 1 sc. 12 gr. |
(Arnem) Henneken aver der Wech 1½ verdel salts 3 sc. 3 gr. |
Alert van Druppensteyn 2 voder mostz 6 sc. |
|
Summa huius septimane 15 sc. 1½ gr. |
| |
fol. 14v
(Rijn) des sonnendages post Lamberti Coenken Bossch 3 voder 8 sc. 9 gr. |
des manendages nyet |
des dinsdages Herman Coenraets soen van calen 11 gr. |
des wonsdages nyet |
des donresdages nyet |
(Arnem) des vridages Henric van Berck 3 voder mostz 7 sc. |
des saterdages nyet |
| |
| |
Summa huius septimane 16 sc. 7 gr. |
| |
fol. 15r
des sonnendages post Cosmi et Damiani Lambert van Vliterden van salt 1 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) Smelinck 4½ voder 2 sc. 2 gr. |
Reynken Claeck van callic 1 sc. 3 gr. |
Peter Biter van sarcksteen 9 gr. |
Tyte Heidkenssoen 2 teerlinge gewandts 6 gr. |
(Rijn) des manendages Teelman in den Have 4½ voder 12 sc. 11 gr. |
(Emmeric) des dinsdages Terenkuel 4½ verdel salts 4 sc. 2 gr. |
(Emmeric) Herman Swager 150 salts 6 sc. |
Henric van Ratingen van noeten 4½ gr. |
(Nijmegen) des wonsdages Lubbert van der A 6½ voder 3 sc. 7 gr. |
(Arnem) Johan Bucelman 9 voder 20 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des donredages Johan Henricxsoen van herinc 6 gr. |
(Emmeric) Hubert Bogel 150 salts 6 sc. |
(Nijmegen) Deric die Joed 6½ voder 3 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Johan van den Sand 10½ voder 4 sc. 12 gr. |
(Rijn) des vridages Reyner Doerrendick 3 voder 8 sc. 4 gr. |
(Rijn) Peter van der Mued 4 voder 12 sc. 10½ gr. |
(Nijmegen) Roelof Bruen 7 voder 3 sc. 11 gr. |
(Nijmegen) Deric Gadensoen 5½ voder 2 sc. 10 gr. |
(Emmeric) Witte Willem van drakenveldersteen 2 sc. 2 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Dries Roellofs soen 6½ voder 3 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Willem van Doerninc 8 voder 4 sc. |
(Nijmegen) Henric van Doerninc 6½ voder 3 sc. |
(Nijmegen) Wolter Boed 6½ voder 3 sc. |
(Nijmegen) Johan Bued van salt und haver 1 sc. 7 gr. |
|
Summa huius septimane 112 sc. 9½ gr. |
| |
fol. 15v
des sonnendages nae Remigii Herman Reynerssoen 3½ voder 10 sc. 3 gr. |
Goessen van Roekel van herinc 2 sc. |
(Rijn) Johan Moelman 9 voder 27 sc. 6 gr. |
(Rijn) Willem van Moers 3 voder 9 sc. |
| |
| |
Gerit van Letberch van kesen und salt 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des manendages Stephen van Lent 5 verdel salts 4 sc. 10 gr. |
(Rijn) Claes Lyster 5 voder 14 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Gerit van Wel 3½ verdel salts 3 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Johan Struvel 3 verdel salts 3 sc. |
Item Herbert ten Weerd 150 salts 6 sc. 9 gr. |
des dinsdages Reyner van der Moelen van wiin 4 sc. 7 gr. |
des wonsdages Deric van Gelind van salt 2 sc. 5 gr. |
Peter Schuerken van salt 2 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des vridages Jacop Michiel 150 salts 6 sc. |
(Nijmegen) Heymeric Lamberts soen van salt 2 sc. |
(Nijmegen) Deric Kint 5½ voder 3 sc. |
(Nijmegen) Henric van Wyelic 6½ voder 3 sc. 4 gr. |
(Rijn) des saterdages Werner van Stadem 4 voder 12 sc. |
(Arnem) Henric Helman 9 voder 20 sc. 11½ gr. |
(Rijn) Johan Brugman 2½ verdel salts 8 sc. |
Johan ten Wal van salt kesen und botter 6 sc. |
(Nijmegen) Marcelis Johanssoen van salt und haveren 3 sc. |
|
Summa huius septimane 155 sc. 9 gr. |
|
Summa mensis septimi 299 sc. 11½ gr. |
| |
fol. 16r
(Nijmegen) des sonnendages post Victoris Kuess 6½ voder 3 sc. |
(Nijmegen) Wynninck 6½ voder 3 sc. 2 gr. |
Gabel Cluet van drakenveldersteen 12 gr. |
(Nijmegen) Evert van Stadem 6 voder 2 sc. 11 gr. |
(Rijn) des manendages Henric Deyske 4 voder 11 sc. 5 gr. |
(Rijn) Derick Monick 3 voder 8 sc. 5 gr. |
(Wael) des dinsdages Johan Spolick 9 voder 20 sc. |
(Nijmegen) Gerit van den Ham van steencalen 5½ gr. |
(Rijn) des wonsdages Reynken van Rees 1½ verdel salts 5 sc. 8 gr. |
Deric Goutsmit van herinc 9 gr. |
(Emmeric) des donredages Johan Clagge van salt 11 gr. |
(Nijmegen) Lubbert van der A 11½ voder 5 sc. 8 gr. |
(Nijmegen) des vridages Smelinck 13 voder 11 sc. |
Heynken Vaetbinder van pack und yseren 2 sc. 8 gr. |
(Arnem) Stephen Sloddinck 9 voder 20 sc. 7 gr. |
(Rijn) Peter Alofs soen 3½ voder 10 sc. |
| |
| |
(Rijn) Deric Loereweert 8 voder 25 sc. |
des saterdages Herman ter Stege van calen 6 gr. |
(Nijmegen) Johannes van Donsbruggen 8 voder 3 sc. 10 gr. |
(Nijmegen) Jacop Cnop 11 voder 5 sc. 2 gr. |
(Arnem) Deric Gelreman 4½ voder 10 sc. 4 gr. |
(Goch) Johan Meyss 3 voder 1 sc. 5½ gr. |
Witte Willem van salt 1 sc. |
|
Summa huius septimane 148 sc. 11 gr. |
| |
fol. 16v
(Wael) des sonnendages post festum Luce Johan van Averlinck 5 voder 12 sc. |
(Doesburg) Johan Coenraets soen van calen 1 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Jacop Scriver van calen 11 gr. |
Rutger Neckinc van salt 1 sc. 10½ gr. |
Gadert Mathyssoen van herinc 2 sc. 8 gr. |
(Nijmegen) des manendages Johan Scruvel 4 voder 2 sc. |
Johan Visscher van 2 last vissch 1 sc. 10 gr. |
(Nijmegen) Willem Lamberts soen 150 salts 2 sc. |
(Nijmegen) Reynken van der Nyerstat van herinc und kesen 11 gr. |
(Rijn) des dinsdages Henric Ellerts soen 2 voder 6 sc. |
(Arnem) Henric Helman 10 voder 23 sc. |
(Nijmegen) Gerit van Oy van wiin 4 gr. |
(Rijn) Deric Dumer 4 voder 13 sc. 2 gr. |
(Rijn) des wonsdages Everdiin 5 voder 15 sc. |
Deric Doennenwalt van bleeck und unlochsaet 2 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des donredages Gerit Coenraets soen van calen 7½ gr. |
(Nijmegen) Andries Roellofssoen 9½ voder 4 sc. 5 gr. |
(Wael) Johan Scaep 3½ voder 7 sc. 7 gr. |
(Nijmegen) Johan Kerberch 5 voder 2 sc. 8 gr. |
(Rijn) des vridages Kerstken Hunick 5½ voder 17 sc. |
(Wael) Henric Tack 6½ voder 15 sc. |
(Wael) Frens van der Capelle 6 voder 14 sc. 2½ gr. |
(Nijmegen) Evert Sybardinck 8 voder 3 sc. 10 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Deric van Lent 8 voder 3 sc. 10 gr. |
(Nijmegen) Lubbert van der A 13 voder 6 sc. 7 gr. |
(Arnem) Johan van Meylaen 2½ voder 5 sc. 10 gr. |
(Nijmegen) Johan van Huessen 4 voder 2 sc. |
Alof van Burick van bleck und onloecsaet 1 sc. 10 gr. |
| |
| |
(Rijn) Peter ingeen Muel 3½ voder 10 sc. 3 gr. |
|
Summa huius septimane 178 sc. 10½ gr. |
| |
fol. 17r
(Nijmegen) des sonnendages post Servacii Herman van Wel 6 voder 2 sc. 12 gr. |
(Nijmegen) Stephen Riinacker 150 salts 6 sc. |
Bruen van Wanom van wiin kannen und edic 4 sc. |
(Rijn) Willem ten Have 4½ voder 14 sc. 3 gr. |
(Rijn) des manendages Gerit van Ewick 3 voder 2 sc. |
Herman Elbertssoen van galant 7 gr. |
(Nijmegen) Deric die Gruter 2½ verdel salts 3 sc. |
(Rijn) des dinsdages Plonis Berck 5 voder 14 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Johan Herinc 3½ last herincx 2 sc. 11 gr. |
(Nijmegen) des wonsdages Coenraet die Gruter 9 voder 4 sc. |
(Nijmegen) Gerit van Moel 11 voder 5 sc. |
(Nijmegen) des donredages Wolter Boed 6½ voder 3 sc. |
(Nijmegen) Gerit van den Ham van steencalen 7 gr. |
des vridages Gerit Averman van galant und kannen 4 sc. 3 gr. |
Johan van der Wonyngen van herinc und salt 1 sc. 8 gr. |
(Rijn) des saterdages Teelman in den Have 7½ voder 22 sc. |
|
Summa huius septimane 97 sc. |
| |
fol. 17v
des sonnendages in die Animarum Goessen van Roekel van vissch 5½ gr. |
(Arnem) Gheerloch Pisbudel 4½ voder 10 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) Deric Gadensoen 10 voder 5 sc. |
(Nijmegen) Herman Winter 4 voder 1 sc. 10 gr. |
(Nijmegen) Deric van Groesbeck 7 voder 3 sc. 4 gr. |
Poelken van bernholt 8 gr. |
Johan Bruenesoen van wiin 2 sc. 5½ gr. |
des manendages Abel van Druppensteyn van galant 3 sc. |
(Nijmegen) Deric van den Riin 6 voder 3 sc. |
Jacop van den Riin van calen 1 sc. |
(Nijmegen) Coenraet van Vonden 7½ voder 3 sc. 5½ gr. |
(Nijmegen) Johan Oppenstal 6½ voder 3 sc. |
(Nijmegen) des dinsdages Johan Bued 4 voder 1 sc. 8 gr. |
(Nijmegen) Peter Hoddelken 8 voder 3 sc. 9½ gr. |
(Nijmegen) Willem van Doerninc 6 voder 3 sc. |
| |
| |
(Nijmegen) Deric Gruenwalt 9 voder 4 sc. 3 gr. |
(Arnem) Henric Helman 12 voder 28 sc. |
(Wael) Deric Tybus 5½ voder 12 sc. 9½ gr. |
(Doesburg) Deric Roever 5 voder 2 sc. 5½ gr. |
(Nijmegen) Deric die Joed 6 voder 3 sc. |
(Nijmegen) Reynken van der Nyerstat 4½ voder 1 sc. 8 gr. |
(Rijn) des wonsdages Gerit Pedvoet 2 voder 6 sc. |
(Rijn) Jacop Heysken 6½ voder 19 sc. 5 gr. |
(Arnem) Tys Heidkenssoen 2 voder 4 sc. 3 gr. |
des donredages Reynken Claeck van wiin und noeten 3 sc. 10 gr. |
Peter van Griet van calen 10 gr. |
(Nijmegen) Rembolt Henricxsoen 3 verdel salts und van haveren 3 sc. 5 gr. |
(Nijmegen) Frederic Neve 5 voder 2 sc. 6 gr. |
des vridages Reynolt van Berck van galant und kannen 5 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) Jacop Cnop 2½ verdel salts 2 sc. 11 gr. |
| |
fol. 18r
Bertken van Tijts van weyt 5 gr. |
Gerit Craenley van wiin 1 sc. 2½ gr. |
(Nijmegen) des saterdages Arnt die Roed van wiin 11 gr. |
Philips Heidenrick van wiin 3 sc. |
Tys Heidkens soen van wiin und pack 2 sc. |
|
Summa huius septimane 152 sc. 10 gr. |
|
Summa mensis octavi 577 sc. 4½ gr. |
| |
fol. 18v
des sonnendages post Willibrordi Willem Henricxsoen van wiin 3 sc. 3 gr. |
Roelof Schout 2 last herincx vreemd 3½ last Doesborchs 6 sc. |
des manendages Loedewich van Stamen van pack 8 gr. |
des dinsdages Philips Jacopssoen 1½ last vreemd 1 last Emmericx 2 sc. 3 gr. |
(Rijn) Rutger Dierken 6 voder 18 sc. |
Deric Doennewalt van salt 2 sc. 5 gr. |
(Doesburg) des wonsdages Werner Lerinck 8 voder 3 sc. 10 gr. |
(Doesburg) Cleric van Doesborch 7 voder 3 sc. 5½ gr. |
Coenken Bossch van wiin 5 sc. 7 gr. |
| |
| |
(Nijmegen) Willem van den Dick van wiin 11 gr. |
(Goch) Johan Geritssoen van gewand 1 sc. |
(Arnem) des donredages Plonis Poelvissch 3½ voder 7 sc. 6 gr. |
Plonis Hoemborch van kannen 11 gr. |
Herman van Wederic van calen 13 gr. |
(Nijmegen) Daem van Heess 9 voder 4 sc. 6 gr. |
des vridages Bruen van Wanom van salt 10 gr. |
Deric van der Marck van herinc 1 sc. 11 gr. |
(Rijn) des saterdages Rynken Schout 4½ voder 13 sc. 2 gr. |
Johan Seyskim van botteren 2 sc. 5 gr. |
|
Summa huius septimane 78 sc. 9½ gr. |
| |
fol. 19r
(Nijmegen) des sonnendages post Martini Dries Roellofssoen 10 voder 4 sc. 11 gr. |
(Nijmegen) Evert Willemssoen 4 voder 2 sc. |
(Nijmegen) Herman Goetgesel 5 voder 2 sc. 10 gr. |
Deric Gelenhouwer van kesen 11 gr. |
Alof Hermanssoen van kesen 1 sc. |
des manendages Herman Becker van salt und kesen 1 sc. 2 gr. |
(Nijmegen) Willem Gruenewalt 12 voder 6 sc. |
(Arnem) Willem van Moers 3½ voder 8 sc. 5 gr. |
(Bomel) Deric van Strangen 4 voder 2 sc. 1½ gr. |
(Nijmegen) Johan van Olman 9 voder 4 sc. 7 gr. |
(Nijmegen) Henric van Weelderen 7 voder 3 sc. 7 gr. |
Henric Coninck 2½ last goets 3 sc. 11 gr. |
Loeman van kesen und botter 1 sc. 10 gr. |
Herman Neckinc van botter und kesen 3 sc. 4 gr. |
des dinsdages nyet |
(Nijmegen) des wonsdages Rembolt van Lent 150 salts 6 sc. 10 gr. |
(Nijmegen) Zentken 22 voder 11 sc. |
(Nijmegen) Deric die Gruter 9 voder 4 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) Nyes Lelikaerts van wiin 10 gr. |
(Wael) Gerit van Vliterden 7 voder 15 sc. 10 gr. |
(Emmeric) des donredages Arnt Clover 150 salts und van kesen 2 sc. 3 gr. |
Deric van Gelint 3 last goets 4 sc. |
Johan Hoemborch 2½ last goets 3 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) Arnt Arnts soen van botter und kesen 3 sc. 3 gr. |
des vridages Hans van Moelhem van kesen 1 sc. 2 gr. |
| |
| |
(Nijmegen) Peter Collart 12½ voder 6 sc. |
(Nijmegen) Smelinck 9 voder 4 sc. 4 gr. |
(Wael) Deric Monick 3½ voder 8 sc. 12 gr. |
(Wael) des saterdages Peter Vernoeycken 9 voder 20 sc. 6 gr. |
| |
fol. 19v
(Nijmegen) Peter opte Kelre 5½ voder 2 sc. 9 gr. |
(Arnem) Jacop Michiel 16 voder 36 sc. |
(Nijmegen) Gerit Coenraetssoen 2 last goets 1 sc. 7½ gr. |
|
Summa huius septimane 182 sc. 8 gr. |
| |
fol. 20r
(Arnem) des sonnendages in festo Clementis Reynken van Nyel van wiin und kannen 6 sc. 7 gr. |
(Nijmegen) Jacop Scriver 3½ last goets 3 sc. 3 gr. |
(Wael) Gerritken van Oy van wiin 5½ gr. |
(Wael) Johan van den Riin 8 voder 18 sc. |
des manendages Reyner Dorendick van wiin und leyen 5 sc. 6 gr. |
Henric Visscher van vissch und herinc 11 gr. |
(Nijmegen) Johan Bued van salt 11 gr. |
(Wael) Gerit van Wel 12 voder 26 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Jorden Boy 7 voder 3 sc. 5½ gr. |
(Arnem) Tijs Heidkenssoen van wiin 7 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Johan Bod 7 voder 3 sc. 6½ gr. |
Deric van Moers 4 last goets 5 sc. 10 gr. |
Henric van Wunterswick 6 last goets 8 sc. |
(Nijmegen) des dinsdages Coenraet van Vonden 9½ voder 4 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Gadert Sproinck van calen 5½ gr. |
des wonsdages Tyts Heidkenssoen van vissch 1 sc. |
(Wael) Deric Berick 13 voder 30 sc. |
(Nijmegen) Lubbert van der A 18 voder 8 sc. 8 gr. |
(Doesburg) Henric Noellinc 6½ voder 3 sc. |
(Nijmegen) Johan van Keerberch 9½ voder 4 sc. |
(Doesburg) Herman Coenraetssoen van calen 4 gr. |
(Doesburg) Henric Noellinc 3½ voder 1 sc. 9½ gr. |
(Nijmegen) des donredages Herman Wynter van salt 1 sc. 3 gr. |
Johan Snepart van weyt 4 gr. |
(Wael) des vridages Johan inde Gayom 7½ voder 17 sc. 2½ gr. |
(Arnem) des saterdages Lambert van Vliterden 8 voder 19 sc. |
| |
| |
Summa huius septimane 180 sc. 12 gr. |
| |
fol. 20v
des sonnendages in festo Andree Herman Elberts soen van wiin 3 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) Gerit van Meel 14 voder 7 sc. |
(Nijmegen) Rutger van Dorsten 14 voder 7 sc. |
(Nijmegen) Herbert Luess 9 voder 4 sc. 6 gr. |
(Arnem) Johan Moelman 12 voder 28 sc. |
Peter Haessenaer van smick 8 gr. |
(Arnem) Henric Helman 21 voder 48 sc. |
(Rijn) des manendages Evert van Nyenhove van wiin 7 sc. 5 gr. |
Peter ingeen Muel 5 voder 15 sc. |
(Nijmegen) Riquin Dericxsoen 12½ voder 6 sc. |
des dinsdages Symon Gerits soen 1½ last herincx 2 sc. 2 gr. |
Johan Jorys van vissch 1 sc. 2½ gr. |
(Nijmegen) des wonsdages Henric van Olman 10 voder 5 sc. |
(Nijmegen) Roelof Bruen 6 voder 3 sc. |
(Rijn) Gerit van Ewick van wiin 6 sc. 10 gr. |
(Doesburg) Rolof Schout 8 voder 4 sc. |
(Rijn) Johan Bruens soen van wiin 4 sc. 3 gr. |
(Arnem) Frederic Heymeric 5 voder 11 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) des donredages Daem van Hoef 14 voder 11 sc. 10 gr. |
(Nijmegen) Deric die Ryck 7½ voder 3 sc. 10 gr. |
(Nijmegen) Roelof Scruvel 7 voder 3 sc. 6 gr. |
(Rijn) Coencken Bossch 3½ voder 10 gr. |
(Rijn) Everdiin van wiin und kannen 9 sc. 10½ gr. |
(Emmeric) Herman Cael 3 voder 1 sc. 6 gr. |
(Wael) des vridages Noud van Cleve 4½ voder 11 sc. 3 gr. |
des saterdages Johan van Roekel van herinc 1 sc. |
|
Summa 211 sc. 7½ gr. |
|
Summa mensis noni 653 sc. 9 gr. |
| |
fol. 21r
(Nijmegen) des sonnendages in profesto Concepcionis Virginis Gloriose Wicken Moelman 16 voder 7 sc. 11 gr. |
(Nijmegen) Henric van Doennen 11 voder 5 sc. 2 gr. |
(Nijmegen) Johan van Goch 17 voder 8 sc. 3 gr. |
| |
| |
(Nijmegen) Johan van der Wonyngen 5 voder 2 sc. 5 gr. |
(Rijn) Johan Reynerssoen 9 voder 26 sc. 10 gr. |
(Arnem) Henric Helman 17 voder 38 sc. 3 gr. |
(Rijn) des manendages Deric die Gruter 3½ voder 10 sc. 5½ gr. |
(Nijmegen) Marcelis Johanssoen 11 voder 5 sc. 5½ gr. |
(Rijn) Heynken ingeen Muel 7 voder 21 sc. |
(Arnem) des dinsdages Huge van Cappellen 10½ voder 24 sc. 9½ gr. |
Arnt van der Lawick van herinc 1 sc. 10 gr. |
(Arnem) Henneken aver den Wech 7 voder 16 sc. 6 gr. |
(Rijn) Deric van Ryswick 8½ voder 11 sc. |
(Wael) Gerit van Huest 4½ voder Utrecht und 2 Nymegen 12 sc. |
(Rijn) des wonsdages Evert Bogel 6 voder 17 sc. 10 gr. |
(Rijn) Gerit van Doeveren van wiin und noeten 9 sc. |
(Nijmegen) des donredages Gerit Bonart 12½ voder 6 sc. |
(Nijmegen) Smelinck 12½ voder 6 sc. |
(Nijmegen) Wynnick 11 voder 5 sc. 3 gr. |
(Emmeric) Evert Loef 9 voder 4 sc. 8 gr. |
(Rijn) Rutger Dierken 8 voder 39 sc. |
(Arnem) des vridages Johan Bogel 20 voder 45 sc. |
Johan Brugman van wiin und garenscheien 6 sc. 10 gr. |
(Nijmegen) Johan van Huessen 9½ voder 4 sc. 8 gr. |
(Nijmegen) Lothom 11 voder 5 sc. 3 gr. |
(Wael) Johan Tybus 16 voder 36 sc. 10 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Deric Kint 6½ voder 3 sc. 3 gr. |
| |
fol. 21v
(Nijmegen) Deric Kuess 10½ voder 5 sc. 8 gr. |
(Arnem) Gaetslack van Stamen 10 voder 23 sc. 6 gr. |
(Arnem) Johan Sayiart 6 voder 14 sc. |
|
Summa huius septimane 452 sc. 4½ gr. |
| |
fol. 22r
des sonnendages post Lucie Henric Kempinck van malvizien 12 gr. |
Peter Alofs soen van herinc buckinc und brasum 2 sc. 5 gr. |
des manendages Johan ten Wal 2 last herincx 1 last vissch 3 sc. 8 gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Johan die Gruter 9½ voder van boerd und yseren 4 sc. 8 gr. |
(Arnem) Henric Helman 14½ voder 33 sc. |
(Arnem) des wonsdages Johan Bued 1½ voder Utrecht 2 voder
|
| |
| |
Nymegen 4 sc. 7 gr. |
(Nijmegen) Arnt Clover 9½ voder 4 sc. 7 gr. |
(Rijn) des donredages Peter Saiyart 5½ voder 16 sc. 5 gr. |
(Nijmegen) Herman van Wel 10½ voder 5 sc. 1½ gr. |
(Nijmegen) Coenraet van Vonden 7 voder 3 sc. 9 gr. |
des vridages Tys Heidkenssoen 2½ voder 6 sc. 10 gr. |
des saterdages nyet |
|
Summa huius septimane 85 sc. 5 gr. |
| |
fol. 22v
des sonnendages in festo Sancti Thome nyet |
des manendages nyet |
des dinsdages nyet |
des wonsdages nyet |
des donredages opten heyligen Kirstdach nyet |
des vridages nyet |
des saterdages nyet |
| |
fol. 23r
des sonnendages op Alrekinderdach nyet |
(Nijmegen) des manendages Arnt die Roed van wiin und pack 1 sc. |
des dinsdages nyet |
des wonsdages nyet |
(Arnem) des donredages Heymeric Lamberts soen 5½ voder vreemd 8 Nymegen 17 sc. |
(Nijmegen) Coenraet van Vonden 12 voder 6 sc. |
(Wael) des vridages Deric Doennewalt 6½ voder 14 sc. 6 gr. |
(Wael) Henneken Vreet Alofs soen 5½ voder 13 sc. 3 gr. |
(Emmeric) Herman Vos 8 voder 4 sc. |
(Rijn) Henric Helman 12 voder 34 sc. 6 gr. |
(Rijn) des saterdages Gerit van der Craenley 12 voder 34 sc. 10 gr. |
(Emmeric) Johan Visscher 3 last herincx 2 sc. 9 gr. |
(Rijn) Willem van Elveric 13½ voder 40 sc. 6 gr. |
(Rijn) Johan Amelonck 12 voder 35 sc. 6 gr. |
Heyn Bond 1 last herincx 4 last vissch 5 sc. 3 gr. |
|
Summa huius septimane 208 sc. 9½ gr. |
|
Summa mensis decimi 746 sc. 4½ gr. |
| |
| |
| |
fol. 23v
(Rijn) des sonnendages post Circumcisionem Domini Johan Krudener 10½ voder 31 sc. |
Reynken Claeck van 4 last goets 5 sc. 3 gr. |
(Rijn) Deric Scheynck 16 voder 46 sc. 12 gr. |
(Rijn) Deric Claes van wiin und leyen 6 sc. |
(Nijmegen) Wicken Moelman 14 voder 7 sc. |
(Nijmegen) Zendken 7 voder 3 sc. 5½ gr. |
(Emmeric) Arnt Heymeric 25 voder 11 sc. 6 gr.
des manendages Gerit van Vliterden 2 last und van salt 4 sc. 6 gr. |
Alof van Burich 1½ last herincx ½ last buckincx 2 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Henric Weyman 10½ voder 5 sc. 2 gr. |
(Rijn) Henric Genser 12½ voder 36 sc. 5 gr. |
(Nijmegen) Maeshese van wiin und bernholt 1 sc. 1½ gr. |
(Rijn) des dinsdages Bromert 16 voder 47 sc. |
(Rijn) Deric Loerrenweert 14 voder 40 sc. 2 gr. |
Hensken van Sybergen van kannen 2 sc. 2 gr. |
Cornelis van kannen 5½ gr. |
(Rijn) Heynken Vaetbinder 11 voder 33 sc. 8 gr. |
(Arnem) Johan Bucelman 7½ voder 17 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) des wonsdages Willem van den Dick van wiin 7 gr. |
(Nijmegen) des donredages Rembolt van Lent 6½ verdel salts 6 sc. 9 gr.
des vridages Gerit van den Ham van steencalen 9½ gr.
des saterdages Henneken aver den Wech 7 last herincx 9 sc. 3 gr. |
Lambert van Vliterden 6 last herincx 8 sc. 2½ gr. |
Johan van Hoemborch van wiin und edic 2 sc. |
Bruen van Wanem van wiin und boerd 4 sc. 2 gr. |
(Nijmegen) Deric Gelenhouwer van bernholt 4 gr. |
|
Summa huius septimane 332 sc. 10 gr. |
| |
fol. 24r
(Nijmegen) des sonnendages post Epyphaniam Domini Alof van Wesel 3 last herincx 2 sc. 10 gr. |
Stephen Sleddinck van wiin 3 sc. 2½ gr. |
(Rijn) Willem Henricxsoen 3 voder 9 sc. 7½ gr. |
(Nijmegen) Gerit van Huest 5½ last herincx 5 sc. 1 gr. |
(Nijmegen) des manendages Deric die Gruter 11½ voder 5 sc. 5 gr. |
| |
| |
(Nijmegen) Evert van Stadem 10 voder 4 sc. 8 gr. |
Peter Alofssoen van pack 1 sc. 5 gr. |
(Rijn) Tidkiel 13½ Utrecht und 7½ voder Emmericx 42 sc. 5½ gr. |
(Rijn) Lambert van Orsoy 14½ voder 41 sc. |
(Rijn) Deric Berck 13 voder 37 sc. 5 gr. |
(Rijn) des dinsdages Willem van Doennen 2½ voder 7 sc. 6½ gr. |
(Nijmegen) Johan Geritssoen van speck und herinc 8 gr. |
(Nijmegen) Henric Coutter van wiin und kannen 1 sc. 2½ gr. |
(Nijmegen) des wonsdages Herman Wunter 7½ voder 3 sc. 5½ gr. |
(Nijmegen) Johan die Gruter 20½ voder 9 sc. 10 gr. |
(Rijn) Herbert ten Weerd 6½ voder 19 sc. |
Witte Willem van 6 molensteen vreemd und 1 voder Emmericx 6 sc. 5½ gr. |
Herman Voest van herinc 1 sc. 5 gr.
des donredages Goessen van Roekel ½ last vissch 5 gr. |
(Arnem) des vridages Deric Monnick van wiin und garenscheren 5 sc. 11 gr.
des saterdages Gadert Matyssoen 2½ last herincx 3 sc. 5 gr. |
Henric Kempinck 1 last herincx 1 sc. 6 gr. |
Johan Heidkenssoen 1½ last vissch und 1 last herincx 3 sc. |
Meyndken Posch van herinc 12 gr. |
(Doesburg) Cleric van Doesborch 9 voder 4 sc. 4 gr. |
|
Summa huius septimane 221 sc. ½ gr. |
| |
fol. 24v
(Doesburg) des sonnendages Prisce Virginis Heyn Bond 6½ voder 3 sc.
des manendages nyet
des dinsdages nyet
des wonsdages nyet
des donredages nyet
des vridages nyet
des saterdages nyet |
|
Summa huius septimane 3 sc. |
| |
fol. 25r
des sonnendages in festo sancti Pauli nyet |
| |
| |
des manendages nyet |
des dinsdages nyet |
(Nijmegen) des wonsdages Wynnick 12½ voder 6 sc. 2 gr. |
(Nijmegen) Henneken Boetzeel 9 voder 4 sc. |
Arnt Clover 5½ last herincx vreemd 2 last Emmericx 9 sc. 3 gr. |
(Rijn) Herman in der Scholen 5 voder 14 sc. 8 gr. |
(Nijmegen) des donredages Jacop Michiel 9 voder 4 sc. 5 gr. |
(Nijmegen) Herman van Bemmel 10 voder 5 sc. |
(Nijmegen) des vridages Jacop Cnop 7 voder Nymegen und van pack 4 sc. |
(Nijmegen) Gadert van Bonyngen van weyt 2½ gr.
des saterdages nyet |
|
Summa huius septimane 47 sc. 7 gr. |
|
Summa mensis undecimi 604 sc. 4 gr. |
| |
fol 25r
des sonnendages in profesto Purificationis nyet |
des manendages nyet |
des dinsdages nyet |
des wonsdages Bertken van Tyts van herinc 18 gr. |
(Nijmegen) des donredages Groet Arnt van herinc 2½ gr. |
Henric Dolip ½ last Emmericx 2 last vreemds herincx 3 sc. 3 gr. |
Roelof Brentys van herinc 1 sc. 7½ gr. |
(Nijmegen) des vridages Alart Johanssoen 1 last herincx 9½ sc. |
(Nijmegen) Geritken van Oy van herinc 8 gr.
des saterdages Willem van den Dick van herinc 3 sc. 2½ gr. |
|
Summa huius septimane 10 sc. 6 gr. |
| |
fol. 26r
(Nijmegen) des sonnendages post Agate Virginis Willem |
Heidkenssoen 2 last herincx 1 sc. 8 gr. |
Gheerloch Gom van weyt 8 gr. |
(Nijmegen) des manendages Bernt van Medel 9 voder 4 sc. 5 gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Reynken van Nyel 3 last herincx 2 sc. 8 gr. |
(Nijmegen) Maeshees van herinc 10½ gr. |
Deric Berss 6 last herincx 8 sc.
des wonsdages Arnt van Loet 2 last herincx 3 last visch 6 sc. |
| |
| |
Johan Bucelman 2 last herincx 2 last vissch 4 sc. 5 gr. |
Johan Geritssoen van oly meed und botter 2 sc. 4 gr. |
Herbert van Weerd van herinc 1 sc. 5 gr. |
Deric Doennewalt 7 last herincx 9 sc. 3 gr. |
(Emmeric) des donredages Johan Backman 2½ last herincx 2 sc. |
Hugo van der Marck van herinc 1 sc. |
Johan van den Riin 6 last Zutphen 7 last vreemds 19 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) Johan Bued van herinc 10½ gr. |
Johan die Gruter 5 last herincx 1½ verdel salts myn 3 last vreemds 9 sc. 10 gr.
des vridages Heyn Bond van vissch 1 sc. 1½ gr. |
Johan Jorys 2½ last vissch 2 sc. 7 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Herman Goegesel 6½ voder 2 sc. 12 gr. |
(Nijmegen) Peter Collart 32½ voder 15 sc. 2½ gr. |
(Rijn) Deric Kint 10½ voder 30 sc. |
|
Summa huius septimane 125 sc. 9½ gr. |
| |
fol. 26v
des sonnendages in profesto Juliane Virginis Herman van Wederick van weyt und velgen 7 gr. |
(Nijmegen) des manendages Wicken Moelman 27½ voder 8 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Henric van Doennen 16½ voder 8 sc. |
(Rijn) Peter Haessenaer 4½ voder 13 sc. 8 gr. |
(Nijmegen) Marcelis Johanssoen 11½ voder 5 sc. 5 gr. |
(Nijmegen) Wolter Boed 11 voder 5 sc. 3 gr. |
(Rijn) des dinsdages Willem van Moers 3 voder 9 sc. |
(Rijn) des wonsdages Deric van Vonden 3 voder 9 sc. 4 gr. |
(Rijn) Peter Alofssoen 9 voder 26 sc. |
(Rijn) Deric Tybus 12½ voder 37 sc. |
(Rijn) Abel ingeen Gayom 7 voder 21 sc. |
(Nijmegen) des donredages Willem van Doennen 31½ voder 15 sc. |
(Nijmegen) Peter Hoddelken 16 voder 7 sc. 6 gr.
des vridages Johan van der Camp 2½ last herincx 3 sc. 5½ gr. |
Johan van Doennen van weyt 9 gr.
des saterdages Henric van Winterswick van wiin 6 sc. 7 gr. |
| |
| |
Summa huius septimane 181 sc. 3½ gr. |
| |
fol. 27r
(Rijn) des sonnendages Vincula Petri Willem Claeck 11½ voder 34 sc. 10 gr. |
(Nijmegen) Rutger van Dorsten 30 voder 13 sc. 7 gr. |
(Bomel) Roelof Brentys 4 voder 1 sc. 12 gr. |
(Nijmegen) Stephen Riinacker 5 voder 2 sc. 3 gr. |
(Rijn) Gerit van Wel 28 voder 81 sc. |
(Emmeric) Gheen van den Leygraef van weyt 10 gr. |
(Rijn) des manendages Johan van Moers 3½ voder 10 sc. 3 gr. |
(Rijn) Evert Mor 4 voder 11 sc. 12 gr. |
Arnt van der Lawick van grunen herinc und brasum 4 gr. |
Deric Saelken van gesalten brasum 4 gr. |
(Rijn) des dinsdages Arnt Clover 8½ voder 27 sc. 3 gr.
des wonsdages Craenley van herinc 2 sc. 5½ gr. |
(Wael) Gerit van Vliterden 3 voder und van pack 9 sc. 10 gr.
des donredages Tys Heidkenssoen van visch 2 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Stephen Bokelweerd van herinc 8 gr. |
Heymeric Lambertssoen 2½ last herincx Nymeegs 4 last Zutphens 8 sc. 7½ gr.
des vridages Beldken Bockeman van herinc 4 sc. |
Johan Visscher van herinc 1 sc. |
Johan die Ryck 9½ last vissch 8 sc. 6 gr. |
(Zutphen) Gerit Bueck 5½ voder 15 sc. 7 gr. |
Gabel Cluet van garenscheien 12 gr. |
(Emmeric) Backman 2½ last vissch 2 sc. 1½ gr. |
(Nijmegen) Roelof Bruen 9 voder 4 sc. 4 gr. |
(Nijmegen) Peter opten Kelre 7 voder 3 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Andries Wermoes 29 voder 13 sc. 8 gr. |
(Nijmegen) Gerit van den Ham van herinc und wagenschot 4 sc. |
Henric Coutter van herinc und vissch 1 sc. 8 gr. |
Philips Jacopssoen van herinc 10 gr. |
|
Summa huius septimane 267 sc. 10 gr. |
|
Summa mensis duodecimi 585 sc. ½ gr. |
| |
fol. 27v
des sonnendages post festum Mathie Johan van der Wonyn- |
| |
| |
gen 2 last herincx 2 sc. 12 gr. |
(Nijmegen) Moercken van brasum und spirinck 11 gr. |
(Nijmegen) Heerdinck van herinc und haveren 1 sc. 2½ gr. |
(Nijmegen) des manendages Johan Geritssoen van herinc und woll 3 sc. 5 gr. |
(Nijmegen) Johan aver den Wech 9 voder 4 sc. 3 gr. |
Herman Loedewichssoen 3 last vissch 2 sc. 9 gr.
des dinsdages Henric Bucelman van herinc 10 gr. |
(Nijmegen) des wonsdages Johan Weellinck 8 voder 4 sc. 1 gr.
des donredages Johan van Hoemborch 4½ last herincx 6 sc. |
Johan van Wal 3 last herincx 4 sc. 6½ gr. |
Johan Coutter van herinc 10 gr. |
(Nijmegen) Henric van Ewick van herinc 10 gr.
des vridages Deric van der Marck 2 last herincx 3 sc. |
Arnt van der Lawick van scollen 1 sc. |
Beynnom Bers 1 last vissch 2½ last herincx 4 sc. 5½ gr. |
Johan Crudener 3½ last herincx 4 sc. 7 gr. |
Gerit van den Riin van herinc und vissch 1 sc.
des saterdages Peter Bertoltssoen van spirinck 10 gr. |
Deric Hoeff van spirinck 2 sc. 7½ gr. |
(Rijn) Lambert van Vliterden 7 voder und van yseren 21 sc. 5½ gr. |
(Nijmegen) Geritken van Oy van wiin und kannen 5½ gr. |
Johan van Roekel 2½ last vissch 2 sc. 5½ gr. |
|
Summa huius septimane 73 sc. 5 gr. |
| |
fol. 28r
Summa totalis van allen opboren van den toll und van den geeld dat Deric Dericxsoen mynen genedigen here schuldich bleef in sinre lester rekeningen 5037 sc. 4 old gr.
| |
fol. 28v
Item soe heeft Deric ontvangen van den coern dat ongedorscht bleeft --- als 8 malder weyts ad 53 gr. valent 9 guldens 28 gr. gelresch.
Item 3½ malder haveren ad 28 gr. valent 2 gulden 10 gr.
Item van Arnt die Beyer van een stucxken lants van tween jaren 3 guldens
Summa 14 guldens 38 gr. valent 6 sc. 38 gr. gelresch.
| |
| |
| |
fol. 29r
Summa totalis van allen opboren als van den toll toe Loebede van des sonnendages opten heyligen Paesdach tent des sonnendages Invocavit dat waren 49 wecken. Ende van den geld dat Deric Dericxsoen mynen genedigen heren schuldich bleef in siinre lester rekeningen und van den coern opter hoven dat iaer ongedorsscht bleef simul 5043 sc. 68 gr. gelresch.
| |
fol. 40r
Uytgegeven Dericx Dericxsoen van der toll toe Loebede aengaend in den jaer van viertienhondert und vier
des sonnendages op den heiligen Paestdach dat was die leste dach behalven een in die meert
Item om een bedde op myns genedigen heren camer mit eenre zaertsen tsamen 20 guldens
Item om 62 ellen linnendoeckx slapellaken af toe maken ad 8 gr. valent 11 guldens 23 gr.
Item noch tot Elten primo om 64½ ellen linendoeckx ad 5½ gr. valent 8 guldens 10 gr. 3 braspenninck
Item noch om 28 ellen ad 7 gr. minus 1 braspenninck valent 4 guldens 17 gr.
Item om 12 sitkussen costen simul 5 guldens 12 gr.
Summa istius lateris 49 guldens 18 gr. braspenninck valent 21 sc. 18 gr. gelresch 3 braspenninck
| |
fol 40v
Item gegeven toffergeld tegen die hoechtyt van Pincxsten primo den monick van Cleve 2 guldens 14 gr.
Item den barbier van Eymeric 2 guldens 14 gr.
Item gegeven den tolner besyerre und scriver unde den gesind toffergeld simul 23 guldens 14 gr.
Item gegeven den tolner besieres scriver und den gesind om laken toe soemercleding 82 nye guldens
Summa simul lateris 109 guldens 52 gr. valent 47 sc. 10 gr. geldersch.
| |
fol 41r
Item des vridages nae Pincxsten quamen myns lieven heren vriend toe Loebede ten iersten eten als die rentmeister Johan Mynsschart Gerit van Machgeren Stephen Gruter und die
| |
| |
rychter van Huessen und bleven daer tent des saterdages dat daer geten was mit 13 perd. Ende hadden primo om salm 2 guldens 11 gr. om twee keerp 26 gr. om 100 herincx 21 gr. om 12 maten botteren 24 gr. om eyer 15 gr. om schollen 12 gr. om roggenbroet 13 gr. om schoenbroet 12 gr. om 1 vat hoppen 34 gr. om 50 quarten wyns ad 4 gr. valent 4 gulden 28 gr. om keerssen 4 gr. om 7 scepel haveren ad 22 gr. valent 38½ guldens. Om 9 perd toernvoeder 1 nacht ad 2 gr. valent 18 gr.
Bernt den veer van dat hy myns heren vriend avervoerde gegeven 20 gr.
gegeven den gesind opten tolhuus toe drinckgeld 3 guldens
Summa valent simul 15 guldens 12½ gr.
Item noch des wonsdages in profesto Sacramenti quamen opten tolhuus die here van Oy, die rentmeister Reynolt van Aeswiin Johan Mynsschart et cetera, ten iersten eten ende bleven tent in der nacht. Ende hadden primo rintvleissch und beerzwel 2 guldens. Om verkenvleisch speck und sult 2 guldens om 16 hoenre 1 gulden om 4 maten botteren 8 gr. om pondGa naar voetnoota 7½ gr. om scollen und eyer 2 gr. om 1 scepel roggen 13 gr. om schoenbroet 12 gr. om 68 quarten soe opten weert und meed in schep genamenGa naar voetnoot1 ad 4 gr. valent 6 guldens 14 gr. om 1 vat hoppen 34 gr. om ½ malder haveren 11 gr.
Item Bernt den veer gegeven van dat hy myns heren vriend voerd 12 gr.
Item gegeven Stephen Coes van dat hi den rentmeister voerd und die van Aerd und Herwen doe si Johan Butken haelden gegeven 2 guldens
Summa simul 15 guldens 25½ gr.
Summa simul istius lateris 30 guldens 38 gr. valent 13 sc. 22 gr.
| |
fol 41v
Item gegeven enen decker die den toern und waechuess mit leem deckten 4 dage ad 9 gr. valent 36 gr.
Item gegeven tween knechten die dat leem bounden und op- | |
| |
drogen ellic 4 dage ad 5 gr. valent 40 gr.
Item van der cost van der weckeren und knechten simul 12 dage ad 6 gr. valet 1 gulden 29 gr.
Summa 3 guldens 19 gr.
Item gegeven Deric Baers van 5 dage toe tunen ad 4 gr. valent 20 gr.
Item Bruen gegeven van 5 dagen toe tunen ad 4 gr. valent 20 gr.
Item Rutger Gelissoen 5 dage toe tunen ad 4 gr. valent 20 gr.
Item van vieftien dagen meynns heren cost ad 6 gr. valent 2 guldens 4 gr.
Summa 3 guldens 21 gr.
Gegeven Deric Baers und Beenken van enen dagen rijss toe halen ellic 4 gr. valent 8 gr.
Item van der cost 12 gr.
Summa 20 gr.
Summa istius lateris 7 gulden 16 gr. valent 3 sc. 16 gr.
| |
fol. 42r
Van den hoefd toe hoegen
Item om een hondert pael holts totten hoefd cost 1 gulden
Item om rijs tween cleyn vymmen ad 2 guldens valent 4 guldens
Item gegeven Stephen Santacker van 3 vymmen und ½ rys toe sniden ad 24 gr. valent 1 gulden 32 gr.
Item gegeven Beenken van dat hi aen den hoefd arbeiden 5 dage op siins selves costsGa naar voetnoot1 ad 9 gr. valent 1 gulden 2 gr.
Item Deric Baers 5 dage expensis propriis ad 9 gr. valent 1 gulden 2 gr.
Item Riquin Santacker van 4 dagen ad 9 gr. valent 36 gr.
Item Johan van Brusel 5 dage ad 9 gr. valent 1 gulden 2 gr.
Item Johan van der Riin 3 dage ad 9 gr. valent 27 gr.
| |
| |
Summa simul van den hoefd 11 gulden 15 gr.
Item gegeven om een ruun die aen den hoefd toe trecken pleget 18 guldens
Summa per se
Summa simul istius lateris 29 guldens 15 gr. valent 12 sc. 59 gr.
| |
fol. 42v
Item soe siin geweest opten tolhuus als van beveel van myns genedigen heren raed vyf man mit oerren harnas van des wonsdages nae belaken Paesschen tent tot festum Sancti Petri et Pauli Apostolorum dat syn 11 wecken und 4 dage op myns heren cost des dages den man ad 7 gr. valent 65 guldens 40 gr.
Item gegeven den selven vyf mannen doe sy van den tolhuus toe Nymegen voerren ellic twee rynse guldens valent 18 nye guldens
Summa simul istius lateris 83 guldens 40 gr. valent 35 sc. 96 gr.
| |
fol. 43r
Dit is van den put unde van vleissch kelre toe decken mit boerd und leyen
Item gegeven primo om boerd und leyen 15 guldens 38 gr.
Item om 13 sparren ad 7 gr. valent 2 guldens 5 gr.
Item die sperren toe water toe voeren van EltenGa naar voetnoot1 costen 7 gr.
Item gegeven meister Goesen den leyendecker van 26 dagen toe decken van vier dagen enen gulden valent 6 guldens 21½ gr.
Item Peter Willemssoen siin knecht van 26 dage ad 5 gr. valent 3 gulden 1 gr.
Item om twee lb. sonduren die gaetten meede toe sondieren ad 6 gr. valent 12 gr.
Item om 26.000 leynagel ad 12 gr. valent 4 guldens 20 gr.
Item om 1500 tengnegel ad 2 gr. valent 30 gr.
Item soe is meister Goesen und siin knecht geweest in myns heren cost 37 dage ad 12 gr. valent 10 guldens 14 gr.
| |
| |
Summa simul van boerden leyen et cetera 43 guldens 16½ gr. valent 18 sc. 9½ gr.
| |
fol 43v
Item gegeven heren Georgien van beveel des rentmeisters 12 guldens
Item gegeven Gadert Mathyssoen und Goessen van Roekel van boerden die toe HattemGa naar voetnoot1 gescic worden 10 gulden
Item gegeven heren Jorrien van vier reyssen dat di hi tot mynen genedigen here gereden was tot Arnhem und toe Nymegen toe teergeld 8 guldens 40 gr.
Item soe heeft her Georgien een peert gehadt opten tolhuus 22 wecken die weck een malder haveren valent 22 malder ad 28 gr. valent 14 guldens
Item toe ruvoeder 3 guldens 19 gr.
Item soe is Georgien geweest in myns genedigen heren cost opten tolhuus eer hy besyerre wart 8 wecken ad 1½ gulden valent 12 guldens
Summa istius lateris 48 gulden 15 gr. valent 20 sc. 72 gr.
| |
fol 44r
Item den smit van Nymegen is men schuldich primo 300 lasnagel ad 14 gr. valent 42 gr.
Item 1200 doernagel ad 5 gr. valent 2 guldens 34 gr.
Item om een pyp aen enen byer trechter 8 gr.
Item om een yseren lamp te vermaken 4 gr.
Item om een paer valdgehenge 10 gr.
Item om enen drivoet toe vermaken 5 gr.
Item van enen yseren scotel totten avonden costen 25 gr.
Item van eenre bilen 8 gr.
Item van enen efger und een trecktang toe vermaken 5 gr.
Item noch om scerping 14 gr.
Summa simul 5 guldens 23 gr. valent 2 sc. 34 gr.Ga naar voetnoota
| |
folio 44v
Item des wonsdages in profesto Sancti Dionisii quam die
| |
| |
rentmeister Johan Mynschart und Stephen Gruter toe Loebede des middages und aten und droncken und reden nae eten toe Cleve und hadden toetsamen aen spisen wiin und bier 3 guldens
Summa simul 3 guldens valent 1 sc. 28 gr.
| |
fol 45r
Item gegeven Alof Hennensoen van beveel des rentmeisters als toe Hattem van 310 malder callicx ad 24 sc. valent 74 sc. 40 gr. gelresch, valent 173 guldens 24 gr.
Item gesant tot Hattem 200 boerd costen dat hondert 11 rynse guldens valent 22 rynse guldens valent 39 nye guldens 26 gr.
Item dese boerd costen te toll primo toe SoensGa naar voetnoot1 2 nye guldens. Item ½ gulden toe RoederoerdGa naar voetnoot2, item toe BudericGa naar voetnoot3 2 guldens 16 gr.
Item gegeven enen knecht die reet van Loebede tot Keyserweerd om den kallic vurscreven und voert toe Coelen um die die boerd had, verteert simul 6 guldens 3 gr.
Summa 224 guldens 3 gr. valent 96 sc. 3 gr.
| |
fol 45v
Item noch aen den hoefd om 5 eycken pael van Wesel costen 6 gulden
Item om een heid daer men die pael meed in heidken van Nymegen aen den tolhuus toe vueren und een peert dat se optoech costen simul 1 gulden 37½ gr.
Item meister Johan die tymmerman van Nymegen die die pael vurscreven in heiden und een valbrugen maeckt aen den toern 14½ dach ad 11 gr. valent 3 guldens 27½ gr.
Item soe is meister Johan geweest in myns heren costs 17 dage ad 6 gr. valent 2 guldens 14 gr.
Item om holter totter bruggen gecoft tot Elten costen simul 4 guldens 22 gr.
Item gegeven een holtsnider van toe sniden die holter totten bruggen simul 14 gr.
Item noch om een tou totter heyen costen 1 gulden 28 gr.
Item gegeven Deric Bongart van tween dagen dat hi aen den hoefd arbeiden op siins selves cost 16 gr.
| |
| |
Item Johan van Brusel gegeven van tween dagen ad 8 gr. valent 16 gr.
Item Johan van der Riin van tween dagen gegeven 16 gr.
Summa simul 21 guldens 15 gr. valent 9 sc. 15 gr.
| |
fol 46r
Item van den ryssen die tot Aernhem gevoert werden in mijns lieven heren hof. Gegeven Stephen Sandacker van 4½ vym rys toe sniden ad 24 gr. valent 2 guldens 20 gr.
Item gegeven Deric Baers van 4 dagen die mitten ryssen voer om te laden unde ontladen ad 8 gr. valent 32 gr.
Item Johan van Riin gegeven van 4 dagen ad 8 gr. valent 32 gr.
Item Johan van Brusel van 4 dagen ad 8 gr. valent 32 gr.
Item Riqwiin Stephens soen van 4 dagen gegeven 32 gr.
Item Wychman van sinen scheep und Mechtelt Bertelts van tween reysen die vurscreven ryss meede toe vueren gegeven 1 gulden
Summa simul 6 guldens 16 gr. valent 2 sc. 72 gr.
| |
fol 46v
Item gegeven den veren van Griethuessen post Omnium Sanctorum van dat si myns heren vriend avervoerden toe Griethuessen 2 guldens 20 gr.
Item gegeven Mechtelt Bertels unde Wychman van dat si mijns heren vriend avervoerden toe Griethuessen 22 gr.
Summa simul 2 guldens 42 gr. valent 1 sc. 26 gr.
| |
fol 47r
Item gegeven om wintercledingen den tolner besiere scriver unde den gesind simul 115 guldens 30 gr. gelresch.
Summa simul 115 guldens 30 gr. valent 49 sc. 58 gr.
| |
fol 47v
Item gesant toe CasterenGa naar voetnoot1 des manendages nae onser liever Vrouwen dach Purificationis bi Gedduden 3000 pricken costen
| |
| |
daer toe voeren ende mitten cop simul 54 gelresche guldens.
Item gegeven Gedduden die die vurscreven pricken coft gegeven toe loen und cost 3 guldens 22 gr.
Item daer is geweest Henric van Meerten ende des heren knecht van Blanckenhem und Johannes Sondersorch en hebben gehadt 3 malder haveren ad 28 gr. valent 1 gulden 40 gr.
Item gegeven den monicken van Cleve een ton herincx tegen die vasten die myss te doen pleecht opten tolhuus costen 6 guldens.
Item soe is Johan Meckinck geweest in myns heren cost opten tolhuus om te boeren dat gelt van mynnen joncker van Borkel 10 wecken ad 1½ gulden valent 15 guldens
Item gegeven een knecht van dorsschen 1 gulden 8 gr.
Summa istius lateris 81 guldens 26 gr. valent 34 sc. 98 gr.
| |
fol 48r
Item gegeven heren Gerit van Blanckenhem 60 old scild van manleen valent 140 guldens
Item van der cost opten tolhuus die Deric gedaen heeft van 49 wecken 282 sc. 68 gr. gelresch valent 659 guldens 24 gr.
Summa istius lateris 798 guldens 24 gr. valent 342 sc. 58 gelresch
| |
fol 48v
Item des manendages nae Invocavit quam die rentmeister Herman van Steenre tolner Johan die Gruter etcetera selve twintegen und bleven tent des wonsdages. En hadden aen vissch 4 guldens 3 gr.
Item aen broed simul 1 gulden 23 gr. |
Item een aem wiins 10 guldens |
Item om ½ vat hoppen 22 gulden |
Item om 4½ quarten olys ad 9 gr. valent 40½ gr. |
Item om 250 herincx 1 gulden 22 gr. |
Item om pond 10 gr. |
Item om ½ loet saffraens 6 gr. |
Item ½ lb. meels sukers 12 gr. |
Item om een verdel lb. wickers 11 gr. |
Item om 2½ lb. mandelen ad 6 gr. valent 15 gr. |
Item 2 lb. waskeersen 36 gr. |
Item 7 lb. ungelkeerssen ad 4 gr. valent 28 gr. |
| |
| |
Item gegeven den gesind toe drinckgeeld 3 guldens |
|
Summa 23 gulden 42½ gr. valent 10 sc. 26½ gr. |
| |
fol 49r
Item mynen lieven genedigen heren gesant als des dinsdages nae Quasimodo Geniti 94 sc. 46 gr. gelresch
Item gegeven Snelliken des donredages post Misericordiam Domini bi beveel myns genedigen heren 8 sc.
Item ter selver tyt gegeven den here van Heynsberch van beveel myns genedigen heren 100 nye guldens valent 42 sc. 88 gr. gelresch
Item noch gedaen mynen genedigen here des sonnendages Misericordia Domini 8 francken 6 peter 2 old scild valent 14 sc. 17 gr.
Item noch gedaen mijnen genedigen here in profesto Viti bi Hegman 25 nye guldens valent 10 sc. 74 gr.
Item gedaen mynnen genedigen here van henxsten toe Nymegen 127 nye guldens valent 54 sc. 61 gr.
Item gesant bi Eerntken Puls mynen genedigen here 100 rynse guldens valent 76 sc. 96 gr.
Item gegeven Johan Meckinc als van beveel myns genedigen heren 200 nye guldens valent 85 sc. 74 gr.
Summa simul istius 387 sc. 40 gr. gelresch.
| |
fol 49v
Item Deric Dericxsoen heeft gerekent tegen Henric van Martijn als van wegen des rentmeisters van Paesschen tot onser liever Vrouwen dach Nativitas soe heeft die rentmeister geboert van Deric vurscreven nae inhalt der scedelen simul 886 sc. 60 gr. gelresch.
Item gesant den rentmeister des dinsdages post Exaltacionem Sancte Crucis bi Vedder simul 136 sc. 69 gr. gelresch
Item gesant den rentmeister bi Henric van Meertiin des saterdages nae sunte Gallendach simul 86 sc. 77½ gr.
Item gesant den rentmeister in profesto Symonis et Jude bi Henric van Meertiin simul 197 sc. 81 gr.
Item gesant den rentmeister in profesto Mathie bi Vedder simul 412 sc. 54 gr.
Item gesant den rentmeister des sonnendages Invocavit bi Vedder simul 144 sc. 96 gr.
| |
| |
Summa simul reddituarii 1996 sc. 23½ gr. gelresch
| |
fol 50r
Item Johan Meckinc heeft geboert van Deric Dericxsoen tolner tot behoeft des jonckeren Borckel en des rentmeisters van des sonnendages in die May tent des sonnendages toe Prisce Virginis tegader 2106 sc. 61 gr. gelresch
Summa per se
Summa totalis van allen uytgeven Dericx Dericxsoens 5212 sc. 76 gr. gelresch 1 braspenninck.
Omnibus compensatis van deze rekenynge blyfft mijn here Derich schuldich 168 alde scilde 101 gr. gelresch 1 braspenninck ende dese scilde syn gerekent ad 104 gr. hier aff sijn afgekort 100 scilde die Gerit ten Haige in sijnre voerrekenynge mynen heren gerekent heeft. Soe blyfft dan mijn here Derich sculdich 68 scilde 101 gr. 4 braspenninck gelresch.
Facta fuit ista computatio in GelreGa naar voetnoot1 anno Domini millesimo quadragesimo quinto in crastino Sancti Lamberti.
| |
| |
| |
Tolrekening van Lobith 1408/1409
fol 2r
Dyt is upboeren Wolters van der Elborch van den tolle tot Lobede van wegen des hogeboeren fursten des hertoghen van Gulich ende van Gelre, aengaende yn den jair van XIIII C ende acht up den heiligen Pinxdagh die was up den dirden dach in Junio ende uytgaende in den jare van XIIII C ende negen des sonnendages post Margharethe, die tijt beloept sich up een jaer ende 6 weken, men sal rekenen den scild vur 13½ alden groten.
(Wael) Up den heiligen Pinxtdach Henric Durant van 50 salts 5 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Poelken van bernholt 9 gr. |
(Roermond) Goessen Jans soen van gewande 1 sc. 1½ gr. |
Arnt van der Lawic van visch 3 gr. |
Reymbout Hienrichs soen 10 voder ende van weet 33 sc. 9 gr. |
(Embric) Herman Voss van wijn ende leyen 2 sc. 6 gr. |
(Embric) des manendages Seelken Gallen van boteren 3 gr. |
Aleff Hermanssoen van haveren 6 gr. |
Kerstken van Hunen 8 voder 24 sc. |
Plonys Hoemborch van salt 6 gr. |
des dinsdages nyet |
des godendages Arnt van der Lawic van boteren 4½ gr. |
Jan van Woerde van bier 3 gr. |
Gerit Menne van byer 11 gr. |
des donresdages Johan Cornelys van molensteen ende kannen 6 sc. |
(Nijmegen) Johan Buede van salt ende haveren 1 sc. 1½ gr. |
Claes Lambrechts soen van wijn 10½ gr. |
(Wael) Deric Gruter 9½ voder vreemds ende van weyt ende 4 voder Bomels 24 sc. |
(Doesburg) Daem van den Water 4 voder ende van leyen 2 sc. 3 gr. |
Gerit Steyn van wijn ende leyen 5 sc. |
Alefken van Wesel van rogge boter ende schollen 3 sc. |
Willem van Ubel van rogge 6 gr. |
Heyn Haen van kesen rogh ende schollen 1 sc. 12 gr. |
des vridages Doernyck 4 doerganck holts 11 sc. |
Claes Omloep van rogh 1 sc. 3 gr. |
des saterdages nyet |
| |
| |
Summa istius septimane 126 sc. 9 gr. |
| |
fol 2v
des sonnendages in octava Pentecostes Derick van Yshem van latten 9 gr. |
Herman van Wederich van rogh 4½ gr. |
Derich Doenwalt van salt 4 sc. 6 gr. |
des manendages Peter Snackert 6½ voder 18 sc. 12 gr. |
Japaert van schollen ende salt 2 sc. 9 gr. |
Heynrich van Wynterem van salt ende schollen 1 sc. 1½ gr. |
(Nijmegen) Gerit van den Hamme van kallic 1 sc. 6 gr. |
des dinsdages nyet |
(Doesburg) des godendages Heynrich Willems soen van rogh 10½ gr. |
(Nijmegen) Goessen Heynrichs soen 50 roggen 9 gr. |
des donredages nyet |
des vridages Herman -----Ga naar voetnoota van kallic 4 sc. 6 gr. |
Peter Byter van sarcksteen 10½ gr. |
des saterdages Gaert Wolterssoen van holt 6 gr. |
(Nijmegen) Franck die Roede van holt 6 gr. |
|
Summa istius septimane 37 sc. 1½ gr. |
| |
fol 3r
des sonnendages na Vitil nyet |
des manendages Jacob Mor van kallic 2 sc. 3 gr. |
Deric Wuest van steenkalen 4½ gr. |
Jan opten Kamp van steenkalen 2 sc. 3 gr. |
Buckync van schollen 4½ gr. |
(Nijmegen) Gerit van den Ham van mersseryen 7½ gr. |
des dinsdages Johan van Wuerde van byer 3 gr. |
des godendages Egbert Hagen van steenkalen 3 gr. |
(Nijmegen) des donresdages Gerit Koenraetssoen van rogh ende vellen 12 gr. |
Herman Kenter van rogh 3 gr. |
Heynrich Konynck van rogh ende salt 7 sc. 6 gr. |
(Doesburg) des vridages Klerck van Doesberch 9½ voder 4 sc. |
(Nijmegen) Willem Lambrechtssoen van salt ende haver 2 sc. 6 gr. |
| |
| |
Kalkerman van klompen ende bredenGa naar voetnoot1 4½ gr. |
des saterdages Johan Willems soen van rogh 3 gr. |
Cornelijs van kannen 1 sc. 6 gr. |
Coenraet van Vliterden van wijn 7 sc. |
Henken over den Wech van wijn pack ende garenscheidener 12 sc. |
|
Summa istius septimane 42 sc. 1½ gr. |
| |
fol 3v
(Nijmegen) des sonnendages ipso die Nativitatis Johannis |
Baptiste Jacop Michgelynck van salt ende haveren 3 sc. |
(Nijmegen) Franck die Roede van rogh 3 gr. |
(Goch) Henken Gerits soen van gewande 2 sc. 4½ gr. |
(Roermond) des manendages Gerit Koenraets soen van gewande 3 sc. |
Gerart van der Haert van elsenholt 2 sc. |
(Bomel) Peter Johans soen van holt 3 gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Johan Buede van wijn 12 gr. |
Rutger Neggynck 2½ doerganck holts 8 sc. |
Johan van Lutingen van rogh 4½ gr. |
(Nijmegen) Ludeken van Lent van wijn ende molensteen 5 sc. 3 gr. |
des godendages Peter Hasensoen 5½ verdel salts ende van rogh 21 sc. |
Lambrecht van Vliterden van steenkalen ende kannen 2 sc. 6 gr. |
(Wael) Mesmeker van Wesel 2½ doerganck holts 5 sc. 6 gr. |
Johan Noese van kannen 4 sc. 6 gr. |
Kalkerman van boteren ende schollen 1 sc. 3 gr. |
(Embric) Gedde Ude van boteren kesen ende schollen 2 sc. 3 gr. |
Eggert Hagen van boteren ende schollen 1 sc. 9 gr. |
(Embric) Gerit Boumeyster van rogh ende boteren 1 sc. |
(Nijmegen) Heymerich Lambrechtssoen 3½ verdel salts ende van haveren 4 sc. |
des donresdages Reynken van Lutyngen 5½ verdel salts 19 sc. |
(Embric) Herman Scheirffart van wijn ende leyen 1 sc. |
Swarte Heynken van boteren ende kese 3 sc. 9 gr. |
Derich Vuyste van kese ende boteren 2 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Claes Vyge 6½ voder 3 sc. |
| |
| |
des vridages Jacop Mor 5 last guets 6 sc. 9 gr. |
| |
fol 4r
(Embric) Thijs Roetert 2½ virdel salts 2 sc. 6 gr. |
Herbert Korff 5 last guets 7 sc. |
Alefken van Wesel van kese ende boteren 3 sc. 4½ gr. |
(Doesburg) Heynrich Willemssoen van rogge 4½ gr. |
(Doesburg) Deric Suerpeert van rogh 4½ gr. |
Goessen van Ruekel van kesen 4½ gr. |
Yngelken Heynrichssoen van boteren ende schollen 1 sc. 1½ gr. |
(Nijmegen) Gerit van den Ham van rogh ende byer 1 sc. 7½ gr. |
(Nijmegen) Bongart van boteren ende kesen 2 sc. 7½ gr. |
Gerit Posch 1 last vreemds ende 4½ last nymmichs 5 sc. 4½ gr. |
(Nijmegen) Goessen van den Ham 150 roggen ende van byer ende schollen 3 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Gaedken van Bonyngen van schollen hoymburger byer ende honych 1 sc. 1½ gr. |
Schelhaver 7½ last gueds 10 sc. 6 gr. |
des saterdages Heynrich van Wynterswick 7 last guets 10 sc. 6 gr. |
|
Summa istius septimane 154 sc. 3 gr. |
|
Prima summa mensis primi 360 sc. 1½ gr. |
| |
fol 4v
des sonnendages post Petri et Pauli Aleff Hermanssoen van 4½ veerdel kallix 3 sc. 9 gr. |
des manendages nyet |
(Doesburg) des dinsdages Herman Vrederijxsoen van rogh 6 gr. |
Plonys Hoymborch van kannen ende wijn 3 sc. 9 gr. |
Johan van den Walde van rogh 4½ gr. |
des godendages Johan van der Woert van byer 3 gr. |
des donresdages Arnt Klover 5 voder 15 sc. |
(Nijmegen) Jenken Gerits soen van kesen ende boteren 3 sc. |
(Nijmegen) des vridages Arnt Gerits soen van haveren 7½ gr. |
(Nijmegen) Gerit Koenraets soen van rogh boteren schollen 4 sc. 1½ gr. |
des saterdages Reynken Klack van kallic ende weet 6 sc. |
(Nijmegen) Andries Wermoess van garenscheidener 1 sc. 3 gr. |
| |
| |
Summa istius septimane 38 sc. 3 gr. |
| |
fol 5r
(Nijmegen) des sonnendages na onser Vrouwen dach Visitacio Agnese van der Lelyen van wijn 12 gr. |
(Nijmegen) Johan Hermans soen van steenkalen 3 gr. |
die selve van enen nyen scheepken ende van steenkalen 12 gr. |
des manendages Gerit van Huest van wijn ende garenscheidener 3 sc. |
(Wael) des dinsdages Johan Cornelyssoen van salt 5 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Johan die Gruter 9 voder vreemds ende 6 voder nymmichs 25 sc. |
des godendages nyet |
(Nijmegen) des donresdages Franck die Roede van steenkalen 4½ gr. |
(Doesburg) Heynrich Willems soen van rogh 3 gr. |
Heynken van Reess van rogh 3 gr. |
des vridages Herman Konynck 6½ doerganck holts 18 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Johan die Gruter van salt ende haveren 4 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Derich die Gruter van salt haveren ende balken 6 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Goessen Heynrichs soen van salt ende haveren 4 sc. |
des saterdages Claes Lambrechts soen van ½ last guets 6 gr. |
(Nijmegen) Willem Lambrechts soen van wijn molensteen ende kannen 2 sc. 6 gr. |
|
Summa istius septimane 81 sc. 3 gr. |
| |
fol 5v
des sonnendages post Margarete nyet |
des manendages Johan die Rike 13 voder 38 sc. |
Evert Johanssoen van steenkalen 1 sc. 9 gr. |
des dinsdages Derick Doenwalt 8 voder 23 sc. |
des godendages Herman Wuest 2½ doerganck holts 6 sc. 12 gr. |
Evert Mor van kallic 1 sc. 6 gr. |
(Doesburg) Willem van Ubel van rogh 6 gr. |
(Embric) Heynrich Galle van molensteen 7½ gr. |
Witte Willem van wijn ende dragen vaten 6 sc. |
(Nijmegen) Seelken van Houwenynge van wijn 9 gr. |
des donresdages Goessen van den Ham van packen 6 gr. |
des vridages Johan Schelhaver van steenkalen 1 sc. 1½ gr. |
Herman van Wederich van holt 2 sc. 6 gr. |
| |
| |
(Nijmegen) des saterdages Goessen Heynrichs soen van rogh 1 sc. 9 gr. |
|
Summa istius septimane 84 sc. 4½ gr. |
| |
fol 6r
des sonnendages up sunte Marien Magdalenendach Cornelys wijff van kannen 10½ gr. |
Johan Visscher van wijn 6 sc. |
Heynrich Konync van wijn ende packe 8 sc. |
des manendages Japert van kannen ende wijn 9 sc. 9 gr. |
(Wael) des dinsdages Gerit van Wel 5 voder vreemds ende van stenen 15 sc. 10½ gr. |
(Doysburg) des godendages Heynrich Willemssoen van rogh 1½ gr. |
Claes van Houthusen van enen bleeckvate 1½ gr. |
Johan Kenter van bresomen 3 gr. |
(Nijmegen) des donresdages Gerit Koenraetssoen van packen 1 sc. 4½ gr. |
(Goch) Jenken Gerits soen van packen 12 gr. |
des vridages Peter van Vliterden van kalen 1 sc. |
Heynken van Lutyngen van ½ last guets 6 gr. |
(Embric) des saterdages Arnt Klover van salt ende teerlinge 3 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Reynken van den Ham 2½ last ende wagenschot ende kese 2 sc. 4½ gr. |
|
Summa istius septimane 50 sc. 1½ gr. |
|
Secunda summa mensis secundi 244 sc. 12 gr. |
| |
fol 6v
des sonnendages post Jacobi Johan van der Wal 3 last 4 sc. 6 gr. |
(Doesburg) Herman Coenraetssoen van kalen 1 sc. 1½ gr. |
(Nijmegen) Franck die Roede 1 last ende van wagenschot 12 gr. |
(Nijmegen) Jan die Engels van steenkalen 9 gr. |
(Nijmegen) Arnt Posch van boteren ende kesen 1 sc. 9 gr. |
Monnyxken van rogh 6 gr. |
(Embric) Swarte Heynken van boteren ende slijpsteen 1 sc. |
(Nijmegen) Arnt Derixsoen van boteren ende kesen 4½ gr. |
| |
| |
des manendages Jacop Mor van kesen ende boteren 3 sc. |
(Embric) Geerlich Borchart van kesen ende rogh 1 sc. 1½ gr. |
Gaedken van Bonyngen van kesen ende boteren 12 gr. |
Bernt Goltsmyt 4 voder 12 sc. |
Johan Schelhaver 8 last 11 sc. |
des dinsdages nyet |
(Nijmegen) des godendages Jacop Schriver van wollen ende wagenschot 7½ gr. |
(Nijmegen) Lemken Heynrijchs soen van kesen ende rogh 2 sc. 7½ gr. |
(Nijmegen) des donresdages Deric Roggenbroet 1½ last ende van rogh 1 sc. 4½ gr. |
(Nijmegen) Heynrich Kenter van haveren 3 gr. |
Henken aver den Wech van boteren ende kese 5 sc. 1½ gr. |
een man van Tyel van slijpstenen 4½ gr. |
(Nijmegen) Maeshese van steenkalen 4½ gr. |
des vridages Jacop Tack van wijn 7½ gr. |
Jacop van Coelne van houtkalen 10½ gr. |
des saterdages Heynrich Kalf van holt 12 gr. |
een man van Wesel van holt 10½ gr. |
|
Summa istius septimane 52 sc. |
| |
fol 7r
des sonnendages post Petri ad Vincula nyet |
(Wael) des manendages Heynrich Mychgelinc 3 voder nymichs ende 3½ voder vreemds 9 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Gerit Koenraetssoen van holt ende boteren 9 gr. des dinsdages nyet |
des godendages Lemken van Vlyterden van ballen 5 sc. 1½ gr. |
(Nijmegen) Johan van der Wonyngen van steenkalen 3 gr. |
des donresdages Johan van der Camp van steenkalen 1 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Johan die Engels van steenkalen 3 gr. |
des vridages Aleff van Berghen van wijn ende steen 3 sc. 9 gr. |
Geert van der Haert van elsenholt 1 sc. |
des saterdages Heynrich Konync 2½ veerdel salts 9 sc. |
|
Summa istius septimane 30 sc. 10½ gr. |
| |
fol 7v
(Nijmegen) des sonnendages post Laurencii Heymerich |
| |
| |
Lambrechtssoen van wijn 1 sc. 6 gr. |
Johan Cornelis soen van molensteen 3 sc. 9 gr. |
Peter Hasensoen 6½ voder ende van herss ende boerde 19 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Franck die Roede van steenkalen 6 gr. |
des manendages nyet |
(Nijmegen) des dinsdages Reymbout van Lent van salt 3 sc. 1½ gr. |
(Nijmegen) Gerit van Wel van 150 salts 6 sc. |
des godendages nyet |
(Nijmegen) des donresdages Gerit Coenraetssoen van packen 1 sc. |
(Nijmegen) des vridages Gerit van den Ham van kallic 9 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Swederken Gruter van wijn ende boerden 11 sc. 3 gr. |
|
Summa istius septimane 47 sc. |
| |
fol 8r
des sonnendages post Assumpcionis nyet |
des manendages nyet |
des dinsdages nyet |
(Nijmegen) des godendages Jennesken Gaedkenssoen van herynck 12 gr. |
Evert Coenraetssoen van salt 7 sc. 6 gr. |
Willem opten Gate van kallic 2 sc. 7½ gr. |
des donresdages Heynrich van den Rijn van packen 7½ gr. |
(Wael) Reynken van Lutyngen 11 voder ende molensteen 28 sc. |
(Nijmegen) des vridages Noyde van Stralen van steenkalen 3 gr. |
(Nijmegen) Gerit van Huest van salt 1 sc. 6 gr. |
des saterdages nyet |
|
Summa istius septimane 41 sc. 1½ gr. |
|
tertia summa mensis tertii 170 sc. 12 gr. |
| |
fol 8v
des sonnendages post Bartholomei nyet |
(Nijmegen) des manendages Gerit van den Ham van steenkalen 4½ gr. |
des dinsdages Arnt Klover 4 voder 12 sc. |
(Nijmegen) des godendages Gerit Koenraets soen van gagel
|
| |
| |
3 gr. |
Rutger Lepken van kallic 1 sc. |
(Roermond) des donresdages Gerit Koenraets soen van packen 1 sc. 7½ gr. |
(Goch) Jenken Gerits soen van packen 10½ gr. |
Johan van der Woert van byer 3 gr. |
des vridages nyet |
des saterdages nyet |
|
Summa istius septimane 16 sc. 1½ gr. |
| |
fol 9r
(Nijmegen) des sonnendages post Johannis Decollationem Johan die Gruter 3½ voder vreemds 2 voder nymmichs 9 sc. 6 gr. |
Johan aver den Wech van drakenvelder steen 2 sc. |
Cornelys van kannen 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des manendages Ludeken van Lent van boerden ende mostertmoelen 6 gr. |
(Nijmegen) Jan van der Wonyngen van steenkalen 3 gr. |
des dinsdages nyet |
des godendages Heynrich Potholle van holt ende kalen 2 sc. 1½ gr. |
(Nijmegen) des donresdages Johan die Gruter 7 veerdel salts 7 sc. 7½ gr. |
des vridages Heynrich Noydensoen van noten 3 gr. |
Heynrich Kenter 7½ voder 22 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Johan Bongartssoen 5 last guets 4 sc. |
Gadeken van Bonyngen van salt ende boteren 3 sc. 6 gr. |
Arnt Geryts soen van bleeckvaten ende packen 4 sc. 6 gr. |
(Embric) Swarte Heynken 2 last ende van salt 5 sc. |
(Embric) Roloff Brenttijs 2 last ende van salt 4 sc. 6 gr. |
Heynrich van Wynterswich 6 last 8 sc. 3 gr. |
Herman Wuest van salt 12 sc. 6 gr. |
Derick Doenwalt van salt 12 sc. 6 gr. |
|
Summa istius septimane 100 sc. 4½ gr. |
| |
fol 9v
(Nijmegen) des sonnendages post Nativitatem Marie Virginis Lambert Heynrichssoen van rogh ende kese 2 sc. |
| |
| |
Deric Monnyck van steenkalen 1 sc. 6 gr. |
des manendages Tyelken van Oerdyngen van kesen 1 sc. 6 gr. |
Japert van salt 3 sc. 6 gr. |
Reynken Klaeck 50 salts ende 3 last guets 12 sc. |
(Embric) Geerlich Borchart 50 salts ende 2 last guets 3 sc. 6 gr. |
Herman van der Stegen van steenkalen 1 sc. 6 gr. |
Herman Kockensoen van kesen ende wollen 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Gerit Koenraetssoen van salt ende rogh 2 sc. 3 gr. |
(Goch) Jenken Gerits soen van wollen 1 sc. |
(Nijmegen) Goessen Heynrichssoen van salt ende rogh 2 sc. 6 gr. |
Schelhaver 6 last gueds 8 sc. 6 gr. |
Rutger Lepken van salt ende 1 last guets 4 sc. 3 gr. |
Goessen van Scherenbeke van holt 1 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Andries Wermoys van garenscheiden 1 sc. 7½ gr. |
des godendages kleyn Alefken van salt 2 sc. 3 gr. |
Brughman van drakenvelder steen 5 sc. 3 gr. |
Jan van der Woert van byer 3 gr. |
(Nijmegen) Swederken Gruter 3½ veerdel salts 3 sc. 7½ gr. |
(Nijmegen) Jacop Mychgelinc 5 veerdel salts nymmichs ende van kesen vreemds 8 sc. |
(Wael) des donresdages Jan Cornelissoen 50 salts 5 sc. 3 gr. |
(Wael) Peter Hasensoen 150 salts 17 sc. |
(Nijmegen) Goessen van den Ham van salt ende rogh 2 sc. |
Arnt van Moldic van loe 3 gr. |
Tyel Scheerle van kannen 2 sc. |
Gijsbrecht Johanssoen van enen nyen schip 10½ gr. |
Gerit Bonart van herync ende salt 5 sc. 6 gr. |
Ghijmer van noten 3 gr. |
des vridages nyet |
(Wael) des saterdages Heynrich Wytinck 1½ doerganck holts 3 sc. 1½ gr. |
|
Summa istius septimane 103 sc. |
| |
fol 10r
des sonnendages post Exaltacionem Sancte Crucis nyet |
des manendages Heynrich ter Poerten 4 voder 12 sc. 6 gr. |
Willem op ter Gaet 5 veerdel salts 1 last guets 18 sc. |
des dinsdages nyet |
des godendages nyet |
(Wael) des donresdages Aleff van den Wyele 9½ voder 20 sc. |
| |
| |
(Nijmegen) Heymerich Lambrechts soen van salt 3 sc. |
Tyel Geritssoen 2½ doerganck holts 6 sc. 6 gr. |
des vridages nyet |
(Nijmegen) des saterdages Arnt die Roede van henpe ende ballen 7½ gr. |
Bruyn van Wanem van garenscheiden 1 sc. 6 gr. |
|
Summa istius septimane 61 sc. 12 gr. |
|
quarta summa mensis quarti 281 sc. 4½ gr. |
| |
fol 10v
(Roermond) des sonnendages post Mathei Gerit Koenraets soen van packen 1 sc. |
(Goch) Jenken Gerits soen van packen 1 sc. 9 gr. |
Heynken Konynck van garenscheiden molensteen ende pack 4 sc. 4½ gr. |
(Nijmegen) Willem Lambrecht soen van salt 1 sc. 10½ gr. |
(Wael) des manendages Heynrich Edelkijnt 8½ voder 20 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Kepken van holt 3 gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Reymbout van Lent van 3 veerdel salts 3 sc. |
(Nijmegen) Gaedken Spronck van plancken 1 sc. |
(Nijmegen) Reymbout Heynricssoen 5½ veerdel salts 50 haveren 5 sc. 7½ gr. |
Jan van der Woert van byer 3 gr. |
Herman Kockensoen van noten 4½ gr. |
des godendages Coenraet Bosch van wijn 1 sc. 6 gr. |
Goessen die Voss 4½ voder 12 sc. 9 gr. |
Herman Bruynssoen van noten 3 gr. |
(Nijmegen) des donresdages Deric Baers 10½ voder 5 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Rolof Bruyn 8 voder 4 sc. |
Tyelman Berther van buckync 1 sc. |
des vridages Willem Maryssensoen van kallic 3 sc. |
(Nijmegen) Johan die Gruter 5 veerdel salts 5 sc. 3 gr. |
Herman Loen van wollen 1 sc. 6 gr. |
(Goch) des saterdages Johan Cornelys van wijn 1 sc. 3 gr. |
(Roermond) Gerit Koenraets soen van packen 12 gr. |
Arnt Eylbrechtssoen van salt 8 sc. |
Gaedken Peterssoen 2½ doerganck holts 5 sc. |
| |
| |
Summa istius septimane 88 sc. 12 gr. |
| |
fol 11r
des sonnendages post Michaelis Jan Gaerts soen van buckync 6 gr. |
Lambrecht van Vliterden van sacken ende packen 4 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Gerit van Wel van molensteen pack ende boerde 15 sc. 9 gr. |
Heynrich Westvelynck van wijn 1 sc. 6 gr. |
(Wael) des manendages Derick van Rijswick 5 voder 12 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Heynrich Luef 7 voder 3 sc. 9 gr. |
(Embric) Arnt Klover van salt 3 sc. |
die selver Arnt van kesen 3 sc. |
(Nijmegen) des dinsdages Steven van den Rijn 8 voder 4 sc. 6 gr. |
Jacop van Ryswick 6 voder 14 sc. |
Combyer van steenkalen 1½ gr. |
Johan te Wal 4½ veerdel salts 15 sc. 3 gr. |
Jacop van Coelne van kalen 12 gr. |
(Doesburg) des godendages Heynrich Voss 6½ veerdel salts 7 sc. |
(Nijmegen) Derick van den Rijn 12 voder 6 sc. |
(Nijmegen) Willem Wynnyng 12 voder 6 sc. |
(Nijmegen) Sendken 6 voder 3 sc. |
(Nijmegen) Johan van Huessen 6½ voder 3 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Koenraet van Vonden 13½ voder 6 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Doenen 8½ voder 4 sc. 6 gr. |
Johan van Smaelvelt van enen nyen schip 9 gr. |
(Wael) des donresdages Claes van Pedernach 7½ voder 17 sc. 3 gr. |
(Wael) Steven Sloddynck 11½ voder 26 sc. |
(Nijmegen) Roloff Dries soen 9 voder 4 sc. 6 gr. |
| |
fol 11v
(Nijmegen) Wolter Buede 6½ voder 3 sc. 9 gr. |
Derich Doemer 4½ voder 12 sc. 9 gr. |
Aleff van Bergel van garenscheiden 2 sc. 3 gr. |
Heynrich Noetlynck van rogh 2 sc. 7½ gr. |
(Nijmegen) des vridages Jan die Gruter van wijn pack ende drogenvaten 17 sc. |
Noyde van appelen 3 gr. |
Derick Monnyck 100 salts 13 sc. |
| |
| |
Johan van den Wairde van weyt 6 gr. |
Geert Peddenvoet 13 voder 37 sc. 6 gr. |
Arnt Geritssoen van malevasyen ende pack, ende ½ last guets 2 sc. 3 gr. |
(Wael) Gerit Huesselman 10½ voder 24 sc. 9 gr. |
Heynken Lotter van salt ende gagel 6 gr. |
|
Summa istius septimane 280 sc. |
| |
fol 12r
des sonnendages post Remigii Peter Klaeck van kallic 1 sc. 6 gr. |
Arnt van der Lawic van visch 7½ gr. |
Abel van Drupsteyne van wijn 6 sc. 10½ gr. |
des manendages Derick Fenck van visch 1 sc. |
des dinsdages Herman Geritssoen van boteren ende kesen 2 sc. |
Wyerken van visch 7½ gr. |
Abel yn den Gadom 4 voder 12 sc. 6 gr. |
Gorys Boelmanssoen 7 voder 21 sc. 6 gr. |
Willem van Moers 7½ voder 21 sc. 12 gr. |
Jan an geen Eynde 4 voder 12 sc. |
Plonys Hoymberch van appelen ende kannen 10½ gr. |
(Nijmegen) Franck die Roede van kesen 1 sc. 4½ gr. |
des godendages Johan van Woerde van byer 3 gr. |
(Nijmegen) des donresdages Derick Baers 11½ voder 5 sc. 7½ gr. |
(Nijmegen) Derich Joede 10 voder 4 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Heynrich Nyburger 10 voder 5 sc. |
(Nijmegen) Maeshese van kalen 3 gr. |
des vridages nyet |
des saterdages kleyn Aleff van heryngh 1 sc. 7½ gr. |
(Nijmegen) Gadert van Hese 7½ voder 3 sc. 10½ gr. |
Heynrich Schynelberch 5½ voder 17 sc. 3 gr. |
|
Summa istius septimane 120 sc. 3 gr. |
| |
fol 12v
(Doesburg) des sonnendages post Victoris Willem Maryssen soen van kesen ende salt 4 sc. |
(Doesburg) Klerck van Doesborch van salt 1 sc. 10½ gr. |
Heynrich van Meyerich 6½ voder 18 sc. 9 gr. |
Herman Ganss 5½ voder 16 sc. 6 gr. |
| |
| |
Frens van der Capellen 3½ voder 10 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des manendages Herman Kockensoen van salt 6 gr. |
des dinsdages Herman van den Rijn 4½ voder 14 sc. |
(Wael) Gerit van der Kraenleye 7 voder 15 sc. 9 gr. |
Jan Kenter 1 last visch 1 sc. |
(Nijmegen) Jacop Schriver van salt 1 sc. 9 gr. |
(Wael) Derick Gelreman 19½ voder 33 sc. |
(Embric) Herman Scheyffart van wijn 3 gr. |
Herman van der Stegen van salt 4 sc. 9 gr. |
(Wael) des godendages Willem van der Kraenley 5½ voder 13 sc. |
(Nijmegen) Gerit van Huest van salt 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Rynken Arnts soen van salt 1 sc. 10½ gr. |
des donresdages Reyner van der Moelen 4 voder 12 sc. 4½ gr. |
(Nijmegen) Heynrich Sack 6 voder 3 sc. |
(Nijmegen) des vridages Gerit Koenraets soen van asschen ende salt 2 sc. 3 gr. |
(Wael) Swederken Gruter van wijn ende boerden 11 sc. 12 gr. |
Jan van den Walle van weyt 6 gr. |
Kerstken van Hunen 6 voder ende castanyen 19 sc. 6 gr. |
Jorijs van Aernhem van visch 1 sc. 6 gr. |
(Goch) des saterdages Jenken Gerits soen van packen 9 gr. |
|
Summa istius septimane 189 sc. 9 gr. |
|
quinta summa mensis quinti 678 sc. 10½ gr. |
| |
fol 13r
des sonnendages post Luce Ewangeliste Herman Wederich van kalen 10½ gr. |
(Nijmegen) Heynrich Mychyclinc 3 voder 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Gerit van den Ham van salt 2 sc. 9 gr. |
Soensken van visch 2 sc. 7½ gr. |
(Nijmegen) des manendages Jan van Oss van molensteen ende wijn 1 sc. 9 gr. |
Derick van Rijswich 4½ voder 13 sc. 6 gr. |
des dinsdages Evert Bogel 3 voder 9 sc. |
(Nijmegen) Jan die Gruter 6 voder 3 sc. |
Heynrich Kenter van salt 2 sc. 3 gr. |
Derick Gelreman die men heyt Edelsoen 2 voder 6 sc. |
Jan van der Wonyngen van buckync 1½ gr. |
| |
| |
(Bomel) des godendages Storm van Bomel 2½ voder 1 sc. 9 gr. |
des donresdages Koenraet van den Busch van wijn 1 sc. 7½ gr. |
(Eymeric) Backman van steenkalen 3 gr. |
Werner Snypeert van weyt 4½ gr. |
des vridages Egert Hagen van appelen ende noten 9 gr. |
(Nijmegen) Heymerich Lambrechts soen van wijn ende boerde 9 gr. |
(Nijmegen) Jan die Gruter 5 veerdel salts 5 sc. 1½ gr. |
(Nijmegen) des saterdages Herman Wynter van buckync 1 sc. 6 gr. |
(Doysburg) Willem van Ubel van salt 1 sc. |
(Nijmegen) Gerit van Wel 5 veerdel salts 5 sc. 1½ gr. |
|
Summa istius septimane 60 sc. 9 gr. |
| |
fol 13v
des sonnendages post Symonis et Jude Gerit Koenraetssoen van gewande 7½ gr. |
(Embric) Herman Swager van salt 9 gr. |
des manendages Peter Byter van appelen 6 gr. |
(Nijmegen) Rolof Bruyn van wijn 3 sc. |
(Nijmegen) Lubbert yn der A 13 voder 6 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des dinxdages Johan Buede van herync ende salt 1 sc. 7½ gr. |
Mesmeker van enen nyen schepe ende holtkalen 4½ gr. |
Vockwijn van Erpel van galant 12 gr. |
(Wael) Evert Johans soen van salt 5 sc. |
Gaert Vlogel van wijn ende appelen 4 sc. 6 gr. |
des godendages Arnt Klover van wijn ende castanyen 10 sc. 4½ gr. |
(Doesburg) Jan van der Hovelwich van boeckweyt 3 gr. |
Arnt Gerits soen van pack ende drogenvaten 5 sc. |
Wuest 5½ voder 17 sc. |
(Nijmegen) des donresdages Reymbout van Lent van wijn 6 gr. |
(Nijmegen) des vridages Agnese van der Lelyen 4 voder 2 sc. |
Japert 3 voder 9 sc. |
(Nijmegen) Jacop Knop ½ voder 7½ gr. |
Jacop Mor van kallic 7½ gr. |
Heynrich van Wynterswich van herync 1 sc. 10½ gr. |
des saterdages Herman die Roede van herync 9 gr. |
Cornelys van kannen 1 sc. 10½ gr. |
| |
| |
Willem Heidkens soen van honych ende castanyen 1 sc. 6 gr. |
Daem Frederichs soen 5½ voder 17 sc. |
|
Summa istius septimane 91 sc. 1½ gr. |
| |
fol 14r
des sonnendages post Omnium Sanctorum een man van appelen 9 gr. |
(Nijmegen) Puelken van holtkolen 12 gr. |
Jan van Ossenberch van salt 4½ gr. |
Herbert Korff van rogh ende appelen 1 sc. 6 gr. |
des manendages Peter Aelbrechtssoen van herync 1 sc. 9 gr. |
(Doesburg) des dinsdages Willem van Ubel van weyt en appelen 6 gr. |
Cornelys van wijn 3 sc. |
des godendages Plonys Hoymberch van salt 9 gr. |
Herman Wuest van plancken ende gewande 6 gr. |
(Embric) des donresdages Swarte Heynken van steenkolen ende weyt 7½ gr. |
(Doesburg) Roloff Scholt van salt ende herync 10 sc. 6 gr. |
(Doesburg) Geerlacus 10 voder 5 sc. |
(Doesburg) Kalkerman van steenkolen 3 gr. |
Jannes van Molenem van koperen potten ende castanyen 12 gr. |
des vridages Lambert van Vliterden van visch herynck ende ballen 3 sc. 9 gr. |
des saterdages nyet |
|
Summa istius septimane 30 sc. 4½ gr. |
| |
fol 14v
(Goch) des sonnendages ipso die Martini Jenken Gerits soen van gewande 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Swederken Gruter 5 veerdel salts 5 sc. 6 gr. |
(Roermond) des manendages Gerit Koenraetssoen van gewande 2 sc. 9 gr. |
Eggert Hagen van salt 1 sc. |
Goessen van Angerloy van drakenvelder steen 1 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Scheel Michyl van herync 2 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Herman Vrederixsoen van herync 4½ gr. |
des godendages Reynken van Lutyngen 5½ veerdel salts 5 last heryncx 24 sc. 9 gr. |
| |
| |
Soensken van herinc ende visch 4 sc. 6 gr.Ga naar voetnoota |
Henken van Stamhem 2 voder 6 sc. |
des donresdages Gijsbrecht Egbertssoen 4 last herinx 5 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Gerit Koenraetssoen 5 last herinx 4 sc. 6 gr. |
Jan Reynerssoen van wijn 1 sc. 12 gr. |
Bruynken van Wanem van herinc ende salt 5 sc. 12 gr. |
(Nijmegen) Johan van Huessen 10½ voder 5 sc. 6 gr. |
des vridages Thijs Heidkenssoen van herinc ende visch 4 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Derick Joede 7 voder 3 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Maeshese van kalen 6 gr. |
Gadert van Coelne van kannen 1 sc. 9 gr. |
Goesscalck van Arnhem van wijn 6 gr. |
Johan die Ryke 5 voder 2 sc. 3 gr. |
Jannes Ghyme 4½ voder 12 sc. 12 gr. |
Herman Wederich van salt 4½ gr. |
Jacop van Coelne van holtkolen 1 sc. |
des saterdages Peter van Ghent 3½ voder 10 sc. 9 gr. |
Heynrich ter Poerten 4½ voder 13 sc. |
Henken van Lutyngen van salt 6 gr. |
(Nijmegen) Derich Baerss 14 voder 6 sc. 9 gr. |
Willem Lambrechts soen van Johan Cesars wegen van herynck 3 sc. |
|
Summa istius septimane 138 sc. 4½ gr. |
|
sexta summa mensis sexti 320 sc. 6 gr. |
| |
fol 15r
des sonnendages in octava Martini Derick Duemer 2½ voder 7 sc. 6 gr. |
Fenck van tonvisch 1 sc. 6 gr. |
Johan van den Wande van herinck 1 sc. 9 gr. |
(Embric) Heynken Brenger van herinc 1 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Agnese van der Lelyen van herinc 2 sc. 3 gr. |
Gaert Wouters soen van herinc 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Jenken Gerits soen 4 last 3 sc. |
(Nijmegen) des manendages Alart Lambrechts soen van
|
| |
| |
herinck 4½ gr. |
Jan Heidkenssoen van visch 6 gr. |
Lambrecht Kroen 6½ last 8 sc. 6 gr. |
Jan aver den Wech van salt ende herinck 13 sc. 6 gr. |
(Embric) Swarte Heynken 4½ last 3 sc. |
(Nijmegen) Jan Gaedkens soen 3½ voder 1 sc. 7½ gr. |
(Nijmegen) Derich Gruenwalt 6 voder 3 sc. |
(Embric) Kalkerman 1½ last 1 sc. 3 gr. |
Gadeken van Bonyngen 3½ last 4 sc. 6 gr. |
Herman Wuest 7 last 10 sc. 3 gr. |
Derich Vuyst 3½ last 4 sc. 9 gr. |
(Wael) des dinsdages Deric Doenwalt 8½ voder ende teerlinge 18 sc. |
Jan te Wal 15 last 20 sc. 3 gr. |
Heynrich Konynck 9 last 12 sc. 7½ gr. |
Abel van Drupsteyn 5 voder 14 sc. |
(Wael) Heyn van Doern 4½ voder vreems 1 nymmichs 11 sc. |
Plonys Poelvisch 5½ voder 16 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Bernt van Medel 10½ voder 5 sc. |
Jacop Mor 9 last 12 sc. |
Beltken Botterman van molensteen 10 sc. 6 gr. |
| |
fol 15v
des godendages Herbert Korff 13 last 18 sc. |
(Doesburg) Goessen Ruyss 13 voder 6 sc. |
Schelhaver 11 last 15 sc. |
Willem op ter Gaet van salt herinc kesen te samen 14 last 19 sc. |
(Wael) Roloff Brenttijs 15½ voder 35 sc. |
(Nijmegen) Jacop Schriver 11 last 8 sc. 6 gr. |
Andries die Wilde van weyt ende gersten 4½ gr. |
des donresdages Kleyn Aleff van herync kese visch 3 sc. 6 gr. |
(Wael) Derich Specht 7 voder 15 sc. 6 gr. |
(Embric) Arnt Klover 2½ veerdel salts 2 sc. 9 gr. |
Johan Brughman 2½ veerdel salts 9 sc. 9 gr. |
Heynrich van Loyt 15 voder 45 sc. |
(Nijmegen) des vridages Arnt Posch 5½ last 4 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Jutken die Engels van visch 4½ gr. |
Henken Lepken van herinc 12 gr. |
(Nijmegen) Heynrich Nyburger 11 voder 5 sc. |
(Nijmegen) Derich van Oryngen 13 voder 6 sc. |
(Nijmegen) Heymerich Lambrechtssoen van salt 3 sc. |
des saterdages Reymbout Heynrichssoen 14 voder 6 sc. 9 gr. |
| |
| |
(Wael) Heynrich Tack 8 voder 19 sc. |
Gorys Buelmanssoen 18 voder 52 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Goessen van den Ham 8½ last 7 sc. |
Aleff van Bergel van herinc ende visch 2 sc. 9 gr. |
(Zutphen) Gerit ter Poerten 5 last 6 sc. |
(Zutphen) Frederich ter Bruggen van herinck 2 sc. 9 gr. |
|
summa istius septimane 483 sc. 3 gr. |
| |
folio 16r
des sonnendages ipso die Katherine Derick Backman 5½ last 7 sc. |
Tele Geritssoen van herinc 2 sc. 3 gr. |
(Eymeric) Geerlich Bonhart van herick 1 sc. 4½ gr. |
des manendages Aleff Hermanssoen 13 last 18 sec. |
(Embric) Evert Luef 250 salts 9 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Reyner Arntssoen 6 voder 3 sc. |
(Nijmegen) Sendken 12 voder 6 sc. |
des dinsdages Arnt van der Lawick van visch 3 gr. |
Arnt van Loyt 8 last 11 sc. |
Willem Klerck 5½ last herinx 7 sc. 6 gr. |
Ryetbosch van visch 9 gr. |
des godendages Derick Roggenbroet van weyt 1 sc. 6 gr. |
Nagel van appelen ende rogh 6 gr. |
Johan van den Woude van appelen ende weyt 6 gr. |
Fenck van visch 9 gr. |
(Bomel) Reymbout van Lent 11 voder 2 steen 6 sc. |
Arnt die Roede van kesen ende buckynck 4½ gr. |
Deric Johanssoen van enen kaerschepe 2 sc. 3 gr. |
des donresdages Koenraet Boschman 2½ voder 7 sc. 6 gr. |
Saelken van tonvisch 12 gr. |
Herman Kockensoen 5½ last guets 7 sc. 6 gr. |
Witte Willem 14 last herinx ende visch ende 50 salts 24 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Heynrich Luef 12 voder 6 sc. |
(Nijmegen) Jan Gaykenssoen van herinc ende buckynck 1 sc. |
Gerit van der Heyden 6 last herinx 4 last visch 7½ last nymichs 17 sc. 4½ gr. |
Reynken van der Woert 4 last 3 sc. 6 gr. |
Gerit Koenraetssoen 11 last 9 sc. |
(Nijmegen) des vridages Willem van Hese 12 voder 5 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Lubbert van der A 21 voder 10 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Heylwich van Gruesbeke 15 voder 7 sc. 3 gr. |
| |
| |
(Wael) Jan Amelonck 9½ voder 19 sc. |
des saterdages Henken van Duysseldorpe van appelen 12 gr. |
|
summa istius septimane 198 sc. 4½ gr. |
| |
fol 16v
(Nijmegen) des sonnendages post Andree Heynrich Wermoess van buckync ende herync 1 sc. 6 gr. |
(Roermond) Goessen Bol van gewande 1 sc. 6 gr. |
Luydken van Lent 21 voder 49 sc. 6 gr. |
Peter Hasensoen 4½ voder ende boerde 14 sc. 3 gr. |
Heynrich Nolynck van rogh 1 sc. |
(Nijmegen) des manendages Johan die Gruter 4 voder 1 sc. 9 gr. |
Johan Roededoere 2½ voder 7 sc. 9 gr. |
Johan yn geen Eynde 5 voder 15 sc. |
Bernt Goltsmyt 5 voder 15 sc. |
Derick Tybis 10½ voder 30 sc. 6 gr. |
Lodewich Tibis 11 voder 32 sc. |
Claes van den Struys 11 voder 32 sc. |
(Nijmegen) Johan Budde 13½ voder 6 sc. 9 gr. |
(Doesburg) Heynrich Voss 13 voder 6 sc. |
(Nijmegen) Franck die Roede van herinck 9 last 7 sc. 1½ gr. |
Johan van der Moelen 5½ voder 16 sc. 9 gr. |
(Doesburg) des dinxdages Willem van Ubel van salt ende herinc 9 gr. |
Cornelys van herinc 1 sc. 6 gr. |
(Roermond) Mychyel Hugensoen van herinc 2 sc. 9 gr. |
Johan van Ossenbergen van appelen 9 gr. |
(Nijmegen) Roloff die Bruyn 15 voder 7 sc. 6 gr. |
Lambert van Vliterden 5 voder 14 sc. 3 gr. |
Willem Kraenleye 7 voder 20 sc. 3 gr. |
Johan Noese van kannen 4 sc. |
Jopaert 3½ last herinx 3 last visch 7 sc. 6 gr. |
Derick van Ryswick 13½ voder 39 sc. |
| |
fol. 17r
Gherit Huesselman 31 voder 90 sc. |
Amelonck Moer 9½ voder 27 sc. 6 gr. |
Johan die Ryke van herync ende visch 15 sc. |
(Nijmegen) des godendages Johan Bude van herinc 3 sc. |
(Nijmegen) Evert Eyberlynck 15 voder 7 sc. 6 gr. |
| |
| |
Herman van der Scholen 19½ voder 57 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Jacop Michgelinc 4 last herinx 3 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Gerart van Huist 5 voder 2 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Rutger Boegel van holt 9 gr. |
Derich Berss van herinc ende salt 12 sc. |
Gerart Kraenleye 12 voder 35 sc. |
(Nijmegen) Bernt Hoeft 6½ last 5 sc. 1½ gr. |
des donresdages Heynken Gemul 5 voder 14 sc. 9 gr. |
(Doesburg) Lambrecht mytten Monde 9 voder 4 sc. 6 gr. |
des vridages Thijs Heidken van rogh 2 sc. 3 gr. |
Peter van der Muele 5½ voder 15 sc. 9 gr. |
Evert van Nyenhaven 5½ voder 16 sc. 6 gr. |
(Nijmegen Wael) Heynrich Mychgelinck 6 voder vreemds ende 5 voder nymmichs 15 sc. 9 gr. |
Goesscalck van Arnhem van visch 9 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Heynrich Kollart 7 voder 3 sc. 3 gr. |
Heynrich Kouter van wijn 1 sc. |
Heynrich Genser 8½ voder 24 sc. |
Derick van Rijswick 6 voder 17 sc. 9 gr. |
Abel yn den Ghadem 12½ voder 36 sc. |
Johan Amelonck 11½ voder 33 sc. 9 gr. |
|
summa istius septimane 780 sc. 9 gr. |
| |
fol. 17v
des sonnendages in crastino Concepcionis Jacop Mor 6½ voder ende van rogge 22 sc. 6 gr. |
Jenken Geritssoen van visch 9 gr. |
die selve Jenken van herync 1 sc. |
des manendages Herman Alcop 6 last herinx 5 sc. |
Beltken Botterman 47 steen 43 sc. |
Coenraet van Vonden 22 voder 10 sc. 6 gr. |
Toensken van visch ende herinc 4 sc. 6 gr. |
Heyn Bolde van visch 9 gr. |
des dinsdages Arnt Geritssoen van visch ende buckync 3 sc. |
Steven Sloddynck van snuecken 1 sc. |
Peter Snackaert 9 voder 26 sc. |
(Nijmegen) des godendages Jan Gaedkenssoen van wijn 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Heynrich Sack 9½ voder 4 sc. 10½ gr. |
(Nijmegen) Willem Wynninck 14½ voder 7 sc. |
| |
| |
(Nijmegen) Wicken 23½ voder 11 sc. |
Gerit van Wel 26 voder 12 sc. |
Deric Barck 11½ voder 33 sc. 9 gr. |
des donresdages Johan van der Coeken van wijn ende faerdel 8 sc. |
des vridages Johan Visscher van tonvisch 3 sc. 3 gr. |
des saterdages Deric Doenwalt van salt freut ende ballen 3 sc. 14 gr. |
Roloff Brenttinck van salt visch ende freut 4 sc. 6 gr. |
|
summa istius septimane 207 sc. 1½ gr. |
|
septimane summa mensis septimi 1669 sc. 4½ gr. |
| |
fol. 18r
des sonnendages post Lucie nyet |
des manendages Selff Heynrich van bernholt 1½ gr. |
(Nijmegen) Gaert van Bonyngen van wollen 3 gr. |
Peter Specht 12 voder 35 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Willem Lambrechtssoen 11½ voder 5 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Johan van Oss ende Jan Raet 7 voder 3 sc. 6 gr. |
Deric Lijnman 11 voder 33 sc. |
Noyde Lewe 10½ voder 30 sc. |
(Wael) des dinsdages Johan Tybis 13 voder 30 sc. |
Derich Amelonc 9½ voder 25 sc. 6 gr. |
Evert Bogel 14 voder 41 sc. 6 gr. |
Johan Boegel 22 voder 64 sc. 6 gr. |
Johan van der Woerdt van byer 3 gr. |
Arnt van der Lawick van visch 12 gr. |
Gerit Wyerssoen van kaelen 3 gr. |
(Nijmegen) Bongart van kaelen 4½ gr. |
Kenters soen van herinc ende visch 1 sc. 6 gr. |
des godendages Ywijn Makijck 17½ voder 51 sc. |
Plonys Hoymborch van kannen 2 sc. |
(Doesburg) Willem van Ubel van weyt 1 sc. 6 gr. |
des donresdages Reynken Klaeck 10½ voder ende 50 roggen 33 sc. |
(Nijmegen) Goessen van den Ham van steenkalen 12 gr. |
Johan van den Wande van weyt 6 gr. |
Bely Willens brueder van weyt 9 gr. |
des vridages Willem opter Gaten 27 voder 78 sc. |
(Wael) Aelken van Sybergen van wijn ende kannen 10 sc. |
| |
| |
Willem Heyckenssoen van wijn 2 sc. 6 gr. |
| |
fol 18v
Evert Ryetbosch 3 voder 8 sc. 3 gr. |
Godde van den Haeve 3½ voder ende van weyt 11 sc. 6 gr. |
Rutger Dyerken 7 voder 21 sc. |
Rutger Bogel 4 voder 12 sc. |
Aleff Hermanssoen 17 voder 50 sc. |
(Wael) Sweder die Gruter 17 voder 39 sc. |
(Nijmegen) Roloff Andries 13 voder 6 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Lambrecht Heynrichssoen 5½ last 4 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Willem van Huessen 2 last herinx 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Gerit van Medel 13½ voder 6 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Evert vamme Stade 12½ voder 6 sc. |
Heynrich Amelonck 7½ voder 21 sc. 9 gr. |
Herman Bogel 3 voder 8 sc. |
(Nijmegen) Gerit Koenraetssoen van steenkalen 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Franck die Roede van steenkalen 1 sc. |
|
summa istius septimane 650 sc. 4½ gr. |
| |
fol 19r
(Nijmegen) des sonnendages post Thome Apostoli Maeshese van herinck ende buckync 1 sc. 6 gr. |
Cornelys 5 voder 14 sc. |
(Nijmegen) Johan die Gruter 14 voder 6 sc. 9 gr. |
Johan Amelonck 16½ voder 47 sc. 3 gr. |
Arnt Saryssoen 9½ voder 24 sc. |
Arnt Gruter van herinc ende salt 6 sc. |
(Nijmegen) Derick Kijnt 6½ voder 3 sc. |
Johan van Roekel 13 voder 38 sc. |
(Nijmegen) des manendages Willem van Hese 30 voder 14 sc. |
Rolof Scholt 2½ voder 6 sc. 9 gr. |
Derich Weentken 5 voder 14 sc. |
Derich Mannyck 12 voder 35 sc. |
des dinsdages up den heyligen kersdach nyet |
des godendages Jacop van Rijswic 9½ voder 28 sc. 6 gr. |
Arnt Klover 9½ voder 27 sc. 9 gr. |
Backman 6½ voder 18 sc. 9 gr. |
des donresdages Lambert van Orssoye 14½ voder 42 sc. |
Gerit van den Rijn 4½ voder 12 sc. |
| |
| |
Daem Symonssoen 9½ voder 24 sc. |
Johannes Gym 4½ voder 12 sc. 7 gr. |
des vridages nyet |
(Nijmegen) des saterdages Jan die Ryke 8 voder 3 sc. 9 gr. |
Goesscalck van Arnhem van wijn 3 sc. 9 gr. |
Arnt van Vorsseler 13½ voder 39 sc. |
(Nijmegen) Derich Gruenwalt 9½ voder 4 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Willem van Heze 16½ voder 8 sc. |
Willem Breuwe 3 voder 9 sc. |
Heynrich Nolynck van rogh 7½ gr. |
|
summa istius septimane 443 sc. 10½ gr. |
| |
fol 19v
(Nijmegen) des sonnendages na kersdach Steven van Ghent 25 voder 12 sc. |
des manendages Willem Kleck 9½ voder 24 sc. 9 gr. |
des dinsdages Johan die Quade 14 voder 41 sc. |
(Nijmegen) Tele van Kempen 19 voder 9 sc. |
Plonys Poelvisch 9½ voder 24 sc. 9 gr. |
des godendages Arnt van Loyt 13½ voder 39 sc. |
(Nijmegen) des donresdages Reymbout Heynrichssoen 9½ last herinx 7 sc. |
(Nijmegen) des vridages Johan van Olmen 14 voder 6 sc. 9 gr. |
Derich Schaefdries 4½ voder 12 sc. 9 gr. |
Coenraet van Vliterden van herinc ende kese 2 sc. 1½ gr. |
Willem van Hencke van freut 9 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Johan Buede 5½ voder 2 sc. 6 gr. |
Arnt Geritssoen 8 voder 23 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Reymbout van Lent van smalt freut en hude 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Jacop Knop van garenscheiden ende qwernen daer hy die dadinge omme hadde 1 sc. 1½ gr. |
|
summa istius septimane 206 sc. 9 gr. |
| |
fol 20r
des sonnendages up Dertiendach nyet |
(Nijmegen) des manendages Johan Krudener 12 voder 6 sc. |
(Nijmegen) des dinsdages Derich Baerss 25 voder 12 sc. |
(Nijmegen) Heymerich Lambrechtssoen 11 voder 5 sc. 3 gr. |
| |
| |
(Wael) Gerit van Bercke 11 voder 26 sc. |
Willem opter Gate 50 salts 6 sc. 9 gr. |
Reynken Klaeck 50 salts 6 sc. 9 gr. |
des godendages Gorys Boelmanssoen 18 voder 54 sc. |
(Wael) Arnt Heymerich 25 voder 12 sc. |
(Nijmegen) Heynrich Mychgelinc van herync visch end freut 6 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) des donresdages Geerlich Borchart van wijn ende weyte 12 gr. |
Johan Visscher 3½ voder 10 sc. |
des vridages Frederich van Wesel 5 voder 14 sc. 3 gr. |
Jacob Morre van herync ende buckync 6 sc. |
Roloff Brenttynck 17 voder 41 sc. 3 gr. |
des saterdages Aleff Hermanssoen 50 salts 6 sc. 9 gr. |
|
summa istius septimane 214 sc. 3 gr. |
|
octava summa mensis octavi 1515 sc. |
| |
fol 20v
(Nijmegen) des sonnendages octava Epiphanie Heynrich van Meerten van freut 6 gr. |
des manendages Wyerken van Huessen van weyt 12 gr. |
Johan Cornelys van buckync 3 gr. |
(Bomel) Derich van Driel van wijn 3 gr. |
Herman Worm 10½ voder 30 sc. |
des dinsdages Johan van der Woerdt van byer 3 gr. |
(Nijmegen) des godendages Johan die Gruter van salt ende visch 3 gr. |
des donresdages nyet |
(Nijmegen) des vridages Rolof die Bruyn 8 voder 3 sc. 6 gr. |
Peter Hasensoen 50 salts 6 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Reymbout Heynrichssoen 50 salts 4 last herinx 7 sc. 6 gr. |
des saterdages Reynken van Lutyngen 14½ voder 42 sc. 9 gr. |
|
summa istius septimane 94 sc. 10½ gr. |
| |
fol 21r
des sonnendages post Anthonii Lambrecht van Vliterden van herync visch ende freut 2 sc. 7½ gr. |
| |
| |
(Wael) des manendages Heynrich van Beke 10½ voder 24 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Heynken Nyelssoen van steenkalen 2 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Wytken Moleman 25 voder 12 sc. |
Willem Klerck van herync ende buckync 9 gr. |
des godendages Heynrich Kock van tonvisch 9 gr. |
Fenck van freute 1 sc. |
(Nijmegen) Sweder Gruter van freut herync ende buckync 3 sc. 9 gr. |
Joparts soen van wijn en molensteyn 4 sc. 6 gr. |
des donresdages Heynrich Amelonck 17½ voder 51 sc. |
(Wael) des vridages Herman yn der Scholen 12 voder 27 sc. 6 gr. |
(Wael) Gerart Peddenvoet 9½ voder 18 sc. 9 gr. |
(Wael) Willem van Moerse 9 voder 21 sc. |
(Nijmegen) Dryes Wermoess 12 voder 5 sc. 9 gr. |
(Wael) Herman Wynter van wijn 8 sc. |
(Nijmegen) Johan van Huessen 12 voder 6 sc. |
Johan over den Wech 13 voder 38 sc. |
des saterdages nyet |
|
summa istius septimane 227 sc. 3 gr. |
| |
fol 21v
(Nijmegen) sonnendages post Conversionis Pauli Agnese van |
der Lelan 5 voder 2 sc. 4½ gr. |
(Nijmegen) Bernt van Medel 13½ voder 6 sc. 9 gr. |
Derich Doenwalt 10 voder 29 sc. |
(Nijmegen) Maeshese van yser ende kannen 4½ gr. |
Witte Willem 19 voder 55 sc. 6 gr. |
(Doesburg) Arnt Meroele van herinc 4½ gr. |
des manendages Johan Heytkens van wijn 1 sc. 6 gr. |
Johan van Wal 6 last 8 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Gerit Koenraetssoen 2 last 1 sc. 7½ gr. |
des dinsdages Arnt van der Lawick van visch 4½ gr. |
Derich Dyerken 9½ voder 24 sc. 9 gr. |
Reynken Klaeck 17½ voder 51 sc. |
(Wael) Luydken van Lentt 7 voder vreemds 14 voder nymmichs 22 sc. 6 gr. |
(Wael) Johan Cornelyssoen 8 voder 19 sc. 6 gr. |
des godendages Bruynken van Wanem van leyen ende kannen
|
| |
| |
1 sc. 1½ gr. |
des donresdages Derich Joparts neve van visch 1 sc. 6 gr. |
Heynrich Mychgelinc 9 voder nymmichs 11 voder vreemds 36 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Alart Lambrechtssoen van wijn 9 gr. |
des vridages Johan Smaelvelt van enen schyp 1 sc. 6 gr. |
(Eymeric) Johan Visscher van salt ende herync 12 gr. |
Heynrich ter Poerten 5½ voder 16 sc. 6 gr. |
Geerlich Borchgaert 4½ last 6 sc. |
Heynrich Konynck 5½ last 7 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Wolter van der Straten 19 voder 9 sc. |
(Doysburg) Heynrich Voss van salt ende visch 2 sc. |
Johan Ernst 3 voder 9 sc. |
|
summa istius septimane 315 sc. 7½ gr. |
| |
fol. 22r
(Nijmegen) des sonnendages post Purificationem Gerart van |
Huest van salt ende herynck 2 sc. |
Scheel Mychgiel van spierynck 9 gr. |
Jan van Roekel van visch 1 sc. 6 gr. |
Arnt van der Lawick van visch 4½ gr. |
des manendages Heyn Jorys van visch 1 sc. 6 gr. |
des dinsdages Herman Wederich van velgen 10½ gr. |
Heyn Boude van visch 1 sc. 1½ gr. |
(Doysburg) Rolof Scholte van salt 1 sc. 4½ gr. |
(Doysburg) Peter Stevenssoen van herynck 1 sc. 9 gr. |
Derich Foppensoen van spierync 9 gr. |
Gobbel Heyderich 7½ voder 22 sc. |
(Eymerich) des godendages Roloff Brentynck van salt 1 sc. 9 gr. |
des donresdages Roloff Johanssoen van herinc 1 sc. 12 gr. |
Johan van Molenem van visch 9 gr. |
Arnt Klover van salt freut ende ballen 8 sc. 3 gr. |
Cornelys van kannen 12 gr. |
Bertolt Peterssoen van spierynck 10½ gr. |
Willem Heydkenssoen van honych molensteen ende packen 2 sc. |
des vridages Derich Foppensoen van spierynck 1 sc. 4½ gr. |
Herman Becker van weyt 9 gr. |
| |
| |
Johan van den Wande van rogge 10½ gr. |
Herman van der Stegen 6 voder 17 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Gerit van den Ham van steenkalen 1 sc. |
des saterdages Gerit van Leedborch van esterich 3 gr. |
|
Summa istius septimane 71 sc. |
|
nona summa mensis noni 708 sc. 7½ gr. |
| |
fol. 22v
des sonnendages ipso die Scholastice Kerstken Toernens van visch 1 sc. 3 gr. |
Johan Cornelys van buckync 9 gr. |
Johan Kenter van herync 1 sc. 4½ gr. |
Arnt van der Lawick van visch 1 sc. |
des manendages Reynken Klaeck van salt 6 sc. |
Derich Doenwalt van salt 3 sc. |
Reenken van Rees van salt 2 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Frederich Neve van herinc 2 sc. 3 gr. |
Johan Schaefdries van freut 9 gr. |
des godendages nyet |
des donresdages Jan die Ryke van visch ende freut 9 gr. |
(Nijmegen) Arnt Geritssoen van buckync 1 sc. 6 gr. |
Johan Toppe van spierinck 1 sc. 6 gr. |
des vridages Johan Schelhaver van steenkalen 1 sc. 6 gr. |
Goesscalc van den Berge van tonvisch 1 sc. 6 gr. |
des saterdages nyet |
|
summa istius septimane 25 sc. |
| |
fol 23r
des sonnendages Esto michi Arnt van der Lawick van tonvisch 1 sc. |
des manendages }{ nyet |
des dinsdages } nyet |
des godendages } nyet |
(Nijmegen) des donresdages Willem Gruenwalt 27½ voder 13 sc. |
(Nijmegen) Evert Syberlinck 12 voder 6 sc. |
Evert die Krom van weyt 9 gr. |
des vridages Lemken van Vliterden van wijn ende balken
|
| |
| |
13 sc. |
Johan van den Dyke van kannen 3 sc. |
des saterdages Johan Blanckaert van spierinc 9 gr. |
Wyer Sanderssoen van spierynck 1 sc. 1½ gr. |
|
summa istius septimane 38 sc. 6 gr. |
| |
fol 23v
des sonnendages Invocavit Arnt Gruter van herynck ende buckync 10½ gr. |
Heynrich van Roekel van tonvisch 11½ gr. |
des manendages } nyet |
des dinsdages } nyet |
des godendages } nyet |
des donresdages Scheel Michiel van spierinc 10½ gr. |
(Eymeric) des vridages Witte Willem van buckync en herinc 1 sc. 6 gr. |
Daem Geritssoen van spierinc 4½ gr. |
des saterdages Heynrich van Roekel van breessemen 7½ gr. |
(Nijmegen) Franck die Roede 2½ last herinx 1 sc. 12 gr. |
|
summa istius septimane 6 sc. 8½ gr. |
| |
fol 24r
(Doysburg) des sonnendages Reminiscere Willem van Ubel van herinc 12 gr. |
(Nijmegen) des manendages Goessen van den Ham van hoymborger |
byer ende herync 1 sc. 4½ gr. |
(Nijmegen) Goessen Heynrichssoen van byer ende herync 2 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Derich Baerss 25 voder 12 sc. |
des dinsdages Marissen van salt ende wicken 5 sc. 3 gr. |
Rutger Boegel 3½ voder 10 sc. 6 gr. |
des godendages Willem van Heze 4½ voder 2 sc. 3 gr. |
des donresdages Willem van Elverich 8 voder 24 sc. |
Willem van Wijke van visch 4½ gr. |
des vridages Derich Janssoen van gruenen visschen 1 sc. 6 gr. |
des saterdages Johan Brughman van wijn ende garenscheiden 21 sc. 9 gr. |
Johan Reynerssoen 6 voder 18 sc. 9 gr. |
| |
| |
summa istius septimane 112 sc.a |
|
vdecima summa mensis decimi 170 sc. 13 gr. |
| |
fol 24v
des sonnendages Oculi Derich Claes van wijn ende leyen 6 sc. 9 gr. |
Rutger van der Praest van visch 6 gr. |
Johan Geritsoen van spierync 3 gr. |
(Wael) Johan die Gruter van wijn ende boerden 9 sc. 9 gr. |
Arnt van der Lawick van visch 6 gr. |
Peter Derixsoen van rogh 1 sc. 4½ gr. |
Jacop Steuve van visch 2 sc. 3 gr. |
Geerlich van Oerbach van garenscheiden 1 sc. 4½ gr. |
des manendages Mychiel Kaerke van gruenen visschen 9 gr. |
(Nijmegen) Heynrich Mychgelync van wicken ende alluyn 3 sc. 9 gr. |
Johan aver den Wech van buckync 9 gr. |
(Doysburg) des dinsdages Heynrich Willemssoen van buckync 4½ gr. |
Saelken van visch 7½ gr. |
des godendages Herman Dune 2 voder 6 sc. |
(Goch) Weghmont van gewande 9 gr. |
Herman Wuest van gewande 4½ gr. |
Gerit mythen Vortt van salt 4½ gr. |
des donresdages nyet |
des vridages Gobel Kluyt van molensteen ende drakenvelder 7 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Heynken Nyelssoen van kallic 1 sc. 10½ gr. |
des saterdages Heynrich Konync van molensteynen 3 sc. |
Arnt van der Lawick van visch 7½ gr. |
|
summa istius septimane 48 sc. 4½ gr. |
| |
fol 25r
des sonnendages Letare Derich Kijffert van visch 4½ gr. |
Lawick van visch 10½ gr. |
Evert Janssoen 6 voder 18 sc. |
des manendages nyet |
des dinsdages Peter Hasensoen 15 voder 44 sc. 3 gr. |
|
Hs.: gr. |
| |
| |
Johan van Halle van huden ende bier 7½ gr. |
Johan Geritssoen 7 voder 21 sc. 6 gr. |
des godendages Johan Schelhaver van gagel ende kesen 12 gr. |
des donresdages Herman van der Stegen van salt ende gagel 9 gr. |
Herman Wuest van salt ende enen teerlync 12 gr. |
Kerstken Toernens van gruenen visschen 1 sc. 1½ gr. |
(Nijmegen) Gaedken Spronck van leydack 3 gr. |
Huge van der Marck 13½ voder 40 sc. 6 gr. |
Johan van den Wal van salt ende buckync 1 sc. 7½ gr. |
(Bomel) des vridages Emont Johanssoen van smalt ende leder 3 gr. |
Bertolt van Tytse van herync ende buckync 10½ gr. |
(Nijmegen) Gerit Koenraetssoen 150 kallix 2 sc. 3 gr. |
Geerken Steynken van visch 3 gr. |
Jacop Mor 12 voder 36 sc. 6 gr. |
Derich van Ghyess 7½ voder 22 sc. 6 gr. |
Herman van Beensem van koperen wercke 3 gr. |
Derich Schellenschair van gruenen visschen 4½ gr. |
Hans Heydken van bal ende yser 7½ gr. |
(Wael) des saterdages Johan die Gruter 11½ voder 27 sc. |
|
summa istius septimane 221 sc. 7½ gr. |
| |
fol 25v
des sonnendages Judica Goessen Bolle van visch 9 gr. |
Bruyn van Wanem van herync 3 sc. 6 gr. |
Herman van Wederich van herynck 4½ gr. |
(Nijmegen) des manendages Willem Gruenwalt 8 voder 3 sc. 9 gr. |
Gerit Keteler van gruenen visschen 4½ gr. |
Gerit van Huest van wijn ende molensteen 9 sc. 9 gr. |
des dinsdages Goessen van Roekel 23 voder 68 sc. |
Derich Tadde van leyen 9 gr. |
Herman Worm 7 voder ende van drogen vaten 23 sc. |
des godendages Jan die Ryke 15½ voder 45 sc. 3 gr. |
Derich Bersse 20 voder 58 sc. |
des donresdages Willem Lambrechtssoen van steen ende |
huden 6 gr. |
(Nijmegen) Gerit van Wel van salt 3 sc. |
(Doysburg) Heynrich Voss 19½ voder 9 sc. |
(Wael) Johan aver den Wech 9½ voder 23 sc. |
| |
| |
Arnt van Loyt 21 voder 61 sc. 6 gr. |
Hokelem 10 voder 30 sc. |
Willem Deysken van drakenvelder 3 sc. 9 gr. |
Reymbout Heynrichssoen 5 voder 15 sc. |
des vridages Evert Bogel 7½ voder 21 sc. |
(Goch) Jenken Geritssoen van gewande 4 sc. 4½ gr. |
Gayken Lambrechtssoen van gruenen visschen 3 gr. |
des saterdages Henken van Hoymborch van kannen 12 gr. |
|
summa istius septimane 385 sc. |
| |
fol 26r
des sonnendages up Palmdach Johan van Beest 150 kallix 2 sc. 6 gr. |
Arnt van der Lawick van visch 10½ gr. |
des manendages nyet |
des dinsdages Roloff Schalte 9½ voder 28 sc. 6 gr. |
des godendages Hoiken van Reess van gewande 7½ gr. |
Arnt van der Lawick van visch 4½ gr. |
Swederken Gruter 13½ voder 31 sc. |
des donresdages Johan Krudener 9½ voder 28 sc. |
Derich Monnyck van garenscheiden 5 sc. 3 gr. |
Peter Specht 4½ voder 13 sc. 6 gr. |
des vridages } nyet |
des saterdages } nyet |
|
summa istius septimane 110 sc. 3 gr. |
|
undecima summa mensis undecimi 765 sc. 1½ gr. |
| |
fol 26v
des sonnendages den heiligen Paeschdage nyet |
des manendages Heyn Harre van steenkalen 2 sc. 6 gr. |
des dinsdages Geerlich van Overbach van salt 2 sc. 6 gr. |
des godendages Johan van Roekel 16½ voder hem dair aff |
qwijt gegeven van mijns genedigen heren bevele 3 voder 39 sc. |
Arnt van Vorsseler 9½ voder 29 sc. |
Derich van Ghijss van visch 9 gr. |
Selff Heynrich van spadeholt 6 gr. |
(Wael) des donredages Peter Alefssoen 2 voder 5 sc. |
(Wael) Heynrich Mychgelinc 7 voder vreemds 4 voder nymmichs
|
| |
| |
18 sc. 9 gr. |
Arnt Klover 3 voder ende van packen 10 sc. |
Arnt Geritssoen van bleeckvaten ende packen 6 sc. |
Doenwalt van wijn ende quernen 8 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Heynrich Sack 15 voder 7 sc. |
(Nijmegen) Reymbout van Lent van salt 1 sc. |
(Eymeric) des vridages Willem Klerck 2½ voder 1 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Willem Lambrechtssoen 3½ voder 1 sc. 10½ gr. |
(Nijmegen) Johan van der Coeken van wijn ende balken 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen Roermond) des saterdages Gerit Koenraetssoen |
van gewande 2 sc. 9 gr. |
Johan van der Woerdt van byer 3 gr. |
Jorys van visch 1 sc. 3 gr. |
|
summa istius septimane 138 sc. 12 gr. |
| |
fol. 27r
des sonnendages Quasimodo Bernt Goltsmyt 3½ voder 10 sc. 6 gr. |
Herman van Peersich 3 voder 8 sc. 6 gr. |
Derich Tibys 9½ voder 28 sc. 6 gr. |
des manendages Johan Tibys 13½ voder 39 sc. 9 gr. |
Herman Wuest 7½ doerganck holts 21 sc. |
des dinsdages Gorys Buelsmanssoen 3½ voder 9 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Derich van den Rijn 7 voder 3 sc. 7½ gr. |
Herman van Wederich van holt 1 sc. 4½ gr. |
(Nijmegen) Johan die Gruter van salt 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Arnt die Roede van faerdel ende henpesacke 1 sc. 6 gr. |
des godendages Heynrich Kijnt 7 voder 21 sc. |
Goesscalc Doppe van visch 4½ gr. |
des donresdages Rutger van der Prayst van visch 3 gr. |
des vridages Lemken van Vliterden van bleeckvaten ende faerdel 15 sc. |
Streufken van kannen 1 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) des saterdages Vetbrouwer 7 voder 3 sc. 3 gr. |
Arnt van der Lawick van visch 4½ gr. |
Bruyn van Wanem van wijn ende drogen vaten 10 sc. 6 gr. |
|
summa istius septimane 177 sc. 3 gr. |
| |
| |
| |
fol 27v
des sonnendages Misericordia Domini nyet |
(Nijmegen) des manendages Gaert van Heze 12½ voder 6 sc. |
(Nijmegen) des dinsdages Nese van den Belayr 3 voder 1 sc. 6 gr. |
des godendages Jan Quade 3½ voder 10 sc. 6 gr. |
Jacop Morre van salt 1 sc. 4½ gr. |
Heyn Bonde van tonvisch 9 gr. |
des donresdages Gobbel Kluyt 7 voder ende van kannen 22 sc. 6 gr. |
des vridages Willem Heidken van faerdel 2 sc. |
Derich Jopart van ale 1 sc. 3 gr. |
Vromoyt 5 voder 15 sc. |
Willem van Moerse 9½ voder 28 sc. |
(Nijmegen) des saterdages Derich van Oryngen 12½ voder 6 sc. |
Cornelys wijff van kannen 6 gr. |
Reynken Harst van rogh 3 sc. |
Willem van Ubel van rogh 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Jenken Geritssoen van mersseryen 4½ gr. |
|
summa istius septimane 99 sc. 10½ gr. |
| |
fol 28r
sonnendages Jubilate Arnt van der Lawic van visch 6 gr. |
(Bomel) Johan die Visscher 4½ voder 2 sc. 3 gr. |
Evert Morre van rogge 4½ gr. |
Daem van Redichaven 6½ voder 20 sc. |
des manendages nyet |
des dinsdages Frederichssoen van Deventer van breessemen 4½ gr. |
des godendages Derich Dyemer van wijn 5 sc. 10½ gr. |
Heynrich van Wynterswich van aele 4½ gr. |
Derich Doenwalt van wijn 15 sc. |
Reynken van Lutyngen van wijn ende drogen vaten 31 sc. 6 gr. |
des donresdages Willem Breuwe 2 voder 6 sc. |
Derich Berss 8½ voder 25 sc. 6 gr. |
Herman Kockensoen van gewande 1 sc. 6 gr. |
Lawick van visch 4½ gr. |
Arnt Klover van salt kesen ende meede 6 sc. 3 gr. |
Heynrich Willemssoen van salt ende aele 3 gr. |
des vridages Willem van den Dyke van vellen 3 gr. |
Backman van steenkalen 1 sc. |
| |
| |
Plonys Hoymborch van wijn ende kannen 11 sc. 7½ gr. |
Johan Reynkenssoen van schollen 6 gr. |
des saterdages Heyn Boulde van visch 9 gr. |
|
Summa istius septimane 129 sc. 6 gr. |
|
Duodecima summa mensis duodecimi 545 sc. 4½ gr. |
| |
fol 28v
Sonnendages Cantate Jan Kenter van wijn 5 sc. |
(Roermond) Gerit Koenraetssoen van gewande 4 sc. 6 gr. |
Lemken Heynrichssoen ½ last vreemds 2 last nymmichs 2 sc. 3 gr. |
Rutger van der Praest van visch 10½ gr. |
(Nijmegen) Heynrich van Roekel van visch 7½ gr. |
Herman Setter 9 voder 26 sc. |
Willem Heytkenssoen van visch ende vellen 1 sc. 1½ gr. |
Emont Janssoen van vellen 3 gr. |
Derich Amelonck 5 voder 15 sc. |
des manendages Heyn Jorijs van visch 1 sc. |
(Doysburg) des dinsdages Daem van den Water 2½ voder 1 sc. 4½ gr. |
des godendages Heynrich Berteltssoen ende Gheen van Vucht |
van twe nyen scheepken 9 gr. |
(Nijmegen) Goessen van den Ham van steenkalen 1 sc. 1½ gr. |
(Wael) des donresdages Heynrich van Beke 8½ voder 20 sc. |
(Eymeric) des vridages Kalkerman van rogh 7½ gr. |
(Nijmegen) Jacop Schriver 6 voder 2 sc. 12 gr. |
Maeshese van eyeren ende sacken 3 gr. |
eyn man van Cleve van rogh 1 sc. 1½ gr. |
des saterdages Peter Hasensoen van salt 6 sc. |
Rutger van der Praest van visch 9 gr. |
|
summa istius septimane 90 sc. 12 gr. |
| |
fol 29r
des sonnendages Vocem Jenken Geritssoen van wollen 9 gr. |
Koppart van Wesel 2½ doerganck 6 sc. |
Herman Geritssoen van visch 1 sc. |
Fenck van tonvisch 9 gr. |
Derich van den Zyel van aele 4½ gr. |
| |
| |
des manendages nyet |
des dinsdages Heyn Boude van tonvisch 6 gr. |
(Roermond) Gerit Koenraetssoen van vellen speck ende wollen 1 sc. 6 gr. |
des godendages nyet |
(Nijmegen) des donresdages Goessen Heynrichssoen van holt 1 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Herman Koeken van hoymburger byer ende van packen ende speck 1 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) des vridages Johan die Gruter van salt 3 sc. 9 gr. |
(Wael) des saterdages Evert Janssoen van salt 6 sc. |
Derich Doenwalt 50 salts 5 sc. 9 gr. |
Reynken Monter van kallic 9 gr. |
|
summa istius septimane 29 sc. 9 gr. |
| |
fol 29v
sonnendages Exaudi Witte Willem van drogen vaten 6 sc. |
Willem van Ubel van rogh 4½ gr. |
Herman van der Scholen 7½ voder 22 sc. |
een man van Duysseldorpe van sarcksteyne 7½ gr. |
des manendages Willem Deysken van drakenvelder 3 sc. |
Arnt Seryssoen 13½ voder 40 sc. |
(Eymeric) Herman Voss 4 voder 2 sc. |
Peter ten Weerde van rogge 1 sc. 6 gr. |
Roloff Brenttynck van weed, yser ende stael 7 sc. |
Heyn Nijss van plancken 6 gr. |
des dinsdages Reynken Klaeck 19 voder ende van rogh 60 sc. |
Evert van Huest van molensteynen 6 sc. |
Arnt Geritssoen van drogen vaten 3 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Willem Lambrechts soen van wijn 1 sc. 6 gr. |
Kerstken van den Hunen 3 voder 9 sc. |
(Wael) des godendages Peter Pryem 3½ doerganck 8 sc. |
Johan van Herssen 6½ doerganck 19 sc. |
Tele van Wesel 3 doerganck 9 sc. |
Herman Becker van weyte 4½ gr. |
Peter Klayck van weyt ende kallic 12 sc. |
(Nijmegen) des donresdages Sweder Gruter 4½ veerdel salts 4 sc. 6 gr. |
Witte Willem van rogh yser ende boerden 8 sc. |
Jan van Hoymborch van rogh ende steenkalen 1 sc. 6 gr. |
| |
| |
Arnt Klover 7½ voder ende van drogen vaten 24 sc. |
des vridages nyet |
(Nijmegen) des saterdages Herman van Katwick van wijn 1 sc. 1½ gr. |
|
summa istius septimane 250 sc. 3 gr. |
| |
fol 30r
sonnendages up Pinxtdach Aelbrechts Jens soen 3 voder 8 sc. 6 gr. |
Arnt van der Lawick van visch 6 gr. |
(Nijmegen) des manendages Johan Gaedkenssoen van wijn ende packen 10½ gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Gerit Koenraetssoen van packen 10½ gr. |
Louwer van schollen 2½ gr. |
(Nijmegen) Luytken van Lentt van wijn rogh ende molensteyne 5 sc. 3 gr. |
Jacop Morre van weedt kallic ende rogge 12 sc. |
des godendages nyet |
des donresdages Johan Cornelyssoen van quernen ende molensteynen 6 sc. 6 gr. |
(Eymeric) Johan Visscher van salt 9 gr. |
(Nijmegen) Gerit van den Ham van kallic ende kannen 1 sc. 3 gr. |
Reyner Harst van salt 9 gr. |
des vridages Herman Wuest van plancken ende bernholt 1 sc. |
Gobbel Kluyt 5½ voder 15 sc. 9 gr. |
Lemken van Vliterden van salt wol ende terre 4 sc. 6 gr. |
Reynken Klaeck van salt 8 sc. |
Plonys Hoymborch van salt 1 sc. 6 gr. |
des saterdages Reynken van Lutyngen 2½ veerdel salts 9 sc. 3 gr. |
Derich Monnijck van garenscheiden 6 sc. |
(Nijmegen) Goessen van den Ham van hoymborger byer schollen ende vellen 1 sc. 9 gr. |
Gaert Roffart Buestkenssoen 150 roggen 8 sc. |
|
summa istius septimane 92 sc. 6 gr. |
|
tredecima summa mensis tredecimi 463 sc. 3 gr. |
| |
| |
| |
fol 30v
des sonnendages octava Penthecostes } nyet |
des manendages } nyet |
des dinsdages } nyet |
des godendages Gerart Scholder van aele 4½ gr. |
Peter Aelefssoen van aele ende speck 6 gr. |
des donresdages Gerart van Huest van salt 1 sc. 9 gr. |
des vridages nyet |
des saterdages Koenraet Jopart van kannen ende molensteyn 3 sc. 6 gr. |
Herbert Korff van kallic ende rogge 2 sc. |
(Eymeric) Roloff Brenttynck van salt 2 sc. |
Johan van Wy ende Buerken 150 roggen 8 sc. |
|
summa istius septimane 17 sc. 12 gr. |
| |
fol 31r
des sonnendages post Sacramenti Evert Mor van salt 9 sc. |
des manendages Derich Schellenschair van aele 3 gr. |
des dinsdages nyet |
des godendages Aleff Hermanssoen van kallic 9 gr. |
Bruyn van Wanem van rogh steen ende weedt 15 sc. 9 gr. |
des donresdages nyet |
(Eymeric) des vridages Hubert Bogel van wijn steen ende boerde rogge 14 sc. |
des saterdages Doernyck 4½ doerganck holts 13 sc. 6 gr. |
Herman Wederich van holt ende velgen 3 sc. 9 gr. |
|
summa istius septimane 56 sc. 9 gr. |
| |
fol 31v
sonnendages post Viti Heynrich Konynck van haveren 7½ gr. |
(Doysburg) Peter Stevens soen van rogh 10½ gr. |
(Nijmegen) Lemken Heynrichs soen van steenkalen 12 gr. |
(Nijmegen) Goessen Heynrichssoen van steenkalen 9 gr. |
des manendages Johan Schelhaver van steenkalen 9 gr. |
Evert Mor van rogh 6 sc. 9 gr. |
des dinsdages Heynrich van Orssoye van holt 12 gr. |
Gerit Geritssoen van packen 4½ gr. |
(Nijmegen) Bongart van kannen 7½ gr. |
des godendages Kornelys wijff van kannen 1 sc. 4½ gr. |
| |
| |
Roeswalt van rogge 1 sc. |
Willem Heydkenssoen van balken ende edick 1 sc. |
een man van Reess van enen nyen schip 9 gr. |
Henric van Hoymborch van rogh 2 sc. 3 gr. |
des donresdages Herman Wuest van packen 10½ gr. |
(Eymeric) Arnt Klover van salt 2 sc. 9 gr. |
des vridages nyet |
(Nijmegen) des saterdages Nese van den Belayr 4½ voder 2 sc. 6 gr. |
(Roermond) Gerit Koenraetssoen van gewande 2 sc. 3 gr. |
|
summa istius septimane 26 sc. 4½ gr. |
| |
fol 32r
sonnendages vigilia Johannes Baptiste Heynrich Kalff van holt 12 gr. |
(Goch) Herman Kockensoen van gewande 1 sc. 9 gr. |
(Doysburg) Geerlacus van Doesborch 10 voder 5 sc. |
Gobbel Kluyt van eerden 6 gr. |
(Wael) des manendages Goessen van Schyerenbeke van holt 3 sc. 9 gr. |
des dinsdages Lambrechts Muser van torff 3 gr. |
Johan Cornelyssoen van salt 6 sc. |
(Nijmegen) Derich Roggenbroet van kesen ende boteren 3 sc. |
Jacop Mor van salt boteren ende kesen 8 sc. 10½ gr. |
(Nijmegen) Lambrechts Heynrichssoen van byer boter ende kesen 2 sc. 3 gr. |
(Nijmegen) Arnt Derixsoen 6½ last nymmichs ½ last vreemds 6 sc. |
des godendages Aleff Hermanssoen van salt ende kesen 9 gr. |
Herman Wuest 2 last 2 sc. 6 gr. |
Herbert Korff van salt ende boter 3 sc. |
Johan van den Wal 4 last 6 sc. |
Heynrich van Lutyngen van kesen ende boteren 2 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) Bongart van kesen ende boteren 10½ gr. |
Derich Vuest van kesen ende boteren 2 sc. 6 gr. |
(Eymeric) Geerlich Borchart van kesen ende boteren 12 gr. |
Heynrich Konync 5 last ende van salt 9 sc. |
des donresdages Johan Schelhaver 5 last 6 sc. 9 gr. |
Henric van Hoymborch van kesen ende boteren 1 sc. 6 gr. |
Heyn Wytinck van holt 3 sc. |
Willem Heidkenssoen van schollen 12 gr. |
| |
| |
Bertolt Vrintitse van salt ende boteren 12 gr. |
des vridages Heynrich van der Horst van kesen ende boteren 1 sc. 6 gr. |
Roeswalt van salt ende kesen 3 sc. 9 gr. |
Jopart van salt ende schollen 4 sc. 9 gr. |
(Nijmegen) Saterdages Goessen van den Ham van salt boter kesen 3 sc. |
|
summa istius septimane 91 sc. 3 gr. |
|
quarta decima summa mensis quartodecimi 192 sc. 1½ gr. |
| |
fol 32v
sonnendages post Petri et Pauli Johan van Roekel van schollen 4½ gr. |
des manendages Reynken Klaeck van wijn 8½ voder van boerden ende van yser 25 sc. 6 gr. |
(Nijmegen) des dinsdages Heynken Nyelssoen van kallic 2 sc. 3 gr. |
(Wael) des godendages Reynart Merkelijns 8 voder 19 sc. |
(Wael) des donresdages Gerit Geritssoen 4 voder 9 sc. |
Gerit van Huest van garenscheiden 2 sc. |
Evert vamme Stade van wijn ende boerden 2 sc. |
Heynrich van Wynterswich van salt 8 sc. |
Peter Hasensoen van salt 8 sc. |
(Eymeric) Heynrich Brenger van rogh 9 gr. |
Gerit Wijchant van elshout 9 gr. |
des vridages Rutger Lepken van kallic 2 sc. |
des saterdages Derich Claessoen van leyen ende boerden 3 sc. |
(Nijmegen) Herman Kockensoen van wollen ende kesen 1 sc. 1½ gr. |
(Nijmegen) Gerit Koenraetssoen van hoymburger byer ende slach klederen 1 sc. |
|
summa istius septimane 84 sc. 6 gr. |
| |
fol 33r
des sonnendages post Visitationis beate Virginis Kerstken van Hunen van wijn 6 sc. 9 gr. |
Henric Scheerk van kannen 2 sc. |
des manendages Johan die Gruter 9 voder 27 sc. |
| |
| |
(Nijmegen) Swederken Gruter van wijn ende boerden 2 sc. 3 gr. |
des dinsdages nyet |
des godendages Koppert van Wesel van holt 7½ gr. |
(Nijmegen) Gerit van Wel van salt 3 sc. 9 gr. |
Gerit van den Ham van byer ende van vellen 4½ gr. |
Gerit Bortt van kallic 1 sc. 3 gr. |
des donresdages Lemken van Vliterden van wijn boerden ende yseren 11 sc. |
Jannes van Wel van wijn leyen ende boerden 2 sc. |
des vridages Jacop Schriver van weedt ende steenkalen 3 sc. |
(Wael) Johan Amelonck 4½ voder 11 sc. 6 gr. |
des saterdages Derich Doenwalt van quernen ende harssen 1 sc. 6 gr. |
(Doysburg) Peter Stevens soen van rogh 1 sc. 6 gr. |
Hertbert Korff van kallic 2 sc. 3 gr. |
Heynrich Voss wijff van rogh 3½ gr. |
|
summa istius septimane 76 sc. 6½ gr. |
|
summa istorum duarum septimanarum ultimi mensis 160 sc. 12½ groyt. |
| |
fol 33v
Summa summarum van allen upboeren van den vurscreven Tolle tot Lobede als van den heiligen Pinxtdach int jair veerthienhondert ende acht thent des sonnendages na sente Margareten dach int jair veerthien hondert ende negen die tijt beloept sich up een jair ende sess weken,
koemt up 8247 sc. Hier heeft mijn here van Cleve dat derden dele aff geboert dat is 2749 sc.Ga naar voetnoot1 Also blyft die somme yn Wolters upboeren 5498 sc.
| |
fol 34r
Upboeren van korne up den Ossenweert ende up der hoeven ende van tynse tot Herwen
Item up den Ossenweert 53 malder weyts ende up der hoeven is gewassen 4½ malder weyts valent simul 57 malder ende twe scepel weyts. Des ys tot Hattem gesant 48 malder ende 3 scepel
| |
| |
ende des ys 1 scepel tot Lobede gebacken in provanden doe mijn lieve genedige vrouwe daer was. Also bleef tot Lobede 8 malder 2 scepel weyts dat malder vercocht vur 38 blincken valent 23 guldens 50 gr. den gulden gerekent vur 13½ blincken
Item noch up den Ossenweert 9 malder ende 1 scepel roggen dat malder ende 1 scepel roggen dat malder vercocht ad 30 blincken valent 20 guldens 30 gr.
Item noch 24 malder ende 3 scepel boecweyts dat malder ad 14 blincken valent 35 guldens 36 gr.
Item noch 18 malder gersten der ys tot Hattem gesant 16 malder. Also bleven tot Lobede twe malder, vercocht dat malder ad 18 blincken valent 2 guldens 36 gr.
Item noch 10 malder ende 3 scepel haveren dat malder vercocht ad 1 gulden valent 10 guldens 40½ gr.
Item noch 3 malder ende 3 scepel erten der ys gesant tot Hattem 3 malder ende twe scepel ende dat ander scepel was tot Lobede in provanden verdaen do mijn genedige vrouwe daer was
Item noch twe malder wicken ylker malder vercocht vur 1 gulden valent 2 gulden
Item geboert van weert ryseren die dat ijss ontwe gesteken hadden die te harest up den groten weert gesneden woerden 9 gulden
Item nu te lentten up den groten weert dean snyden 28 vymmen rijss der is tot tween tiden verdaen aen den hoefde, ende an den tunen ende oic up den groten weert mede te paten 12 vymmen. Ende der ys gesant up die kalver weyde 4½ kleyn vymmen die maken drie grote vymmen. Also is derre vercocht 13 vymmen ad 3½ gulden valent 45 gulden 27 gr.
summa in gelde 140 gulden 3½ gr.
| |
fol 34v
van tynse ende heergeweden
Item van der vrouwen van Reess van den weerde en visscheryen tot Aerde 14 lb. ad 7½ blincken valent 7 gulden 42 gr.
van heren Willem van Rees van lande dat Macharijs van Aerde te wesen plach 7 lb. valent 3 gulden 48 gr.
Gerit van Dromel van lande achter den Tollhuys 1 sc. valent 1½ gulden 27 gr.
Wernken ten Hoeve van die grietschen tiendken 16 gulden
Heynrich van Oy van den Gelresschen weerde tgegen Aerde 5½ sc. valent 13 gulden 41 gr.
| |
| |
Gaert Roffart van den Ossenweert 5 marc ad 9 vleems plack valent 4 gulden 31½ gr.
van den veerstat up den Rijn 3 tynsgroiten valent 6 gr.
van der veerstat to Bymen 1½ tyns groiten valent 3 gr.
van den selven 3 malder haveren ad 1 gulden valent 3 gulden
van tynse up sunte Mertens dach yn den vronenhof tot Herwen daer aff gebuert 42 gulden 7 groyt
geboert van enen heergewede van Jutten van Kamphusen 9 gulden.
van Evert den Kromme van enen heergewede 13 gulden
van Wynant van Nyenhoven van enen heergewede 11 gulden
die visscher van Griethusen van mijns lief heren water yn den Waele ende yn den Rijn 8 gulden
Summa van den tynse ende heergewede 134 gulden 43½ gr.
summa simul an gelde van korne weerde tynse ende heergewede vurscreven 274 gulden 47 gr., maken elken rijns gulden gerekent vuer 25 blincken 148 rijns guldens 43 gr. Dye maken an schilden vyer rijns gulden gerekent vuer drye schilde 111 sc. 43 gelresche groyt.
| |
fol 35r
Summa totalis omnium receptorum van den Tolle tot Lobede yn Wolters upboeren so vurscreven ys. Ende van koirne tynse weerdt heergewede vurscreven koempt up 5609 sc. 43 groyt gelresch.
| |
fol 35v blanco
Dyt is uytgheven ende bewisynghe Wolters van der Elborch van den tol tot Lobede. Aengaende int jair onss Heren MCCCC ende acht jair, up den heyligen Pinxtdach durende thent up sunnendages tho na sunte Margareten dach int jair van MCCCC ende negen, die tijt beloept sich up een jaer ende sess weken. Men sal rekenen alle dese rekenynghe uyt 4 rijns gulden vur 3 sc. den rijns gulden vur 100 gr., den gelresschen gulden vur 54 gr. den scild vur 133½ groyten
In den yersten so bleef mijn genedige here Wolter schuldich van der lester rekenyngen die Wolter synen genaden ten Grave
| |
| |
dede van der tol tot Lobede, na yngehalt des rekenboecks, 2412 alde sc. 8 gelresche gr.
Willem van Bransenborch van wegen jonker Reynalts van Coverden 1000 sc.Ga naar voetnoot1
Heren Johan van Nyensteyn van synen leen dat hem up sunte Mertensdach yn den wynter tot Lobede verschijnt 20 sc.
do Wolter sijn rekenynge dede ten Grave des saterdages na den Pynxtdach doe had hy mede enen klerck ende enen knecht ende waren uyt thent up den vierden dach myt drie perden verteerden 2 sc.
gegeven om wynterkleder tot Lobede den tolner besyerre schriver ende den gemeynen huysgesynne 42 sc.
tgegen Kersmysse den monnych van Cleve die mysse up den tolhuyss pleecht te doen tot offergelde 1 sc.
den barbyer van Eymerich tot offergelde 1 sc.
den tolner besyere schriver ende gemeynen huysgesynne tot offergelde 10 sc.
Summa lateris 3488 sc. 8 gelresche gr.
Herman Wolff van Romunde van wegen mijns lieven heren betaelt 1181 rijns gulden
Johan ten Wal van Wesel van der baerdsen ende oic van enen ayeke die tot Bomel gesant waert 46 rijns gulden
Heghman gegeven tgegen hogetijt van Kersmysse tot mijns liefs heren behoeff 54 rijns gulden
Heghman ter selver tijt te drinckgelde 1 rijns gulden
des dinsdages post Anthonii den smyt van Oyen geqwijdt tot Nymegen van gebade mijns liefs heren 1000 lb. ysers kosten 12 rijns gulden
up sunte Pouwels dach Conversio gegeven Danel des tolners knecht van Duysseldorpe die hy tot Keysersweerde te tol gheven moeste als van twe molensteyne ende twe stucken wijns die mijnen lieven heren thobehoerden 2 rijnsche gulden den selven knechte gegeven te teergelde 1 rijnsche gulden
Heynrich van Heze tot Nymegen van wegen mijns liefs heren vuer 100 ende sess kronen betaelt 131 rijnsche gulden 42 gr.
heeft Wolter van der leyste tot synen dele betaelt tot Derix huys van Redinchoven 5 rijnsche gulden
den rentmeyster der lande van Gelre gegeven 2444 rijns gulden 9 gr.
| |
| |
des anderen dages na sunte Jacobs dach betaelde Wolter tot Nymegen yn Johans huyss van Huessen voer den rentmeyster Uden den Bosen heren Johan Balyuwe van beveel des rentmeysters 2 rijns gulden
up sunte Katherinen dach reden Wolter ende Heynrich van Weelderen tot Arnhem van bevele des rentmeysters als myt hem te spreken ende waren uyt enen nacht ende anderhalven dach verteerden 1 rijns gulden
des saterdages post Andree reden Wolter ende Heynrich van Weelderen tot Arnhem by den rentmeyster ende brachten hem gelt totten wynen mede te kopen ende waren uyt myt 3 perden enen dach ende enen nacht verteerden 1 rijns gulden
des sonnendages post Anthonii reet Wolter van bevele mijns liefs heren ten Rosendael myt synen genaden te spreken ende was uyt myt twe perden thent up den derden dach verteerden 1 rijns gulden 8 gr.
des saterdages na Invocavit do mijn lieve genedige vrouwe tot Lobede was doe gaff Wolter mijnre liever vrouwen 16 rijns gulden
ter selver tijt yn mijnre liever vrouwen ampten gegeven 13 rijns gulden
des dinsdages na Paeschdach do mijn lieve here tot Lobede was doe gaff Wolter mynen lieven heren des avonts ende des anderen dages 24 rijns gulden
des godendages na Paeschdage Claes van Geldorppe gegeven van mijns liefs heren bevele 5 rijns gulden
Summa amborum laterum 3940 rijns gulden 59 gr. maken an alden schilden 2955 sc. 59 gr.
Van gruenen visschen die upwerts gesant sijn
tgegen Kersmysse gekocht weder Herman Becker van Griethusen die voert tot Gelre gesant sijn 9 salme ad 2 rijns gulden 29 gr. valent 20 rijns gulden 61 groet
ter selver tijt 1850 pricken kosten 12 rijns gulden 10 gr.
om twe korff daer men dese salmen ende pricken yn vuerde 6 gr.
een karre gehuert myt twe perden die dese vurscreven visch tot Gelre vuerde koste 1 rijns gulden 40 groyt
enen manne die mede gynck dese vurscreven salme ende pricken te verwaren ende tot Gelre te leveren koste te loen ende terynge 53 gr.
| |
| |
Herman Visscher gegeven te teergelde die om dese vurscreven salme ende pricken wael anderhalff weke uytgeweest hadde den Ryne up die te werven ende te vergaderen 1 rijns gulden
Sonnendages post Anthonii gekocht weder Herman Becker die voert tot Caster gesant sijn om 1000 pricken 6 rijns gulden
om twe salmen tot Caster gesant 5 rijns gulden 40 gr.
kosten dese vurscreven salmen ende pricken van Griethusen te schip tot BerckGa naar voetnoot1 te doen vueren 1 rijns gulden
tot Berck een karre gehuert mit twe perden die dese salme ende pricken voert tot Caster vuerde koste 2 rijns gulden
tot Berck enen korff gekocht daer men dese visch ynne vuerde tot Castor koste 6 gr.
verteerden Herman Visscher onder wegen ende die karman eer sy weder te huys quamen 2 rijns gulden
sande Claes Vyge snoeckemyt enen aycke tot Gelre tegen Kersmysse daer tho een peert gehuert die den aicke van Lobede up toech tgegen die Beke koste 80 gr.
des godendages post Blasii tot Gelre gesant 400 pricken kosten 2 rijns gulden 20 gr.
enen knecht myt enen peerde gesant die dese pricken tot Gelre vuerde dyen te loen ende te teergelde gegeven 54 gr.
des donresdages post Blasii tot Gelre gesant van bevele des haefmeysters ende rentmeysters twe korve visch kosten 6 rijnse gulden
des sonnendages Esto Michi tot Caster gesant by Herman Becker dat men voert tot Dueren sande 3 salme kosten 8 rijns gulden 12 blincken. Ende 1200 pricken ende oic om pricken die uyt den kare gelopen waren die wyle dat men dese pricken vergaderde, 6 rijnse gulden. Ende enen karman gehuert die dese salme ende pricken yn den groten water vuerde van Xancten tot Caster tho 2 rijns gulden. Ende twe knechte gehuert die dese salmen ende pricken ende Herman Becker vuerden te schip van Griethusen tot Xancten kosten 19 blincken. Ende Herman Becker verteerde do hy dese salme ende pricken vergaderde ende oic onderwegen tot Castor tho eer hy weder te huys quam 2 rijns gulden. Ende Herman gegeven te loen voer synen arbeyt 19 blincken, valent simul 20 rijns gulden
Yn die weke van halfvasten sande Wolter tot Hattem 7 lampreyden die hy van Kuyck die Mase up tot Venlo tho hadde doen vergaderen kosten 1 rijns gulden 10 blincken
| |
| |
den knecht gegeven die om dese lampreiden upwerts gewandelt was ende die sy voert droech tot Hattem 1 rijns gulden
Summa laterum amborum 84 rijns gulden 10 gr. maken 63 sc. 10 gr.
Van reysen mijnre lieven heren ende vrouwen ende oerre rayde ende vriende
des sonnendages up sunte Scholastikendach quam mijn genedige here ghegen den avont tot Lobede myt synen huysgesynne ende duerde daer thent des anderen dages dat hy syn yerst eten gedaen hadde, dat hy voert te schip nederwerts vuer, verteerde tot Lobede yn allen ampten na yngehalt der partes van den cockenbueck 121 gulden 45 gr.
des saterdages na Invocavit tghen den avont quam mijn lieve genedige vrouwe die hertogynne van Gulich ende van Gelre tot Lobede. Ende up die self tijt quamen aldair mijn lieve here die hertoge van den Berghe die greve van Vernenborch heren Johan van Wyenhorst haefmeister, ende twe fransoysse riddere ende duerden daer te samen dat mijn genedige vrouwe des anderen dages myt oeren huysgesynne ende vrienden deels nederwarts voer te schip. Ende mijn lieve here die hertoge van den Berghe die greve van Vernenberch die haefmeyster vurscreven myt oeren gesynne tot Nymegen vueren, verteerden te samen an alre cost tot Lobede ende an cost die mijn lieve vrouwe ynt schip hadde, ende oic an cost die mijn lieve here hertoge van den Berghe mede ynt schip hadde myt den heren rytheren ende knechten die myt hem vueren. Ende oic mede an cost tusschen Duysseldorppe ende Lobede uytgegeven als van bodeloen etcetera simul 120 gulden 46½ gelresche gr.
so was ter selver tijt tot Lobede in provianden 3 spint erten 1 scepel weyts
up die self tijt dede mijne lieve vrouwe tot Lobede armen luden om Gaids wille gheven want yn den groten water was, an broede ende an heryngh 12 gulden 37 gr.
gehuert 9 gesellen die mynen heren den hertoge van den Berghe mytter baerdse van Lobede tot Nymegen vuerden ende brachten die baerdse weder up, koste 2 gulden.
des dinsdages na den den heiligen Paesdach omtrent vespertijt quam myn lieve genedige here tot Lobede. Ende up die selff tijt quam daer mijn here die greve van Cleve ende duerden daer
| |
| |
thent des anderen dages dat sy oer yerst eten gedaen hadden. Verteerden daer yn allen ampten na yngehalt des cokenbuecks simul 183 gulden 37½ gr.
ter selver tijt vuer mijn lieve here myt der baerdsen nederwerts, daer tho geschickt 11 knechte die royen solden, dye voert myt der vurscreven baerdsen tot Utrecht vueren ende bleven uyt thent up den elften dach eer sy myt der baerdsen weder omme tot Lobede quamen. Dyen gegeven te loen ende oic van terynge simul 9 rijns gulden valent 16 gulden 36 gr.
des saterdages post Remigii quamen die haefmeyster her Peter Schriver Johannes van den Aldenkircken belynt myt 8 peerden up den tolhuse ten iersten eten verdeden daer an wij spise ende haveren 2 gulden
des donredages post Victoris ten yersten eten quam die haefmeyster her Peter Schriver Johannes van der Aldenkircken tot Lobede myt 7 peerden verteerden dair an wijn spisen ende haveren simul 1 gulden 46 gr.
des saterdages hier nae quam tot Lobede meyster Johan Glats myt gelase ende andere gereyscap dat tot Hattem in wesen solde, den geqwijt van vracht ende cost van Bonne tot Lobede tho 3 gulden
den selven van teergelde voert tot Hattem tho 22 gr.
des anderen dages na Onser Vrouwen dach Concepcio quam heren Gadert van der Ruere tgegen den avont tot Lobede myt 4 peerden ende duerde daer thent des anderen dages des morgens, verteerde simul 1 gulden 40 gr.
Summa istorum laterum 467 gulden 24 gr. valent 252 rijns gulden 42 gr. die maken 189 sc. 42 gr.
des donredages na Kersdach quam Arnt Pieck overste rentmeyster des landes van Gelre tot Lobede tgegen den avont myt 7 peerden ende duerde daer thent des anderen dages verteerden daer en bynnen 3 gulden ter selver tijt van bevele des rentmeysters den huysgesynne 2 gulden
des manendages post Anthonii quam Derich van Wisch myt vijf peerden tghen den avont tot Lobede ende duerde daer thent des anderen dages des morgens dat he voert van mijns gnedigen heren wegen tot Ravensteyn reet, verteerde tot Lobede 2 gulden up onsser Vrouwen avont Purificatio geqwijdt den henxt den die rentmeyster tot Lobede lyet staen, die voert gesant waert yn die
| |
| |
Lyemerss tot meyster Johan den maerscallic, daer af betaelt van 16 weken te cost ende te meysterye 34 gulden
so hadde dese vurscreven henxt up den tolhuse gestaen so vuer ende nae eer men den weder omme tot Arnhem sande 10 dage lanck. Ende oic so daer af te badeloen gegeven was up vyer reysen dat daer omme gesant was yn die Lyemerss simul 2 gulden
des dinsdages na Onser Vrouwen dach Purificationis quam die rentmeister tgegen den avont tot Lobede myt 6 peerden ende duerde daer thent des anderen dages, verteerde 2 gulden 20 gr. ter selver tijt den huyssgesynne up den tolhuys van bevele des rentmeysters 2 gulden
des manendages post Scholastice do mijn lieve here van Lobede nederwerts vuer doe bleef Heynrich van Braecbeke tot Lobede liggen myt enen vervangenen peerde thent des sonnendages op Onser Vrouwen avont Annunciacionis, die tijt beloept sich up 6 weken. Ende hier en bynnen was Heynrich 11 dage uyt, mer dat peert bleef dan staen, verteerden simul 12 gulden
des godendages post Scolastice Welken ende sijn geselle myt twe rossen quamen tot Lobede ende bleven daer thent des anderen dages dat sy geten hadden, verteerden 44 gr.
des sonnendages Esto Michi quam tot Lobede Daem Bottelyer te peerde ende voert die jeger knechte self vijfter myt wijnden honden ende myt enen bere ende duerden daer thent des anderen dages dat sy gheten hadden, verteerden simul 2 gulden 20 groyt
des manendages na Esto Michi quamen tot Lobede to schip des morgens mijnre genediger vrouwen huysgesynne myt den kamergewant als voert tot Hattem te varen, den gegeven te teergelde van gebade mijnre genediger vrouwen 6 gulden. Ende sy hadden mede ynt schip an hammen, metworst, een spaenverken an eyeren ende die havyck hadde een hoen valent 2 gulden 8 gr., om broet 36 gr. om een vaetken wijns ende om een vat hoppen 3 gulden 10 gr. simul 12 gulden
up sunte Peters dach ad Cathedram tgen den avont quamen tot Lobede Johan die Here, Wynandus clerck tot Hattem ende Koele stalknecht, ende duerden daer thent des anderen dages dat sy ontbeten hadden ende sy brachten die baetscaff dat mijn genedige vrouwen van upwerts tot Lobede komen solde, verteerden 1 gulden 16 gr.
des sonnendages Oculi quamen tot Lobede te schip die haefmeyster die drosset van Gulich Werner Bussel Johan van Wy
| |
| |
Johan van Boetberg Gaert Roffart Koexken tot 18 personen tho ende aten ende rampenyerden tot Lobede, verteerden tot Lobede an alrehande cost ende an wijn hoppe ende andere cost die sy mede ynt schip hadden tot Nymegen tho 4 gulden
des dinsdages na Oculi quamen tot Lobede te vespertide Smeedken, Thijsken myt den rossen teldenden peerden ende anderen peerden tot 26 stucken tho, hebben verteert des avonts ende des morgens do sy ontbeten die gesellen ende peerde te samen up den tolhuse ende yn den herbergen vuer den tolhuse dat gerekent was by Smeedken den dat bevolen was van des maerscallix wegen 12 gulden
den vere gegeven van desen 26 peerden ende nae van 44 peerden 1 gulden 20 gr.
Ghysken duerwerder gegeven tot desen peerden tot Arnhem over te vueren 25 blincken
Summa istorum laterum 95 gulden 4 gr. valent 51 rijns gulden 34 gr. die maken 38 sc. 67 gr.
des sonnendages Letare quamen tot Lobede heren Sanders knechte van Kodichoven oerre drye myt 3 peerden ende duerden daer thent des anderen dages dat sy ontbeten hadden verteerden 1 gulden
des donredages na Judica die baerdse gesant van Lobede tot IJsseloert daer mede gesant 5 gesellen die mede tot Hattem vueren dyen gegeven do sy van Lobede vueren te teergelde 1 gulden 46 gr.
des godendages na Quasimodo quam mijn here die hertoge van den Berghe heren Johan van Wienhorst haefmeyster, die maerscallic, mijns liefs heren piper ende rampenyerden ende vueren over omtrent myt 61 peerden die geqwijdt van bevele des haefmeysters van den veergelde kosten 1 gulden 7 gr.
des vurscreven die rampenyerden vuer den tolhuse hadden an wijn ende cost 1 gulden
up den selven godensdach quam Ernken die bade ende bracht meyster Symon den Joede myt synen gesellen tot Lobede, dyen 1 schip gehuert daer sy mede tot Arnhem vueren koste 32 gr.
des vridages post Misericordiam Domini quamen up den tolhuse Ernken die bade, meyster Symon die Joede ende sijn gesellen omtrent vespertijt ende duerden daer thent des sonnendages des mergens dat sy myt eenre karren upwerts vueren, verteerden hier en bynnen ende oic an provanden die sy mede up die karre
| |
| |
hadden 1 rijns gulden. Ende si hadden mede te teergelde 5 rijns gulden. Ende vuer een karre gegeven die sy tot Coelne vuerde 8 gulden valent simul 19 gulden 6 gr.
So hebben twe mannen gearbeyt up den tolhuys yn den alden thoren. Als eerde uyt te graven ende uyt te vueren, die hebben van 7 dage gehadt te loen ende an cost 1 gulden 16 gr.
Jacob Mychgelinc betaelt van gebade mijns liefs heren 38 gulden doe Aleff Hermans soen mijns liefs heren kallic geladen hadde daer tho gehuert yn den kleynen water drye lichtschepe, twe tot Nymegen, ellic vuer 12½ gulden. Ende Bernt des veren meeste schip vuer 6½ gulden daer men den kallic voert mede tot Hattem vuerde valent simul 31 gulden 27 gr.
So heeft Hermans swager van Romunde tot Lobede yn der cost geweest om Hermans gelt te wachten van des sonnendages Viti thent des sonnendages up sente Mertens dach die tijt beloept sich up 21 weken ad 1½ gulden valent 31 gulden 27 gr.
So heeft Willem van Bransenborch tot Lobede yn der cost geweest van wege des jonckeren van Covorden van des sonnendages Octava Epyphanie thent des sonnendages Misericordia Domini die tijt beloept sich up 14 weken ad 1½ gulden valent 21 gulden
so hebben tot Lobede yn der cost geweest Johan Teybart ende Lambertus Pape dyenere mijns heren van Cleve van Pinxtdach thent des sonnendages na sente Margaretendach die tijt beloept sich up een jaer ende sess weken elken ter weke ad 1½ gulden valent 174 gulden
Des gesynds loen up den tolhuse van eynen alyngen jair Derxken den kock van synen loen 6 gulden 24 gr., item der moeder up den tolhuse 6 gulden 24 gr., Johan Monsfoirt 6 gulden, Wouter der weker 5 gulden, Meyken den bouknechte 5 gulden
Seelken den hoppenbrouwer gegeven van bevele des maerscllix doe hy tot Randerade gynck 2 gulden, den selven yn der cost gehalden tot Lobede van bevele mijns liefs heren van Paesschen thent Pynxten tho daer en bynnen verteert 3 gulden
Summa istorum laterum 355 gulden 47 gr. valent 192 rijns gulden 17 gr. die maken 144 sc. 17 gr.
des sonnendages Jubilate quamen upt tolhuys te myddage mijns liefs heren rayt als die haefmeyster die maerscallic joncker Deric van Wisch Ude die Bose myt anderen mijns liefs heren vrienden als joncker Johan Stecke Werneer vamme Royde Johan van
| |
| |
Boetberg mijns liefs heren piper. Ende duerden dair uytgenomen Derich van Wisch die tgegen den avont ewech reet, thent des anderen dages na den yersten eten, hebben verteert bynnen dese drie maeltiden primo om ½ osse 6 gulden om 1 side spex ende twe hammen 2 gulden 11½ blincken om sulte van twe verken 1 gulden om 1 lam 1 gulden om 25 hoenren ad 1 botdreger valent 2 gulden 10 blincken om ½ spint erten 1 blinck om 1 virdel eyer 3 gr. om tonboter ende suete boter 4 blincken om 1 parskese 4 blincken om twe lb ongelkersse 2½ blincken om roggebroet ende weytenbroet 2 gulden 5 blincken om 1 vaet hoppen ende drie veerdel vaet dat vat 16 blincken valent 2 gulden 1 blinck om 1 ame wijns 5 rijns gulden valent 9 gulden 3½ blincken. Item vervodert an haveren omtrent mit 32 peerden bi Gaert des marscallix knecht 5 molder 1 scepel haveren daer men twewerf af gevodert had want men nyet en wyst dat sy des avonts bliven solden, dat molder ad 1 gulden valent 5 gulden 3 blincken 1½ gr.. Item up den tolhuse stoenden 14 perde te ruwenvoder ad 2½ gr. valent 8 blincken a gr. Item van bevele des haefmeysters den huysgesynne op den tolhuys 2 gulden valent simul 36 gulden 7½ groyten.
des donredages post Vocem quamen up den tolhuse Wellen rosknecht ende sijn geselle ende noch twe knechte myt twe rossen ende twe peerden ende duerden daer dat sy gheten ende gevodert hadden, verteerden simul 40 gr.
des saterdages Exaudi quam Velync tot Lobede ende solde tot Caster gereden hebben, bleef tot Lobede syeck liggen thent des vridages des morgens, verteerde hier en bynnen 1 gulden
des vridages post Exaudi die baerdse gesant tot Ysseloert myt 5 knechten die bleven uyt thent up den heiligen Pinxtdach dat sy die baerdse weder omme tot Lobede brachten, hadden te teergelde ende an loen 2 gulden
tot Nymegen quam wagenschot dat mynen genedigen heren thobehoerde dat voert gesant myt karren tot Moldick, koste 8 blincken
dat wagenschot voert van Moldick tot Venlo gesant, koste 11 blincken
Jan van den Kollic gegeven van yser dat van boven komen was dat men voert tot Hattem sande, koste 7 blincken
do mijns liefs heren verken die tot Stralen gekocht weren vuer Lobede gevuert woerden te schip daer tho gegeven 1 malder haveren valet 1 gulden
| |
| |
des saterdages post Agathe quam een brieff van upwerts van mynen genedigen heren den voert yn der nacht Uden den Bosen gesant, koste 6 blincken. Te dorschloen gegeven van mijns liefs heren koren up den Ossenweert te dorsschen 7 gulden
om een piecknette gegeven dat tot Lobede ys mede te visschen 2 gulden 3 blincken
om een lyne van 60 vademen daer men dat vaerschip tot Lobede mede up ende neder trecken sal 1 gulden 11 blincken
om een vuerschuppe ende 1 vuerhake yn die coeken 10 blincken gegeven om een grote broukupe upt tolhuys 10 gulden
om 4 ny koperen potte yn die coeken daer die alden omme gewisselt syn want die alle ontwe waren, daer up tho gegeven 5 gulden 10 gr.
die alde tenen schotelen gewisselt om ny schotelen kosten 2 gulden
om 33 ellen taeflakens als taeflaken ende dwelen af te maken die elle ad 10 gr. valent 6 gulden 6 gr.
Summa istorum laterum 78 gulden 17½ gr. valent 42 rijns gulden 29½ gr. die maken 31 sc. 96 gr.
Van alrehande saken
tot der valbruggen te maken gegeven tween holtsnyderen van holt te snyden 36 gr.
twe tymmerlude die over dese brugge gemaickt hebben, ellic drye dagen elken des dages ad 4½ blincken valent 2 gulden
so hebben yn der cost geweest die tymmerlude drie dage, ellic des dages ad 2 blincken valent 48 gr.
Heynrich Hesken heeft getymmert boven dat bachuys up den sulre 7 dage lanck, des dages te loen 3 blincken valent 1 gulden 30 gr.
heeft die selve yn der cost geweest 7 dage ad 2 blincken valent 1 gulden 2 gr.
om 10 vymmen daecks up den stal ende up den thoren gedeckt, ellic vym koste ½ gulden valent 5 gulden een decker dye dat deckde 11 dage lanck des dages te loen 12 gr. valent 2 gulden 24 gr.
twe knechten die den decker aperden ellic 9 dage elker des dages te loen 6 gr. valent 2 gulden
so heeft die decker yn der cost geweest 11 dage des dages ad twe blincken. Ende twe operknechte 9 dage, elker des dages ad twe
| |
| |
blincken, valent 4 gulden 16 groyt
om twe yseren oren an een waterkupe 10 gr. |
om twe emer te bijnden 20 gr. |
om een scepel te bynden 28 gr. |
om twe rader an een karre 1 gulden 27 gr. |
om twe lunsen tot der karren 6 gr. |
om 8 yseren klampen die rader mede te bijnden ende die karre 24 gr. |
om 150 lasnagel dat hondert ad 20 gr. valent 30 gr. |
om 450 sulrenagel ad 4 blincken valent 1 gulden 18 gr. |
om 700 spikernagel ad 2 blincken valent 1 gulden 2 gr. |
om 200 doernagel ad 3½ blincken valent 28 gr. |
om 100 scerpyngh 32 gr. |
om een yseren schoppe 10 gr. |
om 8 klampen aen een karre 24 gr. |
om een luchter bleke myt eenre pannen up den saele 16 gr. |
om twe heekgehenge 24 gr. |
om twe oren an een tobbe ende om enen hyngel 6 gr. |
om holt daer een staeckette afgemaickt is om dat huys koste 2 gulden |
noch om twe heckgehenge 32 gr. |
gekocht tgegen Derick den Greve 300 paelhouts totten hoefde kosten 3 gulden
tgegen Herman van Sedam 5 veerdel paelhouts kosten 1 gulden 39 gr.
so heeft gearbeidt an den hoefde Deric Baers yn sijns selfs cost 17 dage ad 10 gr. valent 3 gulden 8 gr.
Johan van Bruesel op sijns selfs cost 17 dage ad 10 gr. valent 3 gulden 8 gr.
Derick Beyer up sijns selfs cost 17 dage ad 10 gr. valent 3 gulden 8 gr.
Evert van den Hovel up sijns selfs cost 17 dage ad 10 gr. valent 3 gulden 8 gr.
Johan Monfoirt 11 dage ad 10 gr. valent 2 gulden 2 gr.
om twe schuppen ende twe spaden 1 gulden 18 gr.
noch Deric Baerss an dat hoeft gearbeidt 12 dage ad 10 gr. valent 2 gulden 12 gr.
noch om paelholt totten hoefde koste 5 gulden 18 gr. om een byle te doen vermaken 16 gr.
van enen vaerschip te doen vermaken daer men rijss ende holt mede pleecht te vueren an dat hoeft 5 gulden
| |
| |
Summa istorum laterum 65 gulden 14 gr. valent 35 rijns gulden 24 gr. die maken 26 sc. 57 gr.
tgegen hoechtijt van Paesschen den monnyck van Cleve die myss pleecht te doen up den tolhuys tot offergelde gegeven 1 sc.
den barbier van Eymerich tot offergelde 1 sc.
den tolner besyerre schriver ende den gemeynen huysgesynne tot offergelde 10 sc.
den selver om somerkledynge 32 sc.
tgegen hogetijde van Pinxten den bruder van Cleve tot offergelt 1 sc.
den barbyer van Eymerich 1 sc.
den tolner besyerre ende schriver ende den gemeynen huysgesynne 10 sc.
des manendages na beloken Pinxten up die kalverweyde gesant 4½ vym rijss daer tho gehuert 4 knechte die dese rijss vuerden ende enen man die dese rijss yn dat schip halp leggen ende dragen ende waren uyt seven dage, desen gegeven te loen ende an teryngen ende oic dat dat schip loste te doen halen simul 7 gulden 43 gr. die maken 3 sc. 21 gr.
enen leydecker gehadt up den tolhuys 5 dage lanck die gedeckt ende gestopt heeft, heeft gehadt te loen des dages 13½ gr. valent 67½ gr.
des leydeckers knechte oic 5 dage ellic dages te loen 5 gr. valent 25 gr.
so hebben dese leydecker ende sijn knecht yn der cost geweest tot Lobede ellic 5 dage lanck, elker de dages twe blincken valent 80 gr.
den leydecker ende sijn knecht gegeven daer sy mede aver dat water varen solden 4 gr.
Summa istius lateris 60 sc. 64 gr.
Van wijn tot Coelne gekocht voert tot Arnhem gesant gekocht tgegen den scholteit van Bynge 7 voder 5 amen myn 7 vierdel tfoder ad 18 rijns gulden valent 140 rijns gulden
van desen wyne tot onrade als van bijnden laten schraden mekelardye ende kraengelt 18 marc en 5 s. valent 5 rijns gulden 1 marc 4 s.
tgegen Gobbel Walraven twe amen 6 veerdel roeds wijns kosten simul 8 rijns gulden 9 s.
| |
| |
tot onrade van desen wyne 1 marc 3 s.
tgegen Sijbken van Oyssem 14 voder 3½ ame 2 veerdel dat voder ad 21 payments gulden valent 306 gulden 1 marc 8 s. die maken an rijnschen gulden 298 rijns gulden 2 marc 10 s. koelsch.
tonrade van desen wyne als van bijnden laten schraden kraengelt mekelardie van den voder 2½ marc valent 36 marc 3 s. die maken 10 rijns gulden 2 marc 1 s.
een manne die om dese wyne upwerts gewandelt was verteerde tot Coelne ende onderwegen 4 rijns gulden gegeven te vrachte van desen wynen als van 22 voder 4½ ame 1 veerdel ad 5 rijns gulden van Coelne tot Arnhem tho valent 113 rijns gulden 2 marc 3 s. 4 moerken
simul van desen wyne 581 rijns gulden 3 s. 4 moerken koelsch maken 435 sc. 108 groyt gelresch.
Van den hoefde tot Lobede
Derich Baerss heeft gearbeidt an den hoefde 17 dage yn sijns selfs cost ad 10 gr. valent 3 gulden 8 gr.
Gaert van den Hovel 13 dage yn sijns selfs cost ad 10 gr. valent 2 gulden 22 gr.
Derich die Beyer gearbeidt 5 dage des dages ad 10 gr. valent 50 gr.
Johan Schepen 9 dage an dat hoeft ad 10 gr. valent 1 gulden 36 gr.
Heynrich Belen soen heeft gepaedt up den hoefde up sijns selfs cost 4 dage lanck des dages ad 8 gr. valent 32 gr.
So sijn Goessen Smeerken ende Heynrich Lippoet up den groten weerdt geweest drie dage lanck ellic myt eenre pluech als den weert te paten gegeven elker des dages te loen 1 gulden valent 6 gulden
van den 28 vymmen rijss te snyden yn den lyntten die vuer yn den upboren gescreven staen van elker vymmen 28 gr. valent 14 gulden 28 gr.
gekocht 44½ elle lynendoecks tot slaeplaken up den tolhuys die ell ad 7 gr. valent 5 gulden 41½ gr.
Van der baerdsen te doen reken
tot der baerdsen om een ny soyle mast are lynen ende cost die daer thobehoert 14 gulden 27 gr.
om peck boerde ende holtwerck boven up die baerdse 6 gulden
| |
| |
40 gr.
om twe yseren gehenge yn die baerdse 12 gr.
om twe yseren hake die om twe bome geslagen sijn 8 gr.
om nagel ende syntelen 1 gulden 27 gr.
om 28 stuck holts daer men ryeme ende boome afgemaickt heeft 2 gulden
om een yseren nase vuer an dat schip 2 gulden
twe schiptymmerlude hebben gearbeidt an der baerdse ellic 5 dage elker des dages 3 botdreger te loen valent 3 gulden 18 gr. hebben dese twe tymmerlude yn der cost geweest 5 dage elker des dages ad 2 blincken valent 1 gulden 26 gr.
om heide tot Arnhem ende tot Nymegen doen halen die voert gedecke ys up den tuyn die om den syngelwal gheet om dat overste huyss, koste die heide ende so daer omme verteert ys 4 gulden
up onsser Liever Vrouwen avont Visitacio die baerdse gesant tot Ysseloirt myt 8 gesellen die voert vueren myt mynen genedigen heren tot Hattem ende duerden onderwegen thent up den sesten dach eer sy weder tot Lobede quamen, hadden dese mede te teergelde 1 gulden ende ellic te loen gegeven 6 blincken valent simul 4 gulden 30 gr.
Summa simul istorum laterum 75 gulden 27½ gr. valent 40 rijns gulden 77½ gr. die maken 30 sc. 77½ gr.
des saterdages up sente Margaretendach ten yersten eten quam die haefmeyster tot Lobede ende daer quam mede die here van Ryferscheyt te samen myt 28 peerden. Ende daer quamen tho Johannes van Heymbach ende Ansem clerck mijns liefs heren ende duerden daer thent na vespertijt dat sy rampenyerden. Ende daer quam doe tho van Elten mijn joncvrouwe van Nuwenare self achter. Primo om karpen ende ander gruen visch 1 gulden 12 blincken om 3 gebout schollen 6 blincken om eyer 6 blincken om 6 lb tonboteren 7 blincken ende vijff maten sueter boteren 4 blincken om parskese 2 blincken om weytenbroet ende roggenmycken 1 gulden 3 blincken om ½ ame wijns 2 rijns gulden 20 blincken valent 5 gulden 2½ blincken om 9 scepel haveren dat malder ad 16 blincken valent 2 gulden 9 blincken. Item tot Wellens huys die peerde die daer stoenden te ruwenvoder ende ander onkost 3 blincken om ½ vat hoppen 8 blincken simul 13 gulden 34 gr.
des saterdages up sunte Margrietendach tghen den avont quam
| |
| |
een knecht van Dulken tot Lobede ende bracht Ansems schrivers peert aldaer ende Ansem had daer oic een peert laten staen, bleef die knecht ende die twe peerde des nachts tot Lobede, verteerden simul die knecht ende die peerde des nachts an haveren ende ruwenvodere 22 gr.
ter selvertijt den knecht van Dulken gegeven van des haefmeysters bevele 1 gulden
Bernt den vere tot Lobede gegeven dat hy den haefmeyster marscallic rentmeyster dese rekenynge lanck tot Lobede over gevuert heeft. Ende den here van Riferscheyt ende den haefmeyster up een tijt myt 28 peerden simul 1 gulden 29 gr.
Summa istius lateris 16 gulden 31 gr. valent 82 rijns gulden 95 gr. die maken 6 sc. 95 gr.
van den gehalde des tolhuys dat is des jairs 300 scilde, ende na den belope der tijt van deser rekenyngen dat is een jair ende sess weken, also maickt dyt te samen 334 sc. ende 83 groyt gelresch
Summa per se
Summa summarum van alle den uytgeven voirscreven tsamen 7804 schilde 115½ gelresche gr.
Ende dat opboeren voirscreven hir tegen afgeslagen blyft myn genedige here Wolter van der Elborch van deser rekenschap schuldich daer syn ampt voirscreven mede ingerekent is 2195 schilde 72½ gelresche groet
Gerekent tot Middeler op Onser Liever Vrouwen avont Assumptionis int jaer Onss Heren MCCCC ende neghen voir mynen genedigen heren dair van den raide tegenwordich waeren heer Johan van Wyenhorst hovemeister heer Gadert van Rure heer Engelbert van Oirsleke ridder Arnt Pyeck overste rentmeister der lande van Gelre Arnt van Alpen huysmarschall ende Ude die Bose
Summa simul van allen uytgheven 7804 sc. 115½ gr. Afgekort dat opboeren so behelt die tolner an den toll tot Lobede 2195 sc. 72½ gr.
| |
| |
| |
Register van persoonsnamen
N.B. Alle i-klanken (y, ye, ii, ij) zijn onder de i samengevoegd. Voor k zie c. Voor z zie s.
A, Lubbert van (yn) der; 77, 82-84, 88, 122, 126. |
Ab, Herman; 72, 75. |
Adel, Herman; 71. |
Ael, Gerit van; 72, 74. |
Aelbrechtssoen, Peter; 123. |
Aerde, Macharijs van; 149. |
Aernhem; zie Arnhem. |
Aeswiin, Reynolt van (rentmeester); 99. |
Alcop, Herman; 128. |
Aldenkirchen, Johannes van; 155. |
Alef(fken), Kleyn; 117, 120, 125. |
Alof, Vroet; 75. |
Alofssoen (Alefssoen), Peter; 70, 73, 75, 76, 80, 83, 90, 93, 95, 139, 145. |
Alofssoen; zie Vreed. |
Alpen, Arnt van; 165. |
Amelonck, Derich; 129, 142. |
Amelonck, Heynrich; 130, 133. |
Amelonck, J(oh)an; 75, 91, 127, 128, 130, 148. |
Andernaeck, Geerloch van; 70, 72, 74. |
Andernaeck, Heyns van; 77. |
Andries, Roloff; 130. |
Angerloy, Goessen van; 123. |
Ansem (klerk); 164, 165. |
Arnhem, Goesscalck van; 124, 128, 131. |
Arnhem, Jorijs van; 121. |
Arnt, Groet; 94. |
Arntssoen, Arnt; 87. |
Arntssoen, Rynken (Reyner); 121, 126. |
Asperen, Henric van; 81. |
Averlinck, Johan van; 84. |
Averman, Gerit; 85. |
Backman; 96, 122, 130, 141. |
Backman, Derick; 126. |
Backman, Johan; 95. |
Baers, Deric; 100, 104, 118, 120, 124, 131, 136, 161, 163. |
Balyuwe, Johan; 152. |
Barck; zie Berck. |
Becker (van Griethuizen), Herman; 87, 134, 143, 152, 153. |
Beenken; 100. |
Beensem, Herman van; 138. |
Beest, Johan van; 139. |
Beyer, Arnt die; 97. |
Beyer, Derick (die); 161, 163. |
Beke, Heynrich van; 133, 142. |
Belayr, Nese van den; 141, 146. |
Belensoen, Heynrich; 163. |
Bely Willensbrueder; 129. |
Bemmel, Herman van; 94. |
Ber(i)ck (Barck), Deric; 73, 88, 93, 129. |
Berck, Henric van; 81. |
Berck, Plonis; 85. |
Berck, Reynoldt van; 86. |
Bercke, Gerit van; 132. |
Berge, Goesscalc van den; 135. |
Berghe, hertog van den; 154, 157. |
Berghel (Berghen), Aleff van; 114, 119, 126. |
Bernt (veerman); 99, 158, 165. |
Bers, Beynnom; 97. |
Berss(e), Deric; 71, 74, 94, 128, 138, 141. |
Bertelts, Mechtelt; 104. |
Berteltssoen, Heynrich; 142. |
Bertoltssoen, Peter; 97. |
Berther, Tyelman; 118. |
Biter (Byter), Peter; 79, 82, 109, 122. |
Blanckaert, Johan; 136. |
Blanckenhem, heer Gerit van; 105. |
Bochart; zie Borchart. |
Bockeman, Beldken; 96. |
Bo(e)d; zie Bued. |
Boelmanssoen (Buelmanssoen), Gorys; 120, 126, 132, 140. |
Boetberg, Johan van; 157, 159. |
Boetzeel, Henneken; 94. |
Bogel, Evert; 90, 121, 129, 139. |
Bogel, Herman; 130. |
Bogel, Hubert; 82, 145. |
Bo(e)gel, Johan; 90, 129. |
Bo(e)gel, Rutger; 77, 128, 130, 136. |
| |
| |
Bokelweerd, Stephen van; 70, 71, 96. |
Bol(le), Goessen; 127, 138. |
Bolde (Boude, Boulde), Heyn; 128, 134, 142, 143. |
Bomel; zie Storm. |
Bonart, Gerit; 90, 117. |
Bond(e), Heyn; 69, 70, 91, 93, 95, 141, 143. |
Bonga(e)rt; 111, 129, 145, 146. |
Bongart, Deric; 103. |
Bongartssoen, Johan; 116. |
Bonhart; zie Borchart. |
Bonyngen, Gadert (Gaedken) van; 94, 111, 114, 116, 125, 129. |
Bo(r)chart (Borchgaert, Bonhart), Geerlich; 114, 117, 126, 132, 134, 146. |
Borkel (Borculo), jonker van; 105, 107. |
Bortt, Gerit; 148. |
Boschman, Koenraet; 126. |
Bose, Ude die (rentmeester); 152, 158, 160, 165. |
Bos(s)ch (van den Busch), Coenraet (Coenken); 81, 86, 89, 118, 122. |
Bottelyer, Daem; 156. |
Botterman, Beltken; 125, 128. |
Bou(l)de; zie Bolde. |
Boumeyster, Gerit; 110. |
Boy, Jorden; 88. |
Braeckbeke, Heynrich van; 156. |
Bransenborch, Willem van; 151, 158. |
Brenger, Heynrich (Heynken); 124, 147. |
Brentys (Brenttinck), Roelof; 94, 96, 116, 125, 129, 132, 134, 143, 145. |
Breuwe, Willem; 131, 141. |
Bromert; 92. |
Bruen; 100. |
Bruen, Heymeric; 74. |
Bruen (Bruyn), Roelof (die); 82, 89, 96, 118, 122, 127, 132. |
Bruynssoen, Herman; 118. |
Bruensoen, Johan; 85, 89. |
Bruggen, Frederic ter; 126. |
Brug(h)man, Johan; 70, 73, 77, 83, 90, 117, 125, 136. |
Bru(e)sel, Johan van; 100, 104, 161. |
Bucelman, Henric; 97. |
Bucelman, Johan; 70, 77-79, 82, 92, 95. |
Buckinc (Buckync); 79, 109. |
Buckinc, Johan; 78. |
Bueck, Gerit; 96. |
Bued (Bod, Boed, Budde, Buede), Johan; 82, 85, 88, 90, 95, 108, 110, 122, 127, 131. |
Bued (Boed, Buede), Wolter; 82, 85, 95, 119. |
Buedman, Johan; 69. |
Buel(s)manssoen; zie Boelmanssoen. |
Buerken; 145. |
Buestkenssoen; zie Roffart. |
Burick, Alof van; 84, 92. |
Busch; zie Bossch. |
Bussel, Werner; 156. |
Butenpoert, Herman; 69, 73, 76, 79, 80. |
Butken, Johan; 99. |
Cael, Herman; 89. |
Kaerke, Mychiel; 137. |
Calf, Heynrich; 71, 114, 146. |
Kalkerman; 110, 123, 125, 142. |
Camp, Johan van der (Jan opten); 95, 109, 114. |
Kamphusen, Jutten van; 150. |
Capellen, Frens van der; 84, 121. |
Capellen, Huge van; 90. |
Katwick, Herman van; 144. |
Keerberch; zie Kerberch. |
Kelre, Peter opten; 88, 96. |
Kempen, Tele van; 131. |
Kempinck, Henrick; 90, 93. |
Kenter, Herman; 109. |
Kenter, Heynrich; 114, 116, 121. |
Kenter, J(oh)an; 113, 121, 135, 142. |
Kenterssoen; 129. |
Kep; 73, 79. |
Kepken; 118. |
Ke(e)rberch, Johan; 84, 88. |
Cesar, Johan; 124. |
Keteler, Gerit; 138. |
Kijffert, Derich; 137. |
Kijnt (Kint), Deric; 83, 90, 95, 130. |
Kijnt, Heynrich; 140. |
Claeck, Peter; 120, 143. |
Claeck (Klack), Reynken; 78, 82, 86, 92, 111, 117, 129, 132, 133, 135, 143, 144, 147. |
Claeck, Willem; 96. |
| |
| |
Claecssoen, Reynken; 74. |
Claes, Deric; 92, 137. |
Claessoen, Derich; 147. |
Clagge, Johan; 83. |
Kleef, graaf van; 148, 154, 158. |
Cleve, Noud van; 89. |
Clein, Henric die; 71. |
Kle(r)ck, Willem; 126, 131, 133, 140. |
Clover, Arnt; 69, 70, 87, 91, 94, 96, 111, 113, 115, 119, 122, 125, 130, 134, 140, 141, 144, 146. |
Cluet (Kluyt), Gabel (Gobel); 76, 80, 83, 96, 137, 141, 144, 146. |
Cnop, Jacob; 71, 72, 74, 77, 80, 84, 86, 94, 122, 131. |
Kock, Heynrich; 133. |
Kockensoen, Herman; 117, 118, 121, 126, 141, 146, 147. |
Koeken, Herman; 143. |
Coeken, Johan van der; 129, 140. |
Kodichoven, Sander van; 157. |
Koele (stalknecht); 156. |
Coelne, Gadert van; 124. |
Coelne, Jacop van; 114, 119, 124. |
Coenraetssoen, Evert; 115. |
Coenraetssoen, Gerit; 76, 84, 88, 109-111, 113-118, 121-124, 126, 130, 133, 138, 140, 142-144, 146, 147. |
Coenraetssoen, Herman; 81, 88, 113. |
Coenraetssoen, Johan; 84. |
Coes, Stephen; 99. |
Co(e)verden, jonker Reynalt van; 151, 158. |
Koexken; 157. |
Kollart, Heynrich; 128. |
Collart, Peter; 88, 95. |
Kollic, Jan van den; 159. |
Combyer; 119. |
Konynck, Heynrich (Heynken); 75, 87, 109, 113, 114, 118, 125, 134, 137, 145, 146. |
Konynck, Herman; 112. |
Korff, Her(t)bert; 111, 123, 125, 145, 146, 148. |
Cornelis; 70, 74, 76, 77, 92, 110, 116, 122, 123, 127, 130, 134. |
Cornelis, de vrouw van; 113, 141, 145. |
Cornelys, Johan; 108, 118, 132, 135. |
Cornelyssoen, J(oh)an; 112, 115, 117, 133, 144, 146. |
Coutter (Kouter), Henric; 80, 93, 96, 128. |
Coutter, Johan; 74, 97. |
Coverden; zie Coeverden. |
Kraenley; 72, 75, 81, 96. |
Kraenley, Gerart (Gerit) van der; 86, 91, 121, 128. |
Kraenley, Willem (van der); 121, 127. |
Kroen, Lambrecht; 125. |
Krom(me), Evert die (den); 135, 150. |
Krudener, Johan; 92, 97, 131, 139. |
Kruut, Deric; 78. |
Kuekel, Goessen van; 106. |
Kuess; 83. |
Kuess, Deric; 90. |
Danel (tolknecht); 151. |
Deyske, Henric; 83. |
Deysken, Willem; 139, 143. |
Deric; zie Dericxsoen, Deric. |
Deric; zie Joed, Deric die. |
Derich Jopartsneve; 134. |
Dericxsoen, Arnt; 75, 78, 113, 146. |
Dericxsoen, Deric (Gyskenss) (tollenaar); 68, 69, 97, 98, 105-107. |
Dericxsoen, Johan; 81. |
Dericxsoen, Peter; 137. |
Dericxsoen, Riquin; 89. |
Derxken (kok); 158. |
Deventer; zie Fredericssoen. |
Dyke, Johan van den; 136. |
Dyke (Dick), Willem van den; 72, 74, 79, 87, 92, 94, 141. |
Dyemer; zie Dumer. |
Dyerken, Deric; 70, 133. |
Dyerken, Rutger; 76, 86, 90, 130. |
Dobbe, Henric; 80. |
Doemer; zie Dumer. |
Doenen; 119. |
Doennen, Henric van; 89, 95. |
Doennen, Johan van; 95. |
Doennen, Willem van; 93, 95. |
Doen(nen)walt (Doemenwalt), Deric; 70, 71, 73, 78, 84, 86, 91, 95, 109, 112, 116, 125, 129, 133, 135, 140, 141, 143, 148. |
Doerinck, Henric; 72. |
Doern, Heyn van; 125. |
Doerninck (Doernyck); 78, 108, 145. |
| |
| |
Doerninck, Henric van; 82. |
Doerninck, Willem van; 82, 85. |
Doerrendick, Reyner; 82, 88. |
Doesborch, Cleric (Klerck) van; 73, 77, 86, 93, 109, 120. |
Doesborch; zie Geerlacus. |
Doeveren, Gerit van; 90. |
Dolip, Henric; 94. |
Donsbruggen, Johannes van; 84. |
Doppe, Goesscalc; 140. |
Doret, Johan; 69. |
Dorsten, Rutger van; 89, 96. |
Driel, Derich van; 132. |
Driessoen, Roloff; 119. |
Dromel, Gerit van; 149. |
Drup(pen)steyn(e), Abel van; 85, 120, 125. |
Druppensteyn, Alert van; 81. |
Dumer (Doemer, Dyemer), Deric; 84, 119, 124, 141. |
Dune, Herman; 137. |
Durant, Henric; 108. |
Duysseldorpe, Henken van; 127. |
Edelkijnt, Heynrich; 118. |
Edelsoen; 121. |
Egbertssoen, Gijsbrecht; 124. |
Eyberlinck, Evert; 127. |
Eylbrechtssoen, Arnt; 118. |
Eynde, Jan an geen; 120, 127. |
Elbertssoen, Herman; 85, 89. |
Ellbroch, Wolter van den; 68, 108, 148, 150-153, 165. |
Ellertssoen, Henric; 84. |
Elveric(h), Willem van; 76, 91, 136. |
Engels, Jan die; 113, 114. |
Engels, Jutken die; 125. |
Ernken (bode); 157. |
Ernst, Johan; 134. |
Erpel, Vockwijn van; 122. |
Everdiin; 84, 89. |
Ewick, Gerit van; 85, 89. |
Ewick, Henric van; 74, 97. |
Fenck; 124, 126, 133, 142. |
Fenck, Deric; 120. |
Fenck, Henric; 73. |
Foppensoen, Derich; 134. |
Fredericssoen, Daem; 123. |
Fredericssoen van Deventer; 141. |
Fredericssoen, Herman; 111, 123. |
Gadensoen, Deric; 82, 85. |
Gadertssoen (Gaedkenssoen, Gaykenssoen), J(oh)an; 72, 73, 119, 125, 126, 128, 144. |
Gadertssoen, Willem; 71. |
Gaedkenssoen, Jennesken; 115. |
Gaert (stalknecht); 159. |
Gaet (Gate, Gaten), Willem op ten (op ter); 115, 117, 125, 129, 132. |
Gayom, Abel ingeen (in den Gadom, Ghadem); 95, 120, 128. |
Gayom (Garyen), Johan in den; 70, 88. |
Galle, Heynrich; 112. |
Gallen, Seelken; 108. |
Ganss, Herman; 120. |
Gedduden; zie Ude. |
Geerlacus (van Doesborch); 123, 146. |
Geldorppe, Claes van; 152. |
Gelenhouwer, Deric; 87, 92. |
Gelint, Dirc van; 76, 83, 87. |
Gelissoen, Rutger; 100. |
Gelreman, Deric; 84, 121. |
Gemul, Heynken; 128. |
Genser, Henric; 92, 128. |
Georgien (Jorrien), heer; 102. |
Geritssoen, Arnt; 111, 116, 120, 122, 128, 131, 135, 140, 143. |
Geritssoen, Daem; 136. |
Geritssoen, Gerit; 145, 147. |
Geritssoen, Henken; 110. |
Geritssoen, Herman; 120, 142. |
Geritssoen, Jenken; 111, 113, 116-118, 121, 123, 124, 128, 139, 141, 142. |
Geritssoen, Johan; 71-73, 76, 78, 81, 87, 93, 95, 97, 137, 138. |
Geritssoen, Symon; 89. |
Geritssoen, Tele (Telken, Tyel); 77, 81, 118, 126. |
Ghadem; zie Gayom. |
Ghent, Peter van; 124. |
Ghent, Steven van; 131. |
Ghijmer; 117. |
Ghyess, Derich van; 138, 139. |
Ghysken (duerwerder); 157. |
Gym (Ghyme), J(oh)annes; 124, 131. |
Gyskenss; zie Dericxsoen, Deric. |
Glats, meyster Johan; 155. |
Goch, Johan van; 89. |
Godertssoen; zie Gadertssoen. |
Goesen (leidekker); 101. |
| |
| |
Goesschalck; zie Arnhem. |
Goe(t)gesel, Herman; 72, 87, 95. |
Goltsmyt, Bernt; 114, 127, 140. |
Goutsmit, Deric; 83. |
Gom, Gheerloch; 94. |
Goud, Johan van der; 81. |
Graef, Johan opten; 77. |
Greve, Derick den; 161. |
Griet, Peter van; 86. |
Griethuizen; zie Becker. |
Groesbeck, Deric van; 85. |
Gruesbeke, Heylwich van; 126. |
Gruenwalt, Deric; 86, 125, 131. |
Gruenwalt, Willem; 87, 135, 138. |
Gruter, Arnt; 130, 136. |
Gruter, Coenraet die; 74, 85. |
Gruter, Deric (die); 74, 78, 85, 87, 90, 92, 108, 112. |
Gruter, J(oh)an die; 75, 79, 80, 90, 93, 95, 105, 112, 116, 118, 119, 121, 122, 127, 130, 132, 137, 138, 140, 143, 147. |
Gruter, Stephen; 98, 103. |
Gruter, Sweder(ken) (die); 115, 117, 121, 123, 130, 133, 139, 143, 148. |
Haen, Heyn; 108. |
Haert, Gerart (Geert) van der; 110, 114. |
Haessenaer, Peter; 73, 76, 89, 95. |
Haeve, Godde van den; 130. |
Hagen, Egbert (Eggert); 109, 110, 122, 123. |
Haige, Gerit ten; 107. |
Halle, Johan van; 138. |
Ham(me), Gerit van den; 71, 76-78, 83, 85, 92, 96, 109, 111, 115, 121, 135, 144, 148. |
Ham, Goessen van den; 111, 112, 117, 126, 129, 136, 142, 144, 147. |
Ham, Reynken van den; 113. |
Harre, Heyn; 139. |
Harst, Reyner (Reynken); 141, 144. |
Hart, Gerit van der; 75. |
Hasensoen, Peter; 110, 115, 117, 127, 132, 137, 142, 147. |
Have, Teelmen in den; 69, 82, 85. |
Have, Willem ten; 85. |
He(e)rdinck; 80, 97. |
Hees(se); zie ook Hese. |
Hees, Daem van; 87. |
Heesse, Maes (Maeshese); 69, 79, 81, 92, 94, 114, 120, 124, 130, 133, 142. |
Heg(h)man; 106, 151. |
Heyden, Gerit van der; 73, 126. |
Heidenrick, Philips; 86. |
Heyderich, Gobbel; 134. |
Heydken, Hans; 138. |
Heidken, Thijs; 128. |
Heidken, Willem; 141. |
Heidkenssoen, Johan (Hans); 71-73, 77, 78, 93, 125. |
Heidkenssoen, Thijs (Tyte); 72, 82, 86, 88, 91, 96, 124. |
Heidkenssoen (Heyckensoen), Willem; 72-74, 76, 78, 80, 94, 123, 130, 134, 142, 146. |
Heymbach, Johannes van; 164. |
Heymeric, Arnt; 92, 132. |
Heymeric, Frederic; 89. |
Heynken, Swarte; 110, 113, 116, 123, 125. |
Heynrich, Selff; 129, 139. |
Heynrichssoen, Goessen; 109, 112, 113, 117, 136, 143, 145. |
Heynrichssoen, Yngelken; 111. |
Heynrichssoen, Johan; 82. |
Heynrichssoen, Lambert (Lambrechts); 116, 130, 146. |
Heynrichssoen, Lemken; 114, 142, 145. |
Heynrichssoen, Reymbout (Rembolt); 76, 78, 86, 108, 118, 125, 131, 132, 139. |
Heynrichssoen, Willem; 86, 92. |
Heynsberch, heer van; 106. |
Heysken, Jacob; 86. |
Helman, Henric; 83, 84, 86, 89-91, 117. |
Hencke, Willem van; 131. |
Hennensoen, Alof; 103. |
Henricxsoen; zie Heynrichssoen. |
Here, Johan die; 156. |
Herinc, Johan; 85. |
Herman; 109. |
Herman; zie Wolff. |
Hermanssoen, Alof (Aleff); 87, 108, 111, 126, 130, 132, 145, 146, 158. |
Hermanssoen, Johan; 112. |
Herssen, Johan van; 143. |
Hese (Heze), Gadert van; 120, 141. |
Heze, Heynrich van; 151. |
Hese (Heze), Willem van; 126, 130, 131, 136. |
| |
| |
Hesel, Henric van; 73. |
Hesken, Heynrich; 160. |
Hienrichssoen; zie Heynrichssoen. |
Hoddelken, Peter; 85, 95. |
Hoef, Daem van; 89. |
Hoeff, Deric; 97. |
Hoeft, Bernt; 128. |
Hoemborch (Hoymborch), Henric (Henken) van; 139, 146. |
Hoemborch, J(oh)an van; 75, 87, 92, 97, 143. |
Hoemborch, Plo(i)n(i)s; 74, 79, 87, 108, 111, 120, 123, 129, 142, 144. |
Hoeve, Wernken ten; 149. |
Hokelem; 139. |
Horst, Heynrich van der; 147. |
Houthusen, Claes van; 113. |
Houwenynge, Seelken van; 112. |
Hovel, Evert van den; 161. |
Hovel, Gaert van den; 163. |
Hovelwich, Jan van der; 122. |
Huesselman, Gerit; 120, 127. |
Huessen, Johan van; 84, 90, 119, 124, 133, 152. |
Huessen, Wyerken van; 132. |
Huessen, Willem van; 130. |
Huest, Evert van; 143. |
Huest (Huist), Gerart (Gerit) van; 90, 92, 112, 115, 121, 128, 134, 138, 145, 147. |
Hugensoen, Mychyel; 127. |
Hunen, Kerstken van (den); 108, 121, 143, 147. |
Hunick, Kerstken; 84. |
Yshem, Derick van; 109. |
Jacobssoen, Philips; 86, 96. |
Janssoen; zie Johanssoen. |
Japa(e)rt; zie Jopart. |
Jenssoen, Aelbrechts; 144. |
Joed, Deric die (Derich Joede); 82, 86, 120, 124. |
Joede, Symon die; 157. |
Johan (meyster Johan, maerscallic); 156. |
Johan (timmerman); 103. |
Johan; zie Here. |
Johanssoen, Alart; 94. |
Johanssoen, Deric; 126, 136. |
Johanssoen, Emont; 138, 142. |
Johanssoen, Evert; 112, 122, 137, 143. |
Johanssoen, Goessen; 108. |
Johanssoen, Gijsbrecht; 117. |
Johanssoen, Marcelis; 73, 76, 83, 90, 95. |
Johanssoen, Peter; 76, 110. |
Johanssoen, Roloff; 134. |
Jopart (Japart, Jopert); 71, 109, 113, 117, 122, 127, 141, 147. |
Jopart, Koenraet; 145. |
Jopartsneve; zie Derich. |
Jopartssoen; 133. |
Jorys; 140. |
Jorys, Heyn; 134, 142. |
Jorys, Johan; 69, 70, 89, 95. |
Jorrien; zie Georgien. |
K...; zie onder C... |
Lambrecht mytten Monde; 128. |
Lambrechtssoen, Alart; 124, 134. |
Lambrechtssoen, Claes; 108, 112. |
Lambrechtssoen, Gayken; 139. |
Lambrechtssoen, Heymeric; 73, 75, 80, 83, 91, 96, 110, 115, 118, 122, 125, 131. |
Lambrechtssoen, Willem; 71, 73, 76, 84, 109, 112, 118, 124, 129, 138, 140, 143. |
Latom (Lothom), Henric van; 75, 90. |
Lawick; 137, 141. |
Lawick, Arnt van der; 70, 72, 90, 96, 97, 108, 120, 126, 129, 133-135, 139, 140, 144. |
Leedborch, Gerit van; 135. |
Leygraef, Gheen van den; 96. |
Leliaerts, Iryes; 74, 79. |
Lelikaerts, Nyes; 87. |
Lelyen (Lelan), Agnese van der; 112, 122, 124, 133. |
Lent, Deric van; 84. |
Lent, Ludekiin (Luytken) van; 74, 77, 110, 116, 127, 133, 144. |
Lent, Nonder van; 70. |
Lent, Ott van; 72. |
Lent, Rembolt van; 75, 87, 92, 115, 118, 122, 126, 131, 140. |
Lent, Stephen van; 83. |
Lepken, Henken; 125. |
Lepken, Rutger; 116, 117, 147. |
Lerinck, Werner; 86. |
Letberch, Gerit van; 83. |
Lewe, Noyde; 129. |
Lijnman, Deric; 129. |
Lippoet, Heynrich; 163. |
| |
| |
Lyster, Claes; 83. |
Lodekijn (Lodewich), Quade; 69, 74, 81. |
Loedewichssoen, Herman; 97. |
Loef; zie Luef. |
Loeman; 75, 78, 80, 87. |
Loen, Herman; 118. |
Loer, Heyn van; 70. |
Loerenweert, Deric; 69, 84, 92. |
Loetbergen, Gerit van; 69. |
Loyt (Loet), Arnt van; 94, 126, 131, 139. |
Loyt, Heynrich van; 125. |
Lothom; zie Latom. |
Lotter, Heynken; 120. |
Louwer; 144. |
Luef (Loef), Evert; 90, 126. |
Luef, Heynrich; 119, 126. |
Luess, Herbert; 89. |
Lutyngen, Heynrich (Heynken) van; 113, 124, 146. |
Lutyngen, Johan van; 110. |
Lutyngen, Reynken van; 110, 115, 123, 132, 141, 144. |
Machgeren, Gerit van; 98. |
Maeshese; zie Heesse. |
Makijck, Ywijn; 129. |
Mannyck, Derich; 130. |
Marck, Deric van der; 71, 87, 97. |
Marck, Hugo van der; 95, 138. |
Marissen; 136. |
Maryssensoen, Willem; 118, 120. |
Martijn; zie Meerten. |
Mathyssoen, Gadert; 84, 93, 101. |
Meckinck, Johan; 105-107. |
Medel, Bernt van; 94, 125, 133. |
Me(d)el (Moel), Gerit van; 85, 89, 130. |
Meerten (Martijn), Henric van; 105, 106, 132. |
Meyerich, Heynrich van; 120. |
Meyken (landbouwknecht); 158. |
Meylaen, Johan van; 84. |
Meyss, Johan; 84. |
Menne, Gerit; 108. |
Merkelijns, Reynart; 147. |
Meroele, Arnt; 133. |
Mesmaker (van Wesel); 110, 122. |
Meussoen, Henric; 77. |
Michgelinc, Heynrich; 114, 121, 128, 132, 134, 137, 139. |
Michgelinc, Jacop; 110, 117, 128, 158. |
Michiel, Jacob; 69, 78, 83, 88, 94. |
Michiel (Scheel); 123, 134, 136. |
Mynsschart, Johan; 98, 99, 103. |
Moel; zie Me(d)el. |
Moelen, Johan van der; 127. |
Moelen, Reyner van der; 83, 121. |
Moelhem, Bave van; 74. |
Moelhem, Hans van; 87. |
Moelman, Johan; 82, 89. |
Moelman (Moleman), Wicken (Wytken); 89, 92, 95, 133. |
Moer, Amelonck; 127. |
Moercken; 97. |
Moers, Deric van; 88. |
Moers, Johan van; 78, 96. |
Moers(e), Willem van; 82, 87, 95, 120, 133, 141. |
Moldic, Arnt van; 117. |
Moleman; zie Moelman. |
Molenem, Jannes van; 123, 134. |
Monde; zie Lambrecht. |
Monnyck (Monick), Deric; 78, 83, 88, 93, 117, 119, 139, 144. |
Monnyxken; 113. |
Mon(s)foirt, Johan; 158, 161. |
Monter, Reynken; 143. |
Mor(re), Evert; 81, 96, 112, 141, 145. |
Mor(re), Jacob; 109, 111, 114, 122, 125, 128, 132, 138, 141, 144, 146. |
Mued, Peter van der; 82. |
Muel, Heynken ingeen; 74, 90. |
Muel, Peter ingeen (van der Muele); 85, 89, 128. |
Muser, Lambrechts; 146. |
Nagel; 126. |
Natel, Herman; 80. |
Neckinc, Herman; 87. |
Neckinc (negginck), Rutger; 76, 84, 110. |
Neve, Frederich; 86, 135. |
Nyburger, Heynrich; 120, 125. |
Nyel (Neyl), Reynken van; 71, 73, 74, 77, 80, 88, 94. |
Nyelssoen, Heynken; 78, 133, 137, 147. |
Nyenhove (Nyenhaven), Evert van; 89, 128. |
Nyenhoven, Wynant van; 150. |
Nyensteyn, Johan van; 151. |
Nyerstat, Reynken van der; 79, 80, 84, 86. |
Nijss, Heyn; 143. |
| |
| |
No(el)linc (Noetlynck), Henric; 88, 119, 127, 131. |
Noese, Johan; 110, 127. |
Noyde; 119. |
Noydensoen, Heynrich; 116. |
Nuwenare, jonkvrouw van; 164. |
Oerbach; zie Overbach. |
Oerdyngen, Tyelken van; 117. |
Oy, heer van; 99. |
Oy, Gerit(ken) van; 75, 84, 88, 94, 97. |
Oy, Heynrich van; 149. |
Oirsleke, heer Engelbert van; 165. |
Oyssem, Sijbken van; 163. |
Olman, Henric van; 89. |
Olman (Olmen), Johan van; 87, 131. |
Omloep, Claes; 108. |
Oppenstal, Johan; 85. |
Oryngen, Derich van; 125, 141. |
Orsoy, Herman; 75. |
Ors(s)oy(e), Lambert van; 93, 130. |
Orssoye, Heynrich van; 145. |
Oss, Jan van; 121, 129. |
Ossenbergen, J(oh)an van; 123, 127. |
O(v)erbach, Geerlich van; 137, 139. |
Paes, Reyner; 75. |
Pape, Lambertus; 158. |
Ped(den)voet, Gerit; 86, 120, 133. |
Pedernach, Claes van; 119. |
Peersich, Herman van; 140. |
Peterssoen, Bertolt; 134. |
Peterssoen, Gaedken; 118. |
Pieck, ridder Arnt (overste rentmeester); 155, 165. |
Pisbudel, Gheerloch; 85. |
Poelken (Puelken); 79, 85, 108, 123. |
Poelvisch, Plonis; 87, 125, 131. |
Poerten, Gerit ter; 126. |
Poerten, Heynrich ter; 117, 124, 134. |
Posch, Arnt; 75, 80, 113, 125. |
Posch, Gerit; 111. |
Posch, Meyndken; 93. |
Potholle, Heynrich; 116. |
Praest, Rutger van der; 137, 140, 142. |
Pryem, Peter; 143. |
Puls, Eerntken; 106. |
Quade, Johan (die); 131, 141. |
Rabolt, Johan; 74. |
Raet, Jan; 129. |
Ratingen, Henric van; 82. |
Redichaven, Daem van; 141. |
Redinchoven, Deric van; 151. |
Rees, Heynken (Hoiken) van; 112, 139. |
Rees, Reynken (Reenken) van; 83, 135. |
Rees, Willem van; 149. |
Remboltsoen, Gosen; 70, 72, 74, 77, 81. |
Reykenssoen, Johan; 142. |
Reynerssoen, Herman; 82. |
Reynerssoen, J(oh)an; 90, 124, 136. |
Ryferscheyt, heer van; 164, 165. |
Ryck, Deric die; 89. |
Ryck (Rike), Johan die; 96, 112, 124, 127, 131, 135, 138. |
Rijn, Deric van den; 73, 77, 85, 119, 140. |
Rijn, Gerit van den; 97, 130. |
Rijn, Heynrich van den; 115. |
Rijn, Herman van den; 121. |
Rijn, Jacob van den; 73, 85. |
Rijn, Johan van den; 71, 88, 95, 100, 104. |
Rijn, Steven van den; 119. |
Rijn, Willem van; 71. |
Rijnacker, Stephen; 75, 76, 80, 85, 96. |
Ryswick, Deric van; 77, 90, 119, 121, 127, 128. |
Ryswick, Jacob van; 119, 130. |
Ryetbosch; 126. |
Ryetbosch, Evert; 130. |
Roed(e), Arnt die; 70, 79, 86, 91, 118, 126, 140. |
Roed(e), Franck die; 75, 78, 109, 110, 112, 113, 115, 120, 127, 130, 136. |
Roede, Herman die; 122. |
Royde, Werneer vamme; 158. |
Roededoere, Johan; 127. |
Roekel (Ruekel), Goessen van; 82, 85, 93, 101, 111, 138. |
Roekel, Heynrich van; 136, 142. |
Roekel, J(oh)an van; 71, 77, 89, 97, 130, 134, 139, 147. |
Roellofssoen, Dries; 82, 84, 87. |
Roeswalt; 146, 147. |
Roeswalt, Heyn; 74, 76. |
Roetert, Thijs; 111. |
Roever, Deric; 86. |
Roffart, Gaert (Buestkenssoen); 144, 150, 157. |
| |
| |
Roggenbroet, Deric; 114, 126, 146. |
Romunde; zie Wolff. |
Ruekel; zie Roekel. |
Ru(e)re, heer Gadert van (der); 155, 165. |
Ruyss, Goessen; 125. |
Sack, Heynrich; 121, 128, 140. |
Saelken; 126, 137. |
Saelken, Deric; 96. |
Sayart, Johan; 90. |
Sayart, Peter; 91. |
Sayart, Rutger; 81. |
Zancten; zie Xanten. |
Sand, Johan van den; 82. |
Sandacker, Riquin (Stephenssoen); 100, 104. |
Sandacker, Stephen; 100, 104. |
Sanderssoen, Wyer; 136. |
Saryssoen (seryssoen), Arnt; 130, 143. |
Schaefdries, Derich; 131. |
Schaefdries, Johan; 135. |
Scaep, Johan; 84. |
Scaep, Ott; 77. |
Schalte, Roloff; 139. |
Scheerk, Henric; 147. |
Scheerle, Tyel; 117. |
Schelhaver, Johan; 75, 78, 80, 111, 112, 114, 117, 125, 135, 138, 145, 146. |
Schellenschair, Derich; 138, 145. |
Schepen, Johan; 163. |
Schey(r)fart, Herman; 77, 80, 110, 121. |
Scheynck, Deric; 92. |
Schynelberch, Heynrich; 120. |
Sch(y)erenbeke, Goessen van; 117, 146. |
Scho(e)len, Herman in (van) der; 80, 94, 128, 133, 143. |
Scholder, Gerart; 145. |
Schout, Rynken; 87. |
Schout (Scholt), Ro(e)lof; 86, 89, 123, 130, 134. |
Schriver, Jacob; 73, 78, 80, 84, 88, 114, 121, 125, 142, 148. |
Schriver, heer Peter; 155. |
Scruvel, Johan; 83, 84. |
Scruvel, Roelof; 89. |
Schuerken, Peter; 71, 76, 83. |
Sedam, Herman van; 161. |
Seelken (bierbrouwer); 158. |
Zentken (Sendken); 87, 92, 119, 126. |
Seryssoen; zie Saryssoen. |
Setter, Herman; 142. |
Seyskim, Johan; 87. |
Sybardinck, Evert; 84. |
Sybergen, Aelken van; 129. |
Sybergen, Hans (Hensken) van; 76, 92. |
Syberlinck, Evert; 135. |
Zyel, Derich van den; 142. |
Symon; zie Joede. |
Symonssoen, Daem; 131. |
Sleddinc (Sloddinck), Stephen; 70, 83, 92, 119, 128. |
Smaelvelt, Johan (van); 119, 134. |
Smeedken; 157. |
Smeerken, Goessen; 163. |
Smelinck; 82, 83, 88, 90. |
Snack(a)ert, Peter; 109, 128. |
Snelliken; 106. |
Snepart, Johan; 88. |
Snepart (Snypeert), Werner; 73, 74, 122. |
Soensken; 121, 124. |
Sondersorch, Johannes; 105. |
Specht, Derich; 125. |
Specht, Peter; 129, 139. |
Spolick, Johan; 83. |
Spro(i)nck, Gadert (Gaedken); 88, 118, 138. |
Stadem, Evert van (vamme Stade); 73, 83, 93, 130, 147. |
Stadem, Werner van; 83. |
Stamen, Gaetslack van; 90. |
Stamen, Loedewich van; 86. |
Stamhem, Henken van; 124. |
Stecke, Johan; 158. |
Steenre, Herman van (rentmeester); 105. |
Stege(n), Herman ter (van der); 84, 117, 121, 135, 138. |
Steyn(ken), Gerit (Geerken); 108, 138. |
Steufken; 140. |
Steuve, Jacop; 137. |
Stephenssoen; zie Sandacker. |
Stevenssoen, Peter; 134, 145, 148. |
Storm (van Bommel); 122. |
Stralen, Heymeric van; 79. |
Stralen, Noyde van; 115. |
Strangen, Deric van; 87. |
Straten, Wolter van der; 134. |
| |
| |
Struys, Claes van den; 127. |
Suerpeert, Deric; 111. |
Swa(i)ger, Herman; 75. 82, 122, 158. |
Tack, Henric; 84, 126. |
Tack, Jacob; 114. |
Tadde, Derich; 138. |
Tegelen, Goesen van; 81. |
Teybart, Johan; 158. |
Terenkuel; 82. |
Thijsken; 157. |
Tibis (Tybus), Deric; 86, 95, 127, 140. |
Tibis (Tybus), Johan; 90, 129, 140. |
Tibis, Lodewich; 127. |
Tidkiel; 93. |
Tyts(e), Bertolt (Bertken) van; 78, 80, 86, 94, 138. |
Toensken; 128. |
Toernens, Kerstken; 135, 138. |
Tonijs, Herman; 77. |
Tonijs, Johan; 80, 81. |
Toppe, Johan; 135. |
Ubel, Willem van; 108, 112, 122, 123, 127, 129, 136, 141, 143. |
Ude, Gedde; 104, 105, 110. |
Vaetbinder, Henneken; 75, 83, 92. |
Vedder; 106. |
Velync; 159. |
Venc; zie Fenck. |
Vere; zie Bernt. |
Vernenborch, graaf van; 154. |
Vernoeycken, Peter; 88. |
Vetbrouwer; 140. |
Vyge, Claes; 110, 153. |
Visscher, Henric; 88. |
Visscher, Herman; 153. |
Visscher, Johan (die); 84, 91, 96, 113, 129, 132, 134, 141, 144. |
Vliterden, Coenraet van; 110, 131. |
Vliterden, Gerrit van; 87, 92, 96. |
Vliterden, Lambert van; 70, 77, 82, 88, 92, 97, 110, 119, 123, 127, 132. |
Vliterden, Lemken van; 114, 135, 140, 144, 148. |
Vliterden, Peter van; 113. |
Vlogel, Gaert; 122. |
Vockwyn van Erpel; 122. |
Voest, Herman; 93. |
Voet, Johan; 69. |
Vogel, Hubert; 72. |
Vonden, Coenraet van; 85, 88, 91, 119, 128. |
Vonden, Deric van; 95. |
Vorsseler, Arnt van; 131, 139. |
Vortt, Gerit mythen; 137. |
Voss, Goessen die; 118. |
Voss, Heynrich; 119, 127, 134, 138. |
Voss, de vrouw van Heynrich; 148. |
Voss, Herman; 91, 108, 143. |
Vrederyxsoen; zie Fredericssoen. |
Vreed Alofsoen, Henneken; 71, 91. |
Vrintitse, Bertolt; 147. |
Vromoyt; 141. |
Vucht, Gheen van; 142. |
Vuest (Vuyste); zie Wuest; |
Wairde, Johan van den; 120. |
Wal(de) van Wesel, Johan ten (van, van den); 72, 76, 78, 81, 83, 90, 97, 111, 113, 119, 121, 125, 133, 138, 146, 151. |
Walraven, Gobbel; 162. |
Wande, Johan van den; 124, 129, 135. |
Wanem (Wanom), Bruen(ken) van; 70, 79, 85, 87, 92, 118, 124, 133, 138, 140, 145. |
Water, Daem van den; 108, 142. |
Wech, Hen(ne)ken aver den; 72, 73, 81, 90, 92, 110, 114. |
Wech, J(oh)an aver den; 97, 116, 125, 133, 137, 138. |
Wederick (Wederich), Herman (van); 80, 87, 95, 109, 112, 121, 124, 134, 138, 140, 145. |
Weelderen, Heynrich van; 87, 152. |
Weellinck, Johan; 97. |
Weentken, Derich; 130. |
Weerd, Herbert ten (van); 83, 93, 95. |
Weerde, Peter ten; 143. |
Weghmont; 137. |
Weyman, Henric; 92. |
Wel, Gerit van; 76, 83, 88, 96, 113, 115, 119, 122, 129, 138, 148. |
Wel, Herman van; 85, 91. |
Wel, Jannes van; 148. |
Wellen (Welken) (paardenknecht); 156, 159, 164. |
Wenyngen; zie Wonyngen. |
Wermoes (Wermoys), Andries; 69. 74, 96, 111, 117, 133. |
Wermoess, Heynrich; 127. |
Wernerssoen, Johan; 79. |
Wesel; zie Mesmeker. |
| |
| |
Wesel; zie Wal(de). |
Wesel, Alof (Alefken) van; 92, 108, 111. |
Wesel, Frederich van; 132. |
Wesel, Koppart van; 142, 148. |
Wesel, Tele van; 143. |
Westvelynck, Heynrich; 119. |
Wy, Johan van; 145, 156. |
Wychant, Gerit; 147. |
Wychman; 104. |
Wijke, Willem van; 136. |
Wicken; 129. |
Wilde, Andries die; 125. |
Wyele, Aleff van den; 117. |
Wyelic, Henric van; 83. |
Wyenhorst, heer Johan van; 154, 157, 165. |
Wyerken; 120. |
Wyerssoen, Gerit; 129. |
Willem, Witte; 70, 72, 75, 81, 82, 84, 93, 112, 126, 133, 136, 143. |
Willemssoen, Evert; 87. |
Willemssoen, Heynrich; 109, 111-113, 137, 141. |
Willemssoen, Johan; 110. |
Willemssoen, Peter (leidekkersknecht); 101. |
Willensbrueder; zie Bely. |
Wynandus (klerk); 156. |
Wynni(n)ck; 83, 90, 94. |
Wynnyng, Willem; 119, 128. |
Wynsem, Walcart van; 70. |
Wynter(en) (Wunter), Herman; 70, 73, 76, 85, 88, 93, 122, 133. |
Wynterem, Heynrich van; 109. |
Wynterswick, Henric van; 88, 95, 111, 116, 122, 141, 147. |
Wisch, Derich van; 155, 158, 159. |
Witt, Deric die; 72. |
Witt, Johan die; 72, 77. |
Wittensoen, Evert; 71. |
Wittinck, Heyn(rich); 72, 117, 146. |
Woerde (Woerdt, Wuerde), Johan van (der); 108, 109, 111, 116-118, 120, 129, 132, 140. |
Woert, Reynken van der; 126. |
Wolff (van Romunde), Herman; 151, 158. |
Wolter; zie Ellborch. |
Wolterssoen; zie Wouterssoen. |
Wonyngen (Wenyngen), Johan van der; 70, 78, 85, 90, 96, 114, 116, 121. |
Worm, Herman; 69, 73, 78, 132, 138. |
Woude, Johan van den; 126. |
Wouter (waker); 158. |
Wouterssoen (Wolterssoen), Gaert; 109, 124. |
Wuest; 122. |
Wuest (Vuest, Vuyste), Deric; 109, 110, 125, 146. |
Wuest (Woest), Herman; 72, 112, 116, 123, 125, 137, 138, 140, 144, 146. |
Xanten (Zancten), Gerit van; 80. |
Y...; ie onder I... |
Z...; zie onder S... |
| |
| |
| |
Register van aardrijkskundige namen
Aerdt (Aerde) en (of) Herwen; 99, 148-150. |
Arnhem; 69, 77, 79, 81-93, 102, 104, 152, 156, 157, 162-164 |
Beke (Rijnarm bij Kleef); 153. |
Bingen (aan de Rijn); 162. |
Blankenheim (Eifel); 105. |
Bommel; zie Zaltbommel. |
Bonn; 155. |
Borculo; 105, 107. |
Burik; 103. |
Bymen; 150. |
Cuyk (Kuyck); 153. |
Deventer; 141. |
Doesburg; 69, 73, 77, 81, 84, 86, 88, 89, 93, 108, 109, 111-113, 119, 120, 123, 125, 127-129, 133, 146. |
Duisburg; 113, 122, 134, 136-138, 142, 145, 146. |
Dulken (Westfalen); 165. |
Düren; 153. |
Düsseldorf; 143, 151, 154. |
Elten; 98, 101, 103, 164. |
Emmerik; 69, 70, 72, 75, 77, 80-83, 86, 87, 89-96, 98, 108, 110-114, 116, 117, 119, 121-126, 134, 136, 140, 142-147, 151, 162. |
Geldern; 107, 152, 153. |
Gelderse Weerd; 149. |
Gelre; passim. |
Goch; 76, 77, 80, 81, 84, 87, 110, 113, 116-118, 121, 123, 137, 139, 146. |
Grave; 150. |
Griethuizen; 104, 150, 152, 153. |
Gulik; 154, 156. |
Hattem; 101, 103, 148, 149, 153-159, 164. |
Heinsberg (Gulik); 106. |
Herwen; zie Aerdt. |
Huissen; 99. |
Kaster (Gulik); 104, 153, 159. |
Keizersweerd; 103, 151. |
Keulen; 103, 158, 162, 163. |
Kleef; 98, 103, 105, 142, 148, 151, 154, 162. |
Lobith; passim. |
Lijmers; 156. |
Maas; 153. |
Middelaar; 165. |
Mook (Moldick); 159. |
Nijmegen; 69-97, 101-103, 106, 108-147, 151, 152, 154, 157-159, 164. |
Oyen; 151. |
Ossenweerd; 148-150, 160. |
Randerade; 158. |
Ravenstein; 155. |
Rees; 146, 149. |
Rheinberg (Berck); 153. |
Roermond; 108, 110, 116, 118, 123, 127, 140, 142, 143, 146, 151, 158. |
Rosendaal; 152. |
Ruhrort; 103. |
Rijn; 69-73, 76-87, 89-97, 150, 153. |
Siegburg; 76, 92, 129. |
Stralen; 159. |
Tiel; 114. |
Utrecht; 90, 93, 155. |
Venlo; 153, 159. |
Waal; 70-73, 75, 77, 81, 83, 84, 86-91, 96, 108, 110, 112-122, 125-130, 132, 133, 137-139, 142, 143, 146, 147, 150. |
Wesel; 103, 110, 114, 151. |
Xanten; 153. |
IJsseloord; 157, 159, 164. |
Zaltbommel; 73, 76, 87, 96, 108, 110, 122, 126, 132, 138, 141, 151. |
Zons (bij Keulen); 103. |
Zutphen; 95, 96, 126. |
|
-
voetnoot1
-
j.c. westermann, De rekeningen van de landsheerlijke riviertollen in Gelderland 1394/1395 (Werken van de vereeniging ‘Gelre’, 21), Arnhem 1939.
-
voetnoot2
- O.m. door j.f. niermeyer, Over het handelsverkeer tussen het Rijnland, Gelre en Holland in het laatst der veertiende eeuw, in: Tijdschrift voor Geschiedenis, 55 (1940), p 29.
-
voetnoot3
- Vergelijk w. jappe alberts, Geschiedenis van Gelderland, I, 's-Gravenhage 1966, p. 165.
-
voetnoot4
- Vergelijk w. jappe alberts, Mittelalterliche Stadtrechnungen als Geschichtsquellen, in: Rheinische Vierteljahrsblätter, 23 (1958), p. 75-96.
-
voetnoot5
- Vergelijk w. jappe alberts, Gelders-Keulse betrekkingen in de jaren 1460-1465, in: f.h.j. dieperink e.a., Studiën betreffende de geschiedenis van Oost-Nederland van de dertiende tot de vijftiende eeuw (Bijdragen I.M.G., 26), Groningen 1953.
-
voetnoot1
- Wanneer alléén vermeld is ‘voder’, dan heeft men in het algemeen te doen met het vervoer van wijn, soms is bier bedoeld.
-
voetnoot1
- ‘Nijmegen’ geeft vermoedelijk de bestemming aan, vandaar ook het lagere tarief. Dergelijke aanduidingen komen ook met betrekking tot andere plaatsen voor.
-
voetnoot1
- Siegburg was een centrum van aardewerknijverheid.
-
voetnoot1
- Goch was in de latere Middeleeuwen een centrum van textielnijverheid.
-
voetnoota
- In Hs. blijkbaar een woord weggevallen.
-
voetnoot1
- De gasten namen vaak proviand mede op hun verdere reis, met name wanneer zij per schip reisden.
-
voetnoot1
- Het betreft hier arbeiders, die hun eigen mondkost medebrachten, in tegenstelling tot arbeiders, die ‘op ons heren cost’ waren.
-
voetnoot1
- Uit deze post blijkt o.m. de ligging van Lobith aan de linkeroever van de Rijn.
-
voetnoot1
- Het landsheerlijke kasteel van Hattem.
-
voetnoota
- Het bedrag van 5 guldens 23 gr. is nog eens herhaald in de rechterbovenhoek van de bladzijde.
-
voetnoot1
- Zons, ten noorden van Keulen, tol van de aartsbisschop van Keulen.
-
voetnoot2
- Ruhrort, tol van de graaf van Kleef.
-
voetnoot3
- Burik, tegenover Wesel, tol van de graaf van Kleef.
-
voetnoot1
- Kaster, aan de Erft, ten Z.W. van Düsseldorf, residentie van de hertog van Gelre als hertog van Gulik.
-
voetnoot1
- De tollenaar begaf zich om zijn verantwoording te doen naar het slot te Geldern.
-
voetnoot1
- De combinatie van klompen en planken maakt waarschijnlijk dat klompen Rijnafwaarts gevoerd werden.
-
voetnoota
- Soensken is nog een tweede maal in een tussengeschreven post vermeld voor 4 sc. 3 gr. voor een gelijke lading.
-
voetnoot1
- De graaf van Kleef had een vordering op de hertog van Gelre van 50.000 sc. In 1401 was overeengekomen, dat die schuld zou worden afgelost door jaarlijkse betalingen uit de opbrengst van de Lobithse tol. Zie Nijhoff, Gedenkw., III, no. 243.
-
voetnoot1
- Vergelijk Nijhoff, Gedenkw. III, no. 262.
|