verzorgd door ons medelid, Mr. J.W.C. van Campen, die wij reeds in ons vorig verslag hebben aangekondigd.
Over de eventueele uitgave der Journalen en brieven van den admiraal Witte Cornelisz. de With hebben wij ook ditmaal geen nieuws mede te deelen, evenmin als over die van de Observationes van Jan den Middelste van Nassau, waarvan wij de bewerking aan Dr. J.W. Wijn hebben toevertrouwd. Over de kroniek van den Goudschen geestelijke uit de jaren 1572-1578 kunnen wij slechts vermelden, dat de bewerker, Prof. J.J. Henneman, met zijn voorbereidenden arbeid nog steeds niet gereed is gekomen. Prof. Geyl heeft ons medegedeeld, dat hij en Prof. Gerretson de bewerking van het tweede deel der Briefwisseling van Bentinck ter hand willen nemen, zoodra hij den daarvoor geschikten medewerker gevonden zal hebben. Dr. Hulshof, die reeds jaren geleden de bewerking van een herdruk der Kroniekenlijst op zich heeft genomen, moest ons tot dusverre teleurstellen; hij heeft ons echter verzekerd in dezen diligent te willen blijven.
Wat het archief van den koopman Daniël van der Meulen betreft, ook de mogelijke uitgave hiervan verkeert nog steeds in het stadium van eerste voorbereiding, waarvan wij reeds in ons vorig verslag gewag maakten.
Als nieuwe uitgave voor de toekomst hebben wij besloten over te gaan tot een herdruk van de Rijmkroniek van Melis Stoke, waarvan beide deelen zoo goed als uitverkocht zijn. De bewerking hiervan hebben wij, voor zoover deze het filologische gedeelte betreft, opgedragen aan Dr. G. Stuiveling, en, voor zoover zij het historische gedeelte aangaat, aan Dr. C.D.J. Brandt.
In principe hebben wij ook tot een herdruk van de reeds sinds eenige jaren uitverkochte Narracio de Groninghe besloten. Hierover worden reeds besprekingen met een eventueelen bewerker, die zich heeft aangeboden, gevoerd.
In den loop van dit jaar werd ons verder nog de mogelijkheid voor twee nieuwe uitgaven onder het oog gebracht. Waar de besprekingen hierover zich echter nog pas in een voorloopig stadium bevinden, zullen wij met het doen van nadere mededeelingen liever wachten tot ons volgende verslag.
De in dit deel der Bijdragen en Mededeelingen opgenomen bijdragen zijn allen in den loop van het verslagjaar bij ons ingekomen en door ons aanvaard. Eén bijdrage kon door ons