Mezonkel
(Vraagw. 2006, blz. 395)
‘Zundag is 't porsioenkele, ten achten donkere’, zei men in Roeselare. Dat weten we dankzij Achiel Denys (pseudoniem Nonkel Sarei) in De Stem uit het Vaderland, jg. 13, 2 aug. 1914. Op die eigenste 2de augustus viel trouwens de bedoelde zondag: de gelovigen konden hun volle aflaat, Portiuncula-aflaat genaamd, verdienen omdat op een 2de augustus destijds de oude kapel was ingewijd, door Franciscus eigenhandig opgeknapt nabij Assisi. Franciscus koesterde het bouwseltje als zijn ‘portiuncula’, zijn ‘deeltje’.
De Roeselaarse uitspraak is, of was, ‘pesjoenk'le’ met doffe e's en korte oe. Sarel-zeggers zeggen natuurlijk ‘pesoenk'le’. Het woord zal hier of daar bij on(in)gewijden vervormd zijn tot ‘mezoenk'le’, zoals in Veurne. Een mens zijn tong slaat al van minder in de knoop!
J. Huyghebaert