Biekorf. Jaargang 109
(2009)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Nummer 1]De spinette
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het standaardwerk over de hommel in ons land is de monografie van Hubert Boone uit 1975Ga naar voetnoot(2). In Noord-, Oost- en West-Europa bestond een eeuwenlange hommeltraditie. In West-Vlaanderen zijn talloze meldingen van hommels en hommelspelers/speelsters, tot op vandaag. Het is verrassend, dat de naam ‘spinette’ bij de oudere bevolking nog steeds een ‘Aha-Erlebnis’ oplevert, en dat het bespelen van dit zo bescheiden keukentafelinstrument tot aan de volksmuziekrevival van de jaren 1970 eigenlijk nooit verdwenen is, dit in tegenstelling tot ‘grote’ instrumenten als doedelzak en draailier, waarvan de rond de Eerste Wereldoorlog onderbroken traditie helemaal opnieuw moest worden opgenomen.
Sedert die heroplevingsperiode mag de hommel zich overigens, dankzij zijn laagdrempeligheid, technische verbeteringen en toegenomen muzikale mogelijkheden in een hernieuwde en groeiende aandacht verheugen. Muziekmozaïek vzw, de overkoepelende ondersteuningsorganisatie voor folk en jazz in Vlaanderen, gevestigd in het Vlaams-Brabantse Gooik, stimuleert het hommelspel via cursussen, workshops, hommeldagen, cd's, enz.
In Brugge is sedert het jaar 2000 een heuse hommelgroep actief onder de naam ‘In de klaere maene’Ga naar voetnoot(3). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SitueringDe hommel behoort tot de citers, die samen met de mondbogen, de luiten, de harpen en de lieren de grote groep van de snaarinstrumenten of chordofonen vormen. ‘Citer’ is dus de naam van een snaarinstrumentensoort, en mag niet verward worden met ‘zither’, een specifiek, aan de hommel verwant snaarinstrument uit Zuid-Duitsland en Oostenrijk.
Bij de chordofonen ontstaat de klank door het aantokkelen, -slaan, of -strijken of bekloppen van snaren onder een bepaalde spanning. Omdat de klank van een snaar op zich te zwak is, hebben alle snaarinstrumenten een resonator nodig, die de klank versterkt. Die kan gaan van heel primitief tot heel gesofistikeerd.
De citers worden genoemd naar de vorm van hun resonator. Zo hebben we o.a. de plankciters, waarvan de resonator gevormd wordt | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
door een houten plank (vandaar de naam plankciter voor hommel). Bij uitbreiding evolueert de plank tot een doos of kist, waardoor we een aparte groep krijgen, nl. de doos- of kistciters.
Binnen deze groep onderscheiden we de kistciters met een klavier waartoe o.a. piano, klavecimbel, spinet, virginaal, enz. behoren, en de kistciters met fretten op het bovenblad, waartoe de zither, de concertzither en de hommel behoren. De hommel is m.a.w. een plankciter, meer bepaald een kistciter, met fretten.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Organologie en muzikale mogelijkhedenZoals de afbeelding hierna illustreert is de hommel een eenvoudig instrumentGa naar voetnoot(5). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het gaat om een klankkast of resonator afgesloten door een bovenblad, een onderblad (facultatief), een schroevenstuk met stemschroeven en een staartstuk met snarenpinnen. Boven- en onderblad lopen meestal evenwijdig, tenzij bij hommels waarvan de zijkanten trapeziumvormig zijn. De snaren lopen horizontaal over het bovenblad, maar niet parallel ermee: om haperen van de snaren aan een naastliggend fret tijdens het spelen te vermijden, moet de staartkam hoger liggen dan de schroevenstukkam.
Vele hommels hebben een enkele klankkast, die vele, uiteenlopende vormen kan aannemen, van heel eenvoudig, zelfs primitief, tot artistiek. Een aantal hommels hebben een bijkomende resonator die gedeeltelijk en volgens variërende montagetechnieken onder/rond de eerste gemonteerd wordt. Men spreekt dan van een hommel met een dubbele klankkast. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Indeling van de hommelsIn ‘De hommel in de Lage Landen’ onderscheidt H. Boone vijf hommeltypes op basis van de bouwwijze en de vorm van de klankkastGa naar voetnoot(6):
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hieraan kan een zesde, niet door H. Boone vermelde constructiewijze worden toegevoegd, nl.: hommels waarvan de klankkast gebouwd is op basis van een metalen frame.
Na een optreden van de Brugse hommelgroep in 2007 deelde Jacques Raymond, gepensioneerd vakschoolleraar metaal uit Brugge (Sint-Andries), mij mee dat één van de voorwerpen die de leerlingen smederij in zijn tijd in het Vrij Technisch Instituut te Brugge te maken kregen, een hommeltje was. Het bestond naar zijn zeggen uit een metalen kader met plankjes errond. Het was ‘rechthoekig’ en in het bovenste plankje zaten gaten, m.a.w. klankgaten. Er waren drie snaren en de fretten werden aangebracht ‘op het gevoel’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inrichting van het bovenbladOp de bovenkant van de klankkast, aan de kant van de speler, is een toonschaal aangebracht, meestal d.m.v. fretten. Over die fretten heen loopt een variërend aantal melodiesnaren. Bij oude hommels vindt men onder of naast de frettenschaal soms een papierstrook met notennamen, of cijfers die verwijzen naar de voor W.O. II gebruikte cijfermuzieknotatie. Aan de overzijde van het bovenblad bevinden zich snaren zonder toonschaal eronder. Dat zijn de zgn. bourdonsnaren. Zij produceren elk één enkele toon en worden tijdens het spelen regelmatig aangeslagen of aangetokkeld, waardoor een harmonische en ritmische ondersteuning van de melodielijn ontstaat. Het bourdonprincipe is een zeer vroege vorm van harmonie, die we ook aantreffen bij de doedelzak en de draailier. Sommige hommeltypes (blokviool, citera) zijn meerkorig, dat wil zeggen dat meerdere bourdonsnaren met dezelfde toon gegroepeerd worden en dat die snaren- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
groepen samen een akkoord vormen. Voor de verschillende toonschaalreeksen en de stemming van de bourdonsnaren verwijs ik naar het werk van H. BooneGa naar voetnoot(7).
Net zoals bij andere muziekinstrumenten bestaan er, afhankelijk van de lossesnaarlengte, sopraan-, alt-, tenor- en bashommels. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Diatonisch/chromatisch - majeur/mineurTot ver in de 20ste eeuw was de toonschaal van de meeste hommels diatonisch, d.w.z. met enkel toonladdereigen noten, waarbij de losse snaar als subdominant fungeert. De toevoeging van een verhoogde kwart laat toe in een andere toonaard te spelen, nl. met de losse snaar als tonica, mits eventueel een aanpassing van de bourdons. Dit laatste is bij moderne hommels al mogelijk in één handbeweging d.m.v. een onder de bourdons ingebouwde capotasto.
Chromatische hommels, met toonladdervreemde noten, werden ook gebouwd, maar die waren door het grote aantal fretten achter elkaar te onoverzichtelijk om vlot te bespelen. Sommige spelers duidden de chromatische fretten aan met kleurtjes of stippen op het bovenblad, maar toch bleef vlot spelen moeilijk. Pas in de jaren 1990 vond men hiervoor een oplossing door de diatonische en de chromatische toonschaal aan te brengen onder aparte melodiesnaren, een systeem dat traditioneel bij de Hongaarse citera werd toegepast. In een volgend stadium werden de fretten van de diatonische noten doorgetrokken tot onder de ‘chromatische’ snaren, wat het spelen van akkoorden d.m.v. dubbelgrepen mogelijk maakte.
Volledig chromatische hommels laten toe in alle toonaarden te spelen, al of niet in harmonie met de bourdons, en zowel in majeur als in mineur. Traditionele spelers, die slechts over een diatonisch instrument beschikten, namen om in mineur te spelen het eerste fret als grondtoon, waarbij zij onbewust het principe van de parallelle kleinetertstoonladder toepasten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SpeelwijzeOm de hommel te bespelen legt men het instrument schuin voor zich op een tafel terwijl men aan de tafel staat of zit, of op de knieën -er zijn ook enkele afwijkende houdingenGa naar voetnoot(8). Met een plectrum in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de rechterhand brengt men de snaren tot klinken, terwijl men met een stokje in de linkerhand (traditoneel) of met de vingers en de duim van de linkerhand (nieuwere techniek) de melodiesnaren tegen het volgens de melodie gewenste fretje drukt. De techniek met het stokje werd al in 1619 beschreven door de Duitse musicoloog Michael Praetorius (zie verder). De meeste spelers leggen de wijsvinger op het stokje, anderen, vooral zij die rechtstaand spelen, gebruiken de duim om het stokje aan te drukken.
Vóór het plectrum bestond werd gebruik gemaakt van ganzen- of kraaienveren of grote doornen (cf. hierna de benamingsgroep rond épine). Recenter werden ook nog ‘kolbeentjes’ (om opstaande hemdskragen recht te houden), en walvisbaleinen uit vrouwenkorsetten gebruikt, of zelfs plectrums die men zelf sneed uit een plastic deksel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geschiedenis: van monochord naar hommelDe oudste gedateerde hommel (1608) in de Lage Landen en wellicht in Europa bevindt zich in het Gemeentemuseum in Den HaagGa naar voetnoot(9), maar de hommel bestond ongetwijfeld al vroeger. Het woord ‘hommel’ duikt pas laat in de 17de eeuw op.
Wanneer de geschiedenis van de hommel begint, valt moeilijk te zeggen aangezien hij wellicht geëvolueerd is uit een reeds bestaand instrument. Volgens de Encyclopedie van muziekinstrumenten (1977) is de Turkse Qanun of tafelharp de voorloper van alle Europese citers, dus ook van de psalters, zithers en hommelsGa naar voetnoot(10). In The Dulcimer Book (1963) geeft de ‘Mother of Folk Music’, Jean Ritchie (oKentucky, USA, 08.12.1922) het Duitse scheitholz, dat we hierna bespreken, de Noorweegse langleik en de ‘humle’ uit de Nederlanden aan als voorvaders van de Appalachean dulcimerGa naar voetnoot(11).
Het lijdt echter weinig twijfel dat ook het Scheitholz niet zomaar ontstond of uitgevonden werd. Naar mijn mening, en verscheidene auteurs bevestigen deze stelling, evolueerde het Scheitholz uit het monochord. Dit snaarinstrument werd uitgevonden door de Griekse filosoof Pythagoras (6de eeuw v. C) en beschreven door Euclides (300 v. C). Het bestond uit een klankkast voorzien van twee kammen op het bovenblad, waarover één snaar liep. Daartussen bevond zich een derde, verschuifbare kam (modulus, magadis of stephanus | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 13]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genoemd) waarmee men de trillende lengte van de snaar kon wijzigen, en de juiste toonintervallen kon bepalen. De intervallen werden op het bovenblad aangeduid. Tijdens de Oudheid en de middeleeuwen werd het monochord, ook canon (etymologisch verwant met qanun?) genoemd, gebruikt voor intervallenonderzoek en muziek- en zangonderrichtGa naar voetnoot(12).
De toepassing van het monochord inzake toonschaalvraagstukken, c.q. de gelijkzwevende en niet-gelijkzwevende temperaturen, wordt behandeld door Simon StevinGa naar voetnoot(13). In 1619 reeds verwijst de Duitse musicoloog Michael Praetorius (1571-1621) direct naar het monochord in zijn beschrijving van het Scheitholz of StückeholzGa naar voetnoot(14). De afbeelding die hij bijvoegt, toont een instrument dat er net als een hommel met één klankkast uitziet, en de speelwijze is in ca. 400 jaar nauwelijks veranderd. Hij schrijft (eigen vertaling):
Hoewel men dit instrument makkelijk tot de schooiersinstrumenten zou kunnen rekenen, heb ik het hier toch, omdat het weinigen bekend is, kort willen uitleggen. En het heeft niet weinig weg van een Scheit- of StückeholzGa naar voetnoot(15), want het bestaat zoals een klein monochord eenvoudig uit drie of vier dunne plankjes, met bovenaan een hals waarin drie of vier draaihoutjes steken, met drie of vier messingsnaren bespannen. Daarvan zijn er drie in unisono, maar een daarvan loopt in het midden over een slofje [kammetje] zodat ze een kwint hoger klinkt. En als men wil, kan men de vierde snaar een octaaf hoger stemmen. Al deze snaren worden onderaan bij de kam met de rechterduim aangekrast, terwijl men een klein glad stokje in de linkerhand over de verste snaren heen en weer beweegt, zodat de melodie van het lied weerklinkt van op de fretten van messingdraad die in [het bovenblad] ingeslagen werden.
Vertrekkend van het monochord ligt een uitbreiding met één of meer dicht bij elkaar liggende melodiesnaren zo voor de hand. Dit leidde tot het ontstaan van het bichord, trichord en later het polychord. Het toevoegen van een of meer bourdons, niet alleen in uni- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 14]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sono, maar ook in octaaf- en kwint- (zoals in Praetorius' beschrijving) of later zelfs tertsstemming droeg zeer plausibel bij tot de dispositie van de hommel in latere eeuwen. De invoering van tangenten
verbonden aan toetsen om de trillende snaarlengte te wijzigen, leidde anderzijds tot het ontstaan van het clavichord.
Dezelfde redenering volgt de Franse historicus Guy-Jean Michel. Uitgaande van het monochord stelt hij: ‘... il suffisait, en somme, d'ajouter une ou deux cordes d'accompagnement, laissées libres, puis - pour la facilité du jeu - de disposer sous la corde mélodique des frettes comme autant de repères pour les notes, et l'on avait un Scheitholt’Ga naar voetnoot(16).
In de Dictionnaire de la musique (1976) besluit co-auteur P.M. Daltroff bij zijn bespreking van de ‘épinette des Vosges’, na een opsomming van verschillende hommeltypes: ‘Tous ont, semble-t-il, un ancêtre commun, le monocorde’Ga naar voetnoot(17). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verspreiding, terminologie en etymologieVerspreidingDe hommel komt traditioneel voor in de Germaanse en Scandinavische gebieden en de voormalige Oostbloklanden. In Frankrijk komt de hommel traditioneel enkel voor in de Vogezen (épinette des Vosges), waar het instrument wellicht vanuit Duitsland overwaaide, en in het Département du Nord-Pas-de-Calais (épinette du Nord), waar het naar verluidt via de Frans-Duitse oorlog (1870) terechtgekomen is. In de Angelsaksische landen en het Middellandse Zeegebied komt hij niet voor. De Appalachean dulcimer is de Amerikaanse exponent, ontstaan uit Europese hommels die door de pioniers vanuit het Avondland werden meegenomen bij hun emigratie. Hij is vooral bekend geworden door de reeds vermelde Jean Ritchie. Door verkoop en bekendwording via het internet kent de Appalachean dulcimer tegenwoordig een ‘terugkeer’ naar Europa. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TerminologieHet spreekt vanzelf dat de hommel evenveel namen krijgt als er | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gebieden zijn waar hij voorkomt. Zelfs in een relatief klein gebied als Vlaanderen zijn verschillende namen bekendGa naar voetnoot(18):
Buiten Vlaanderen had de hommel nog andere namenGa naar voetnoot(20):
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
EtymologieHet woord hommel komt voor het eerst voor in Keulen in 1508. Of daarmee de hier besproken citervorm bedoeld werd, valt te betwijfelen. Hommel, als onbetwistbare naam voor het snaarinstrument, komt pas op het einde van de 18de eeuw voor, tegelijk in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nederland (naast Noordse balk), Duitsland, Denemarken en ZwedenGa naar voetnoot(21).
In het Nederlands werd het instrument naar het insect genoemd, dat hetzelfde gonzende geluid maakt. ‘Hommelen’ betekent dan ook zacht gonzen. Ook het Frans kent eenzelfde woord voor het insect de hommel én voor de meeklinkende toon: bourdon. Het werkwoord ‘bourdonner’ betekent gonzen. In het Engels betekent het woord ‘drone’ ook zowel het insect als de bourdon. Het werkwoord ‘to drone’ betekent ook gonzen.
Opvallend is dat vele hommelbenamingen verwijzen naar het balkvormige uitzicht van het instrument, of de balk / het blok hout waaruit het gemaakt is. Het Vlaams-Brabantse vlier is afkomstig van het Franse ‘filière’, wat (dak)gording betekentGa naar voetnoot(22). De gording is de dwarsbalk waarop de dakkepers bevestigd worden (vgl. vliering). Fliere, dat ik noteerde in Oostende (oorspronkelijk uit Moorslede), is een ‘verwestvlaamsing’ van vlier.
Het woord ‘balk’ zien we letterlijk in het Friese Noardske balke. Het Franse/Waalse bûche komt van het volkslatijn *buska dat op zijn beurt teruggaat op het Germaanse *busk (= stok, bij uitbreiding bos). Bûche betekent ‘stuk brandhout’Ga naar voetnoot(23) en komt overeen met het Nederlandse woord ‘blok’. Een bûche de Noël is een kerstblok of kerststronk, en bûcher betekent blokken (studeren). Bûche de Flandre, zoals de grote 17de-eeuwse West-Vlaamse hommels in het Frans genoemd worden, kunnen we dus letterlijk vertalen als ‘vlaamse blok’ (in het W-Vl. is blok een de-woord). Ook in blokviool (Kempen en Limburg) zien we het woord ‘blok’, dat daar overigens ook klomp betekent, vandaar ook klompviool en klonkviool.
Het Duitse woord Scheitholz betekent ‘gekloven brandhout’, waarbij Scheit teruggaat op het Oudhoogduitse scit (= iets wat afgesplitst is) dat ablautend verwant is met scheidenGa naar voetnoot(24). Het is niet zeker of Scheitholz / Stückeholz werkelijk de naam was van dit instrument dat Praetorius beschreef. De musicoloog zegt enkel dat het er uitziet als een Scheitholz of Stückeholz, twee Duitse synoniemen voor ‘gekloofd brandhout’. Tegenwoordig wordt desondanks de naam Scheitholz gebruikt voor de door Praetorius beschreven hommel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Blokviool, kloonviool, frontmandoline, soldatenviool en ook violon des tranchées verwijzen naar de muziekinstrumenten waaraan de klank van de hommel deed denken.
De benaming frontmandoline, soldatenviool en violon des tranchées verwijzen overigens specifiek naar het ‘oorlogsverleden’ van de hommel. Het is bekend dat frontsoldaten tijdens W.O. I primitieve hommeltjes maakten met de materialen die zij hadden.. De vermelding van de naam soldatenviool in W.O. II wijst erop dat de hommel ook toen tot het tijdverdrijf van de soldaten behoorde.
De vormen épinet(te), spinet(te), pinet en het Picardische espinette hebben niets met de vorm van het instrument te maken, maar misschien wel met wat tegenwoordig ‘plectrum’ heet. Zij gaan via het Oud-Franse verkleinwoord ‘espinette’ (épine = doorn) terug op het Italiaanse ‘spina’ (doorn, stekel). In het Italiaans bestaat er een onderscheid tussen spinetta (clavecimbel) en cetra da tavolo (letterlijk: tafelciter)Ga naar voetnoot(25).
Wat het plectrum betreft, dat hoorde ik in West-Vlaanderen ook wel eens aanduiden met beentje (bedoeld werd een ‘kolbeentje’ waarmee de voorkant van een opstaande hemdkraag verstevigd werd) of sporadisch met braemtje, naast het algemene woord plectrum. Braemtje kan verwijzen naar de grote doornen (épine) van de braamstruik, maar een braeme is tevens ‘iets wat blijft haperen’, b.v. een gietvoeg, de opstaande rand van iets, een braeme in een mes of de braemen van een pas geslepen schaatsGa naar voetnoot(26). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De hommel in en buiten West-VlaanderenIn West-Vlaanderen was de hommel al bekend voor 1900. Er zijn exemplaren bekend uit de 17de, 18de en 19de eeuw. Hubert Boone stelde vast dat de in België bewaarde hommels van voor 1900 hoofdzakelijk van West-Vlaamse afkomst zijnGa naar voetnoot(27).
Hoewel hij reeds vroeger in de Lage Landen bekend was, kwam de hommel op het einde van de 19de eeuw België wellicht binnen via de grens tussen West-Vlaanderen en het Franse departement Nord-Pas de Calais, twee gebieden die historisch met elkaar verbonden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 18]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zijn. Het is ook mogelijk dat Picardië/Henegouwen een oversteekgebied geweest is voor de hommel.
Aan weerszijden van deze grens komen gelijkaardige hommeltypes voor. Een heel mooi voorbeeld daarvan is de hommel De Hert, afkomstig uit Mesen, die ik een paar jaar terug vond in Brugge (Sint-Andries) en die als twee druppels water gelijkt op een hommel afgebeeld in de tentoonstellingscatalogus ‘L'épinette du Nord’Ga naar voetnoot(28).
Dat het Duitse zitherspelers waren die hun instrument meebrachten naar het front tijdens W.O. I, moet met een grote korrel zout genomen worden. De verschillen met onze hommels zijn in vele opzichten te groot, en dit kan zeker niet de hommel-boom van na W.O. I verklaren. Gezien de opvallende gelijkenis inzake organologie, ornamentiek, stemmings- en speelwijze, enz. tussen de traditionele épinette des Vosges en de hommels aan weerszijden van de West-Vlaams-Franse grens, kan men veronderstellen dat het de épinette des Vosges was die, b.v. tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870, Noord-Frankrijk en West-Vlaanderen voor 1900 bereikte.
Samen met H. Boone wijs ik er anderzijds op dat er in Frans- en West-Vlaanderen vóór 1900 al een stevige hommeltraditie bestond, die zich via bouwers en spelers op eigen houtje verder ontwikkelde (getuige waarvan de opvallend mooi uit- en afgewerkte hommels uit Frans- en West-Vlaanderen die het resultaat zijn van die lange ontwikkeling). Dit sluit een duwtje in de rug vanuit het buitenland evenwel niet uitGa naar voetnoot(29).
Vanuit West-Vlaanderen verspreidde de hommel zich over heel Vlaanderen en Wallonië, en werd er heel populair. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hommelbouwers in West-VlaanderenProfessionele ateliersHoewel je een hommel ook wel zelf kunt maken - en sommige schrijnwerkers of meubelmakers deden dat ook - ontstonden er zowel in Vlaanderen als in Wallonië ateliers die zich toelegden op het produceren van hommels. Deze hommels werden dan in omloop gebracht via muziekwinkels of rechtstreeks aan de klant. Bekende centra in West-Vlaanderen in die zin waren o.a.: Roeselare (Michel Sercu), Oostende, Zwevegem en ook Brugge (J. Delrue, Ezelstraat). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J. Delrue bouwde hommels met een enkele klankkast (een klintje) en hommels met een dubbele klankkast (een grooten). De klintjes hebben allemaal dezelfde vorm en bouwwijze, wat op bandwerk wijst. Zij bestaan uit een uitgehold, langwerpig blok hout met daarop een bovenblad. Het schroevenstuk heeft altijd dezelfde vorm. Karakteristiek zijn de rode kleur en de opgekleefde bloemmotieven die het instrument aantrekkelijk moesten maken, was het niet om op te spelen, dan toch als decoratief element.
De groote, met dubbele klankkast, werden in dezelfde rode kleur en afwerking geleverd, hoewel mij recent in Brugge nog een lichtbruin gekleurd exemplaar getoond werd. Een grooten bestond uit een klintje met een toegevoegde, druppelvormige klankkast. Een dergelijk exemplaar werd bespeeld door de Hr. Leon Maes uit Vivenkapelle bij Damme (ca. 1980). De instrumenten met dubbele klankkast werden ook nagebouwd, wat op een zekere populariteit wijst. Tot nu toe vond ik twee kopieën in Brugge (Sint-Andries en Assebroek).
De Brugse muziekhandel Rombaux, waar ik de benaming dulcimer, met Franse uitspraak, noteerde, verkocht deze klintjes, en het zgn. spinet modern, een bourdonloze hommel met drie melodiesnaren op een kleine, groen geschilderde klankkast gemonteerd op een langwerpige multiplexplaat.
Af en toe duikt wel eens een hommel op die gebouwd werd door Michel Sercu uit Roeselare. Ze zien er allemaal eender uit. Typisch zijn de lobben aan de zijkant van onder- en bovenblad, het tweelobbige schroevenstuk en de versiering van de kamplaatjes. Het zijn mooi afgewerkte instrumenten met vijf melodie- en vier bourdonsnaren. Sercu bouwde ook hommels met een dubbele klankkast. Ook hier was de eerste klankkast gelijk aan het instrument met één klankkast. Hommels van Sercu werden o.a. verkocht in een muziekhandel te Roeselare.
Ook de Wingense houtpolierder Joseph Vanderhaeghe (1913-1988) mag wellicht tot de professionele bouwers gerekend worden. Hij bouwde hommels met een enkele zowel als met een dubbele klankkast, en was ook zelf hommelspeler. Hij bouwde de hommel uit Wingene die hierna vermeld wordt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Individuele bouwersDe West-Vlaamse locaties waar ik sedert 1975 hommels terugvond zijn: Beernem (5), Brugge (5), Sint-Andries (2), Sint-Andries/Mesen (1), Oostkamp (2), Kuurne (2), Vichte (1), Wingene (1), Oostende/- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Moorslede (1), Assebroek (1), Vivenkapelle (1) en Veurne (1), in totaal dus 23 exemplaren.
De individuele bouwers, indien bekend, van deze hommels zijn/waren: Willy Cornelis (Beernem), Georges Naeyaert (Waardamme/Oostkamp), Joseph Vanderhaeghe (Wingene), Georges Remmerie (Kuurne), Antoine Dewispelaere (Assebroek), Van Laethem (Oostkamp), en Van Schuynenbergh of Leon Van den Eeckhout (Aalst).
Vanaf de jaren 1970 kende het hommelspelen en bijgevolg ook het hommelbouwen een heropbloei. De huidige generatie hommelbouwers bestaat uit goed onderlegde, professionele vaklieden die het experiment niet uit de weg gaan. Zo reconstrueerde de Oost-Friese instrumentenbouwer Wilfried UlrichGa naar voetnoot(30), naast andere historische instrumenten, recent ook de Japanse taishokoto, een frettenloze plankciter daterend uit de jaren 1920 waarbij het stokje vervangen is door schrijfmachinetoetsen. Net als bij het clavichord uit vroegere eeuwen wordt bij het omlaag drukken van een toets een metalen kam via een hefboomsysteem opgetild. Zo worden de melodiesnaren telkens op de gewenste plaats afgeklemd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gebruik (West-Vlaanderen)Zowel mannen als vrouwen speelden hommel. Uit mijn veldwerk blijkt een licht overwicht voor de mannelijke spelers. Maar wanneer werd er nu hommel gespeeld? Iedereen speelde natuurlijk op zijn/haar hommel als hij/zij daar zin in had. Toch tekenen een aantal specifieke gelegenheden zich af.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 21]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johan Van Eenoo | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BijlageWerktekening en de beschrijvingsfiche één van de merkwaardigste hommels uit mijn verzameling: de pinette van Andreas Depraetere uit Vichte. Afkortingen OB = onderblad, BB = bovenblad, ss = staartstuk, SS = schroevenstuk, RR = resonantieruimte, KK = klankkast
|
|