Gans metten cokermoese, gouden penningh metter maetch, 1376
Het register A182 op het Bisschoppelijk Archief in Brugge bevat een reeks giften en renten van de Obediëntie van Sint-Donaas, alfabetisch gerangschikt. Zo komt op fol. 19v aan Goossin de Erps de volgende rente toe: 1376: xix sc. par ende eene zwane of x sc. par.; xxv sc. vi d. par. ende een gans metten cokermoese; eenen grooten gouden penningh metter maetche of xxiiij sc. par. Deze rente is bezet op eigendommen in de nieuwe zack en over sinte mariebrugghe te Brugge. Over cokermoese en maetche wordt er ook gesproken op fol. 20, 1369.
Heeft iemand een idee waar dit voor staat? Uit deze vermelding blijkt dat een zwane 10 schellingen parisis geldt, een maetche 24 schellingen parisis.
A.D.