Totstandkoming en ontvangst van de Biestkensbijbel
Voordat de Statenvertaling verscheen, waren er in de Noordelijke Nederlanden verschillende bijbels in gebruik, die allen in groten getale en in tal van telkens weer verbeterde uitgaves verschenen. Bij de gereformeerden was de Deux-Aesbijbel (eerste uitgave 1562) in gebruik. De doopsgezinden hadden de Biestkensbijbel, waarvan de eerste complete versie in 1560 verscheen bij drukker Nicolaas Biestkens.
Op de titelpagina ontbreekt een plaats van uitgave. Er is vaak beweerd dat die Emden was. Emden in Oost-Friesland was de plaats waarheen tijdens de Opstand niet alleen gereformeerden maar ook een behoorlijk aantal doopsgezinden de wijk hadden genomen. Hier werden inderdaad tal van bijbelvertalingen en psalmboeken gedrukt.Toch heeft men in Emden zelf nooit een drukker Nicolaes Biestkens kunnen traceren. Door onderzoek van Paul Valkema Blouw is aannemelijk gemaakt dat de Biestkensbijbel buiten Emden is gedrukt. Een zekere Claes Biestkens bezat een drukkerij in Groessen, een dorp in de buurt van Zevenaar. Dezelfde Claes Biestkens heeft tussen 1560 en 1562 ook nog een aantal kleinere doopsgezinde werkjes gedrukt. Waarschijnlijk is het bedrijf na zijn dood in 1562 overgenomen door de te Emden gevestigde drukker Jan Gheylliaert, die de gelijknamige zoon van Claes Biestkens als leerling in dienst nam. Claes Biestkens junior nam op zijn beurt in 1574 de drukkerij van Gheylliaert over, en was vanaf 1578 tot zijn dood in 1585 in Amsterdam als drukker actief. Diens zoon, de kleinzoon dus van de drukker van de Biestkensbijbel, had de voornaam Nicolaes, en was eveneens drukker van beroep. De gelijkluidende namen van de leden van het drukkersgeslacht Biestkens hebben in de literatuur voor veel verwarring gezorgd.
De Biestkensbijbel van 1560 is gedrukt in kwartoformaat, en daarmee duidelijk kleiner dan bekende reformatorische foliobijbels als de Liesveltbijbel, de Vorstermanbijbel en de bijbel van Deux-Aes. In de editie van 1564 wordt als reden voor het handzame formaat opgegeven: “Om dat men daaglyks bevondt, dat veele vroome lieden thans liever de Heylighe Godelyke Schrift ondersochten, dan andere Ydele Boeken; en op dat een iegelyk den geheelen Bybel, (daar ’t al in begreepen is;) seer behendig, sonder groote hindernisse, met hem over weg draagen mogte.” In tijden van onrust had het kleinere formaat bovendien het voordeel dat het boek gemakkelijker kon worden verborgen. Isaac le Long maakt in zijn Boekzaal gewag van een exemplaar waarin was aangetekend: “Deze Bibel is in een Spreeuwhusken bewaert geweest, in de tyd van Duc D’Albaes vervolging.”
De Biestkensbijbel is de eerste volledige Nederlandse bijbelvertaling met genummerde verzen. Voorheen was het gebruikelijk de hoofdstukken met behulp van de letters van het alfabet in stukken in te delen. Door de versnummering was het mogelijk preciezer naar de bijbel te verwijzen. In het voorwoord wordt hierover gezegd: “Oock soo hebben wy desen Bibel op de Veersen ghestelt tot voorderinghe vanden Leser, om terstont te vinden het gene dat hy soect.” In de Biestkensbijbel staan de versnummers in Arabische cijfers links van de bijbeltekst. Ook in de talrijke verwijzingen in de kanttekeningen (zie hieronder: Kanttekeningen) is van Arabische cijfers gebruik gemaakt.
Dit gebruik van Arabische cijfers wordt door de de uitgever in het voorwoord als volgt toegelicht: “Voorts lieue Leser, aengesien dat wy vermoeden, datter wel sommighe simpele Menschen zijn, by welcken het cijferghetal onbekent is, Soo hebben wy dat cijferghetal met een ghemeyn getal in dit nauolgende Tafelken verclaert.” In een tabel worden vervolgens de Romeinse en Arabische cijfers naast elkaar geplaatst. Deze passage wordt ook aangetroffen in het voorwoord van een eerder in 1558 te Emden verschenen bijbeluitgave van Mierdman en Gheylliaert,waarop de Biestkens terugggaat. Twee jaar daarvoor, in 1556, had ook Jan Utenhove in zijn te Emden verschenen Nieuwe Testament een soortgelijke toelichting verstrekt: “heb het voer noodigh anghezien hier ten behulpe der eenuoldighen een cyferghetall (welck by velen onbekend is) mit eenem ghelijcken ghemeynen ghetalle onder dem anderen te stellen: op dat die des cyferghetals (waermede hier de anghewezene plaetsen der H. Schrift wt bequaemheyt, ia wt nood angheteekent zijn) gheen kennisse hebben, het zelue wt dem bouengheschreuen ghemeynen ghetalle leernen, end alzo in dem zoucken end vinden der angheteekenden plaetsen onuerhindert mochten zijn.” Uit deze opmerkingen blijkt dat veel lezers destijds nog niet vertrouwd waren met de Arabische cijfers.
De tekst van de Biestkensbijbel is gebaseerd op de bijbeluitgave van Mierdman en Gheylliaert die in 1558 in Emden is verschenen, die op zijn beurt teruggaat op een Duitse uitgave van Luther, gedruk door Michael Lotter in Maagdenburg. Omdat in de Maagdenburgse Lutherbijbel het derde en vierde boek van Ezra en het derde boek van de Makkabeeën ontbreken, zijn uit de door Zwingli bewerkte Zürichse bijbel overgenomen.
Een enkel voorbeeld (Titus 2:1-2) laat zien dat de Biestkenstekst dicht bij het Duits van Luther blijft:
Liesvelt 1532:
SEgghet ghi wat der saligher leer aengaet. Den ouderen, dat si sober sijn, redelic, manierlic, sterc int gheloove, in die liefde, in lijdtsaemheyt.
Luther 1545:
DV aber rede, wie sichs zimet nach der heilsamen Lere, Den Alten, das sie nüchtern seien, erbar, züchtig, gesund im Glauben, in der Liebe in der Gedult.
Biestkens 1560:
MAer spreeckt ghy, ghelijck alst betaemt, nae der heylsamer leere. Den Ouden, dat sy nuchteren zijn, eerlijck, tuchtich, gesont int ghelooue, inder liefde, inder lijdtsaemheyt.
Ook elders zien we in de Biestkensbijbel de Luthertekst zo letterlijk mogelijk vertaald. Een voorbeeld is 2 Koningen 5:5:
Biestkens 1560:
De Coninck tot Sirien sprack: Soo treckt henen, Ick wil den Coninc Israels eenen brief schrijuen. Ende hy trock henen, ende nam met hem thien Centner siluers, ende ses duysent gulden, ende thien viercleederen
Luther 1545:
Der König zu Syrien sprach, So zeuch hin, Jch wil dem könige Jsrael einen brieff schreiben. VND er zoch hin, vnd nam mit sich zehen Centner silbers, vnd sechs tausent gülden, vnd zehen Feierkleider
Zo ook bv. Spreuken 20:17:
Biestkens 1560:
Dat ghestolen broot smaect yeghelijcken wel: Maer daer nae sal hem den mont vol keselinghen worden.
Luther 1545:
Das gestolen Brot schmeckt jederman wol, Aber hernach wird jm der mund vol kiseling werden.
Naast de complete bijbel gaf Biestkens in 1562 een Nieuw Testament uit dat niet teruggaat op de Biestkensbijbel van 1560, maar een heruitgave is van het Nieuwe Testament van Mattheus Jacobsz uit 1554. Jacobsz’ uitgave was een bewerking van de Liesvelt, met verbeteringen aan de hand van Erasmus. De tekst van het door Biestkens afzonderlijk uitgegeven Nieuwe Testament verschilt daardoor van de Biestkensbijbel, en lijkt meer op de Liesvelt, vgl. wederom Titus 2:1-2.:
Biestkens 1562:
Maer spreect ghy wat der saligher leeringhe aengaet. Den ouden dat si sober zijn, eerlijc, manierlijck, gesont int geloove, inder liefde, in lijtsaemheyt.
Ook dit Nieuwe Testament was populair. Isaac le Long somt in zijn Boekzaal meer dan 50 drukken op in de Nederlanden tussen 1571 en 1723.
Maar ook de complete Biestkensbijbel zelf is getuige vele latere drukken nog lang in gebruik gebleven. De latere uitgaven verwijzen op hun titelpagina veelal terug ‘naer de outste en Correctste Copie van Niclaes Biestkens’ en zijn bij diverse uitgevers verschenen in 1579, 1582, 1585, 1586, 1598, 1611, 1624, 1622, 1629, 1633, 1642, 1646, 1648, 1661, 1662 en 1721.
Tot het verschijnen van de Lutherse Bijbelvertaling van 1648 zijn de lutheranen gebruik blijven maken van de Biestkensbijbel. De doopsgezinden zelf zijn na 1637 geleidelijk aan overgestapt op de Statenvertaling. Le Long vermeldt in 1764: “Heedendaags werdt by den meesten Mennoniten de Nieuwe Gereformeerde Staaten Oversettinge gebruykt.” Tot in de negentiende eeuw is de “biesken” uiteindelijk bij de doopsgezinden in gebruik gebleven. Dat blijkt uit het dagboek van predikant Cornelis Pieter Sorgdrager, die tussen 1781 en 1826 aan het hoofd stond van de doopsgezinde Gemeenten op Ameland :“Sondag den 29 Julij 1804 voor de 267 maal dienst gedaan was tot Holm Text uit 1 Joan: 5 vers 4 en 5 ter zelver tijd, was het Eerst dat men alhier een Staten Bijbel op Stoel had, voor heen altoos een biesken”
Meer informatie over de totstandkoming en de ontvangst van de Biestkensbijbel alsmede over het exemplaar in het bezit van het NBG is te vinden in:
- Anne Jaap van den Berg en Boukje Thijs: ‘Biestkensbijbel’ In: Met andere woorden. Kwartaalblad over bijbelvertalen 25/4 (december 2006), pp. 22-28; |
- Anne Jaap van den Berg en Boukje Thijs: Uitgelezen. Bijbels en prentbijbels uit de vroegmoderne tijd. Heerenveen, 2010, pp. 47-59; |
- C.C. de Bruin: De Statenbijbel en zijn voorgangers. Nederlandse bijbelvertalingen vanaf de Reformatie tot 1637. Bewerkt door F.G.M. Broeyer. Haarlem/Brussel, 1993; |
- Wilco C. Poortman: Boekzaal van de Nederlandse Bijbels. ’s-Gravenhage, 1983 (Bijbel en Prent 1), pp. 101-112; |
- Nicoline van der Sijs: Taal als mensenwerk: het ontstaan van het ABN. Den Haag, 2004, pp. 113-119; |
- Memorij, Het dagboek van Cornelis Pieter Sorgdrager. Uitgegeven en van een inleiding voorzien door W.J. Maas. Hollum, 1982, p. 95; |
- Paul Valkema Blouw, ‘Nicolaes Biestkens van Diest, in duplo, 1558-83’ In: Theatrum orbis librorum. Liber Amicorum presented to Nico Israël on the occasion of his seventieth birthday. Utrecht, 1989, pp. 310-331. |