Biekorf. Jaargang 107

36 vaten roods wijns cadeau, Ieper 1407

In juli 1407 wordt te Ieper beslist dat niemen voord meer binden scependomme van Ypre tappen moet enighe rode winen, noch die van sinte martins, noch andre, voor de voornoomde, met name de tavernier Janne Päldinghe, Janne van Beisselare en Jan Damme, allebei leden van het stadsbestuur, en Jan Drelinghe.

Deze vier mannen mogen een portie van zesse ende dertighe vaten roods wijns tappene, ghereikent te zijne als noijt ghesciet ende ghedaen. Maer elc mag wel tappen al den witten wijn, rijnsch ende andere, die nu tYpre es ende die elc in heift.... zonder enighen anderen witten wijn of roden te haelne noch in de stede te bringhene, utengheleid most, nog niet afgewerkte wijn. Het gaat blijkbaar om wijn die presentwijn van de stad is.⁽²⁾

Waarom geen wijn de stad meer binnen mag, moet uit andere bronnen dan deze rentebrieven blijken. Het is wel het jaar van de moord op Lodewijk van Orleans door Jan zonder Vrees.

A.D.

(2) BRUGGE, Bisschoppelijk Archief, Y 103 (Registrum novum: cartularium Terwaan), f. 1