Biekorf. Jaargang 107
(2007)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 101]
| |
[Nummer 2]West-Vlaanderen eert generaal Lazare HocheEen van de jongste, meest belovende, maar ook meest geruchtmakende militaire figuren uit het Franse Republikeinse leger, namelijk generaal Lazare Hoche, was in 1797 gestorven op 29-jarige leeftijd. Samen met Bonaparte, Dumouriez, Joubert, Carnot en nog een paar andere beroemde namen, behoorde hij tot de fine-fleur van het Franse leger uit het einde van de 18de en het begin van de 19de eeuw. | |
Zijn levensloopLazare Hoche was geboren in le Faubourg de Montreuil à Versailles in 1768 als een zoon van een eenvoudige palfrenier uit de koninklijke stallen van Lodewijk XV in Versailles. Nog een knaap werd hij aangeworven als aide-surnuméraire dans les écuries royales. Toen hij 16 jaar oud was nam hij dienst in het Franse koninklijke leger (1784). In 1792 klom hij op tot officier als luitenant in het régiment de Rouergue. Hij liet zich opmerken en verdiende zijn eerste sporen bij het beleg van Thionville en in de veldslag bij Neerwinden onder generaal Dumouriez (1793).
Teruggeroepen naar Parijs ontvouwde hij in de vergadering van het Comité du Salut Public zijn visie op de verdere krijgsverrichtingen. Zijn optreden maakte zulke gunstige indruk dat hij onmiddellijk bevorderd werd en belast werd met hoge verantwoordelijke functies. Hij werd adjunct-generaal en bestreed met goed gevolg het beleg van Duinkerke tegen de Engelsen. Samen met de beruchte generaal Van Damme nam hij Veurne en Nieuwpoort in (okt. 1793) en was hij de schrik van de WesthoekGa naar voetnoot(1). Door hun optreden werden ondermeer de laaggelegen Moeren onder water gezetGa naar voetnoot(2). Zijn brutaliteit, maar ook zijn tactisch en strategisch talent maakten hem bekend en beroemd als een geduchte vechtjas en een behendig strateeg. | |
[pagina 102]
| |
Intussen promoveerde hij tot divisiegeneraal en kreeg hij het bevel in handen over het leger van Samber en Maas. Zijn verdere carrière was een aaneenschakeling van successen. Zo behaalde hij overwinningen in Pruisen en daarom werd hem eveneens de leiding toevertrouwd van het leger van Moezel en Rijn (80.000 man).
Hij trad op in de Vendée en kon de opstand in die streek beëindigen door zijn diplomatisch optreden waardoor een bloedbad vermeden werd (1796). Hij oogstte zegepralen bij Wurmser, in Weizenburg en hij vermocht het de blokkade te breken tegen Landau en Worms.
In weerwil van al die glorievolle feiten was hij ooit slachtoffer van jaloezie en afgunst. Hij overleefde een moordaanslag op zijn persoon in Rennes. En op het einde van zijn leven (1797) geraakte hij nog in conflict met niemand minder dan Napoleon Bonaparte, toen al een rijzende ster aan het firmament van de Franse militaire hemel.
Op het toppunt van zijn roem en zijn macht stierf hij plots, getroffen door tuberculose, in zijn hoofdkwartier te WetzlarGa naar voetnoot(3) op 19 september 1797 (3e jour complémentaire an V). Omtrent zijn onverwacht overlijden deden er zelfs verhalen de ronde dat hij vergiftigd was. | |
[pagina 103]
| |
De verslagenheid in het militaire kamp en in heel Frankrijk was enorm, en vooral de republikeinse bestuurders in Parijs beseften dat ze een van hun beste verdedigers verloren hadden. Samen met enkele strijdmakkers staat hij voorgoed gegrift in het geheugen van de Franse militaire geschiedenis. Niet alleen direct na zijn dood werd zijn biografie verspreidGa naar voetnoot(4), maar later is er een stortvloed van publicaties over zijn leven en zijn overwinningen verschenen, waarin zijn strategisch talent en zijn uitzonderlijke gaven beschreven en geprezen wordenGa naar voetnoot(5). In zijn geboortestad Versailles werd er een standbeeld voor hem opgerichtGa naar voetnoot(6). In Weiszenthurm (Pruisen) staat er eveneens voor hem een gedenkteken.
Amper 29 jaar oud en reeds een legende gedurende zijn leven, dit alles gerealiseerd onder regimes en besturen zoals de Conventie en het Directoire, die op zijn zachtst gezegd veeleisend, wisselvallig en in feite schrikbewinden waren. Dit is inderdaad uitzonderlijk. De revolutionnairen hebben dan ook niet nagelaten te zijner nagedachtenis herdenkingsplechtigheden te organiseren, onder meer om door de luister van dit vertoon hun eigen bestuursregimes te verheerlijken. Het jaar 1797 betekende voor Frankrijk, en dus eveneens voor ons, militaire conscriptie, sluiten en slopen van kerken en kloosters, aanslaan van de klokken, waardeloze assignaten en vervelende opeisingen allerhande. In deze context is Hoche opgetreden en heeft hij gestreden voor een Republiek, die nergens enthousiast onthaald werd.
Als eerste nationale memorie werd er een pompeuze herdenking op touw gezet in Parijs op het beroemde Champ de MarsGa naar voetnoot(7), die reeds doorging op 10 vendémiaire jaar VI (woensdag 1 okt. 1797), een decadi of republikeinse zondag. | |
[pagina 104]
| |
[pagina 105]
| |
De herdenking in ParijsOmdat de latere eerbetuigingen aan Hoche eigenlijk niets meer waren dan een verre navolging van deze in Parijs, geven we hier, enigszins samengevat, het verloop van de nationale memoriebetuiging ter ere van Hoche, en wel volgens het procès-verbal, dat onmiddellijk na 10 vendémiaire VI gepubliceerd werdGa naar voetnoot(8).
Om 10 uur voormiddag kwamen les membres du Directoire exécutif en grand costume et le secrétaire-général bijeen in hun gewone vergaderzaal. De ministers, de officieren van de 17de divisie en de plaatselijke legermacht van de stad Parijs hadden reeds vooraf in de vergaderzaal van het Directoire plaatsgenomen.
Van in de morgenuren werden er om het kwartier schoten gelost door een kanon dat opgesteld stond in de hovingen van het Palais national du Directoire. Hiermee werd er aan de bevolking aangekondigd dat de Republiek de nagedachtenis van een van haar vurigste verdedigers en haar grootste zonen wilde eren. Om 11 uur stapten de vijf leden van het Directoire in hun koetsen en onder militaire begeleiding arriveerden ze op le Champ de Mars.
Het gebouw van de Ecole militaire was er getooid met grote zwarte fleurons en wimpels in de nationale driekleur. Intussen waren de vader van generaal Hoche en zijn naaste familieleden toegekomen in koetsen ter beschikking gesteld door le Ministre de l'Intérieur. Een enorme massa toeschouwers en nieuwsgierigen had ingetogen plaatsgenomen langs weerszijden van le Champs de Mars.
Alle leden van het diplomatieke corps stonden opgesteld, samen met de raadsleden van le Cour de Cassation en een groot aantal prominenten nabij een zogeheten autel de la patrie, in het midden van le Champs de Mars.
Iedere deelnemer aan deze plechtigheid hield in zijn hand een laurier- of een eikentak. Het reuzengroot portret van Hoche werd geplaatst op het altaar. Dit altaar stond naast een grote piramide, waar op ieder van de vier zijden de namen aangebracht waren van de bijzonderste wapenfeiten van de generaal: Lignes de Weissembourg, Débloquement de Landau, Affaire de Quiberon, Pacification de la Vendée, Passage du Rhin, Bataille de Newied. Rond het altaar waren er jonge laurierboompjes geplant entre lesquels des candélabres, soutiennent des cassolettes à l'antique où brûlent les parfums. | |
[pagina 106]
| |
Na een moment van doodse stilte werd er door een militaire muziekkapel rouwmuziek gespeeld en vervolgens kwam de eerste redenaar aan het woord. Dit was le Président du DirectoireGa naar voetnoot(9), die een hooggestemd overzicht gaf van de roemrijke carrière van Hoche en een oproep richtte tot alle aanwezigen om zijn voorbeeld te volgen en hem eeuwig te blijven gedenken.
Veertig jonge leerlingen van le conservatoire de musique, voor de gelegenheid in het wit gekleed, zongen daarna een hymne, gedicht door Marie-Joseph de ChénierGa naar voetnoot(10), en op muziek gezet door Salvador CherubiniGa naar voetnoot(11).
De panegyriek over Hoche werd uitgesproken door le citoyen Daunou, membre de l'Institut NationalGa naar voetnoot(12), die in een eerder bombastische en gezwollen stijl de heldenfiguur Hoche belichtte. Hij liet niet na op te roepen tot volgzaamheid aan het gezag en beleving van een heldhaftig republikeins patriottisme. In het procès-verbal waar heel deze redevoering afgedrukt staat, beslaat ze niet minder dan tien bladzijden.
Het einde van de plechtigheid was in zicht toen un groupe de vieillards (sic) het laatste stuk zong uit het rouwgedicht van Chénier. Het hele gezelschap, ministers, leden van het Directoire, militairen en alle aanwezigen, vertrokken ontroerd onder het spelen van de militaire muziek en het geroep Vive la République en onder het zingen van de Marseillaise.
Een verslag van deze plechtigheid werd zo vlug mogelijk gedrukt en onverwijld opgezonden naar alle administrations départementales et municipales, aux tribunaux civils, criminels et correctionnels et aux armées.
Daarenboven beval het Directoire exécutif dat dit proces-verbaal sera lu publiquement le 30 de ce mois, lors de la cérémonie ordonnée par la loi du Cinq, dans chaque chef-lieu de canton, ainsi que dans chaque division aux armées. De herdenking van Hoche was bijgevolg een verplichte republikeinse plechtigheid die diende inge- | |
[pagina 107]
| |
[pagina 108]
| |
richt te worden in alle cantons van het hele Franse Rijk, dus ook in ons Département de la Lys. En wel op 30 vendémiaire an VI, zijnde een decadi, nog geen drie weken na de nationale herdenking in ParijsGa naar voetnoot(13). | |
West-Vlaanderen herdenkt generaal HocheIn het Département de la Lys zijn er inderdaad op 30 vendémiaire an VI (vrijdag 21 oktober 1797) een aantal zulke herdenkingen doorgegaan. In de meeste gevallen hebben onze republikeinse lokale besturen zich ingespannen om de brochure die ze ontvangen hadden uit Parijs en waarin het hele verslag van de plechtigheden gerapporteerd stond, zoveel ze vermochten in de mate van het mogelijke stipt na te volgen.
In bijlage geven we wat er daarover, na een eerste nazicht, teruggevonden kon worden. Deze plechtigheden verliepen dus met kanongebulder, het aflezen van patriottische redevoeringen, het neerleggen van rouwkransen aan een monument, enz. Tot hiertoe is de plechtigheid van het kanton Torhout wel diegene welke het best de nationale herdenking uit Parijs imiteerde, en nog meer want er werd zelfs een lijkkist ten tonele gebracht. Andere kantons daarentegen zoals Wervik lieten maar een povere herdenking plaatsvinden. Ongetwijfeld waren er ook enkele kantons, meestal van kleine gemeenten, waar er geen herdenking plaats had (Ardooie?). De ijver van de lokale republikeinen om blindelings het centraal bestuur te volgen en te gehoorzamen, ligt enigszins weerspiegeld in de herdenking voor generaal Hoche.
Nazicht in het Frans Archief van onze West-Vlaamse stads- en gemeentebesturen die in de Franse Tijd kantonhoofdplaats waren, zal ongetwijfeld nog meer dergelijke verslagen van de pompeuze herdenking van Hoche aan het licht brengen. Men zal zich ongetwijfeld de vraag stellen in hoeverre deze politieke republikeinse manifestatie door de bevolking bijgewoond werd. En, zeker in de Westhoek, waar Hoche enige jaren voordien zo ongenadig en brutaal opgetreden was, zal zijn memorie, zelfs bij de vurigste republikeinen, wel een wrange nasmaak nagelaten en minder aangename herinneringen opgeroepen hebbenGa naar voetnoot(14). | |
[pagina 109]
| |
Voor het overige is de herdenking van Hoche een bewijs dat de Fransen iedere mogelijkheid aangrepen om, te midden van het Directoire en dus in een voor hen ongunstige en gespannen sfeer, de hele natie op dezelfde dag een manifestatie op te dringen voor een herdenking die louter propagandistisch was en alleen de uitstraling van hun bestuursregime moest dienen. L. Van Acker | |
ArdooieOmdat Ardooie meer dan 5.000 inwoners telde vormde deze gemeente een afzonderlijk kanton. Alhoewel de registers der beslissingen uit de Franse Tijd bewaard zijn, werd er geen spoor aangetroffen van een herdenking voor Hoche. De andere republikeinse feesten werden trouwens maar zeer matig bijgewoond (fête de la liberté et de l'extinction de la tyrannie op 9 en 10 thermidor; fête de l'agriculture op 10 messidor, fête des époux op 10 floréal, fête de l'union de la Belgique à la République op 17 frimaire, enz.). Vermoedelijk vond er te Ardooie dus geen herdenking plaats voor generaal Hoche. (Gemeentearchief Ardooie, Régistres aux délibérations, A en B). | |
Brugge's Morgens en 's avonds van 21 oktober werd er van op de vesten kanongeschut gelost. Op de halle en op het stadhuis werd de Franse vlag gehesen. Van 3 tot 5 uur namiddag werd de grote klok van de Sint-Donaaskathedraal geluid, en op de halletooren op 't carillon een weenende geluijt gespeeld, zoals men destijds voor de inval der Fransen bij grote plechtigheden gewoon was te doen. Het was zeker uitzonderlijk, want de klokken hadden in lange tijd niet meer geluid. Gedurende het klokkenspel van Sint-Donaas en van de beiaard werd er een optocht gevormd, waar de geconstitueerde magten aan deelnamen, voorafgegaan en gevolgd door de gewapende macht. De trommels waren met rouwfloersen omhangen, de geweren naar beneden gericht, de vlaggen gesleept. Gekomen op de Vrijdagmarkt hield de stadscommandant een toespraak. Aan de geconstitueerde werden eikentakken uitgedeeld. In het midden van de plaats was er een driehoekige grafnaald opgericht waarop geschreven stond: het dankbaer vaderland beschreijt den doodt vanden kloekmoedigen generaal Hoche. De eikentakken werden neergelegd bij het momument. Daarop zette de stoet zich in beweging tot in het huijs der gemeente waar citoyen Baret commissaris der uijtwerkende magt, een redevoering uitsprak waarin hij vooral aan de heldendaden van Hoche herinnerde. Hoche had speciaal naam gemaakt in veldslagen bij Landau, Wessenburg, Germersheim, in onze gewesten nabij Hondschote en in de Vendée. Na een muziekuitvoering eindigde dit vertoon voor generaal Hoche en werd de stoet ontbonden. (Samengevat uit: Merckenweerdigste voorvallen in 1797 door J. Van Walleghem, ed. Brugge 1997, blz. 106). | |
[pagina 110]
| |
Ieper21 8bre 1797, vandaege om 11 uren 's morgens heeft de municipaliteyt benevens het corps der troupen gegaen naer de gewezen casselrie alwaer den tribunael correctionneel jegenwoordig gehouden word ende daer heeft afgelesen geweest eene beclaegende afschryft over den dood van den Franschen generael, en hooft van den Rhyn, le citoyen Hoche, alles onder het spelen van het klokspel ende het losbranden der canonnen op den stadswal. (Kroniek van Thomas van Houtte, horlogemaker in Ieper) | |
NieuwpoortOp 12 oktober hielden de Fransen een rouwplechtigheid voor het afsterven van generaal Hoche. Vanaf 's morgens 7u schoot het kanon ieder kwartier een schot. Om 11u vertrokken de heren van de municipaliteit met al de officieren en de soldaten naar de markt, elk met een zwarte sluier om de arm, van het stadhuis waar de heldendaden van de generaal werden afgelezen. Daarmee was alles voorbij en de ‘lijkdienst’ was gehouden. (Volgens de kroniek van J.B. Rybens, geciteerd in: Huldeboek Karel-Romain Berquin, 1963, blz. 147-148). | |
TieltIn het resolutieboek van het kanton Tielt staat er op 21 oktober 1797 het volgende geschreven: Ce jourd'hui on a célébré la pompe funèbre du général Hoche. Nous avons fait jouer le carillion et sonner les cloches de ce canton. (J. Samyn, De Fransche Revolutie in Vlaanderen en in 't bijzonder te Thielt, Roeselare 1889, blz. 257). | |
TorhoutVertaling van de tekst uit het verslagboek van de zittingen van het kanton Torhout: 's Namiddags om 2 uur van 30 vendémiaire an VI, kwam het bestuur van het kanton Torhout met de leden van het vredegerecht van genoemd kanton bijeen voor een lijkstaatsie ter nagedachtenis van generaal Hoche, opperbevelhebber van de legers van Samber en Maas en van Rijn en Moezel, die overleden was te Wetzlar, op de derde complementaire dag van het jaar V De bijeenkomst had plaats in het gemeentehuis in Torhout, waar de kist van de generaal opgesteld stond, bedekt met een zwarte rouwfloers en versierd met de militaire onderscheidingstekens die zijn eminente hoedanigheden aantoonden. Kanonschoten en klokgelui kondigden de lijkstaatsie aan. De optocht verliep als volgt: de lijkkist werd gedragen door vier personen, omringd door een regiment grenadiers. De lijkstoet was samengesteld uit de leden van het gemeentebestuur met de commissaire du pouvoir exécutif, de leden van het vredegerecht, voorafgegaan en gevolgd door een detachement gendarmes te paard, met de driekleurige vlag. Men marcheerde onder het gebulder van het kanon en van musketsalvo's tot op de Paardemarkt, waar een met emblemen versierde triomfboog opgericht was. Daar werd de kist neergezet. | |
[pagina 111]
| |
De commissaire du pouvoir exécutif nam het woord en stak de lof van de held en hield een rede, helemaal in de hooggestemde trant van de lijkstaatsie. De toeschouwers waren ontroerd, herpakten zich en riepen luid ‘Leve de Republiek’. De stoet keerde dan in dezelfde volgorde met ontplooide vlag en onder het geschut van musketten en onder klokgelui, terug naar het gemeentehuis. De auteurs vragen zich af of Hoche werkelijk in Torhout begraven is omdat er sprake is van een lijkkist en enkele details uit de herdenking inderdaad als een begraving ter plekke kunnen begrepen worden. In Torhout bootste men enkel een plechtige burgerlijke begrafenis na. (J. Verdonck en B. Blontrock, Torhout ten tijde van de Loteling en het Département de la Lys, in: Jaarboek Geschiedkundige en Heemkundige Kring Torhout 2006, blz. 11-12 en 19-20). | |
WervikIn Wervik liep de herdenking voor Hoche uit op een sisser. Commissaris Meurice zond in oktober 1797 een verslag naar Brugge waarin hij de mislukking van het feest rapporteerde. Au son des cloches had hij de bevolking willen uitnodigen, maar uit alle gemeenten van het kanton was er niemand opgekomen. Buiten Wervik waren deze gemeenten Komen, Geluwe, Neerwaasten, Zandvoorde, Hollebeke en Houtem. Niettemin sprak J. van Elslande, président, een redevoering uit: il y retraca cette époque glorieuse et à jamais mémorable où le peuple français par son courage et son énergie recouvre le premier et le plus légitime de ses droits, la Liberté. Maar Meurice had geen lokaal kunnen vinden om de plechtigheid te laten doorgaan. Mais la pénurie des moyens et le deffaut de localités ne permettent pas de donner à cette fête tout l'éclat et la splendeur.... On s'est borné à la terminer en cercle social par des chants patriotiques et des démonstrations de joie universelle. De auteur die dit alles verhaalt (R. Defrancq) meende dat er in oktober 1797 een feest plaatshad voor de verjaardag van de Franse Republiek. Het ging echter blijkbaar om de herdenking van generaal Hoche. De Franse feestdag was toen reeds 14 juillet. Meurice was een weinig ijverig commissaire. Een paar maanden nadien werd hij afgezet en vervangen door de fanatieke Louis Bourgeois, oud-baljuw van Komen. De nieuwe commissaris schreef in februari 1798 dat er in Wervik nog geen enkel republikeins feest was gevierd of herdacht! (R. Defrancq, Bijdragen tot de geschiedenis van Wervik, dl. II, 1961, blz. 72-73). |
|