Biekorf. Jaargang 106
(2006)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 87]
| |
Een berijmde Nederlandstalige kruisweg in Frans-VlaanderenIn de parochiekerk van Abele (in de volksmond ‘den Abeele’) dat zich uitstrekt over Frans- en West-Vlaanderen, prijkt een halfverheven geboetseerde kruisweg. De kerk zelf staat in het dorp Boeschepe, in het bisdom Rijsel, op een tiental meters van de grens. De Abelenaar Emiel Odul heeft de berijmde tekst van die kruisweg geschilderd, tekst die werd gemaakt door een plaatselijke pastoor, een overtuigd Vlaming, die heel actief was en zijn zielzorg in de moedertaal van zijn Frans-Vlaamse gelovigen uitoefden, de E.H. Arthur Dehaese.
Hij werd geboren in Belle op 23 december 1852. Voor hij pastoor werd in Abele had hij al een bewogen leven achter de rug. Hij werd als jonge priester nog voor 1883 kapelaan in Fives-Rijsel en daarna werd hij door de aartsbisschop van Kamerijk in 1891 benoemd tot directeur van de Vlaamse Werken van het bisdom (directeur des oeuvres flamandes du diocèse), en aalmoezenier van de uit West- en Oost-Vlaanderen geïmmigreerde arbeiders in de streek van Rijsel. Tegelijk was hij kapelaan in Mons-en-Baroeul. Al in 1892 zien we hem als pastoor van de O.-L.-Vrouw-van-Lourdesparochie in Hazebroek en drie jaar later als pastoor van Chereng. In 1900 werd hij pastoor in Robeke en in 1907 in AbeleGa naar voetnoot(1). De aartsbisschop belastte hem in 1909 ook met het opstellen van de zoveelste Vlaamse catechismus, of althans een bewerking ervan. Die werd nagezien door een zekere Franciscus, ‘Aertsbisschop van Metymne, coadjutor van mgr. den Aertsbisschop van Camerijk’, ‘25 maerte 1909’Ga naar voetnoot(2). Hierin bewaarde hij toen de spelling Des Roches. Later zal hij naar de spelling De Vries-Te Winkel overgaan.
Dehaese was bekend om zijn Vlaamse preken. Hij was ermee begaan dat de geïmmigreerde en andere Vlamingen in Frankrijk zouden beschikken over de Nederlandse godsdienstige informatie in hun eigen taal en in 1892 stichtte hij het weekblad ‘Het Vlaamsche Kruis’, tegenhanger van het katholieke Franse blad ‘La Croix’. Het is onvoorstelbaar maar het blad werd in september 1902 door de overheid verboden. Het weekblad had blijkbaar te veel bijval, het werd zelfs gelezen in de buurt van Malbode (Mabuse). Dat verbod | |
[pagina 88]
| |
gebeurde door een besluit van minister Combes: er bestond namelijk een wet op grond waarvan de minister van binnenlandse zaken het recht had om tijdschriften op te heffen die in een vreemde taal uitgegeven worden, alsof het Vlaams in Frans-Vlaanderen een vreemde taal zou zijnGa naar voetnoot(3). Dehaese was bevriend met Guido Gezelle en ontmoette hem vaak. Hij was niet alleen lid van het Comité flamand de France maar ook van het Vlaamsch Verbond van Frankrijk en heeft in 1928 de slotrede uitgesproken op het Vlaams Congres van die vereniging in Belle, zijn geboortestad. De titel was: ‘Ons land, ons volk, onze tael’Ga naar voetnoot(4).
Pastoor Arthur Dehaese heeft in het begin van de twintiger jaren de berijmde onderteksten van de kruisweg opgesteld. Ze werden in mooie gotische letters aangebracht onder de kleurige halfverheven geboetseerde taferelen door de Abelenaar Emiel Odul die toen ook de hele kerk geschilderd heeft. Na zijn ontslag in 1926 bleef Dehaese in het dorp wonen. Oudere mensen herinneren zich nog de figuur van die bejaarde priester. Zijn naam staat op de plaat met de namen van de pastoors in de kerk. Hij stierf in Abele op 22 oktober 1943 en werd er ook begraven op het plaatselijke kerkhof. | |
De berijmde onderschriften van de kruiswegstaties
1. Jésus ter dood veroordeeld
Hoe vreed getier van 't joodsch gespuis
Ter dood; en nagelt hem aan 't kruis
Leert 't schandig vonnis hier beklagen
En Jésus om vergiffenis vragen
2. Jésus met zijn kruis beladen
Gezegend Gij o Jésus zoet
Die door uw kruis onz' zonden boet
Verleen dat binst mijn levensdagen
Ik ook mijn kruis met moed mag dragen
3. Jésus valt den eerste maal
Mijn kwaad weegt hevig op U neer
Gij valt ter aard voor d'eerste keer
Met U wil ik mij weder rechten
En moedig aan uw stappen hechten
4. Jésus ontmoet zijne Moeder
O Moeder, toen g'uw zoon ontmoet
Gelaan met 't kruis bedekt met bloed
| |
[pagina 89]
| |
O Moeder: welk een diepe smerte
Doorboort uw minnend moederherte
5. Simon helpt Jésus het kruis dragen
U scheppen kon ik gansch alleen
U redden zonder u?.... O neen
Wilt gij met mij ten hemel henen
Voegt u bij Simon van Cyrenen
6. Veronica droogt het aangezicht van Jésus af
Die Jésus troost wordt rijk beloond
Bezie den doek die dit ons toont
O Heer, voor mij in 't slijk gebogen
Zoo zal mijn leed uw tranen drogen
7. Tweede val van Jésus
O wreede val van Jésus nog
Hoe kan dat zijn? O zondaar toch
Gij valt zoo dikwijls binst uw leven
Toch zal u Jésus 't opstaan geven
8. Jésus troost de weenende vrouwen
O vrouwen van Jérusalem
Aanschouwt den lijder, weent met hem
Want 't zijn uw zonden die hem hinderen
Beweent u zelf, beweent uw kinderen
9. Derde val van Jésus
De laatste val: de dood is naar
O Jésus op, de berg is daar
Wil ook mij zondaar gratie geven
Niet meer te vallen gansch mijn leven
10. Jésus van zijn kleederen ontbloot
O wreed tooneel dat 't hert bedrukt
Zijn kleers zijn schaamtloos afgerukt
Van hoofd tot voet 't is al een wonde
En 't bloed opnieuw leekt neer ten gronde
11. Jésus aan het kruis genageld
Het Lam ligt op den slachbank neer
O droevig sterfbed voor den Heer
Door hand door voet de nagels booren
En nog geen zucht en laat Hij hooren
12. Jésus sterft aan het kruis
O Jésus door uw liefde groot
Uw lijden en uw bittren dood
Laat ons in uw genade sterven
En uwen schoonen hemel erven
| |
[pagina 90]
| |
13. Jésus in den schoot van zijne Moeder
Bij 't kruishout was Zij blijven staan
Om zijnen laatste zucht t'ontvaan
Hier rust zijn lijk op 't moederherte
O moeder Gods wat wreede smerte
14. Jésus wordt in het graf gelegd
Begraven in een steenen graf
Ligt Hij die ons het leven gaf.
Zoo Jésus sterft om weer t'erleven
In heerlijkheid bij God verheven
| |
Woordverklaring:Str.: strofe; Mdnl.: Middelnederlands; Wvl.: West-Vlaams. Hoe vreed getier: wat een wreed getier; binst: gedurende (Wvl.); zich rechten: zicht oprichten (Wvl.); hechten: zich aansluiten bij (Mdnl.); toen gij uw zoon ontmoet: ontmoette (elisie); de dood is naar: dichtbij; zijn kleers: zijn kleren (Wvl.); en 't bloed.... leekt: lekt (Wvl.); slachbank: slachtbank; nog een zucht en laat hij hooren: zelfs geen zucht laat hij horen (tweevoudige negatie); ontvaan: ontvangen (Mdnl.); zoo Jésus sterft: zo sterft Jezus (geen inversie); erleven: herleven. | |
BesluitDeze berijmde kruisweggebeden zijn niet bedoeld als poëzie, maar als devote bedenking bij ieder tafereel van de kruisweg. Misschien waren ze bedoeld om gezongen te worden. De taal is ongekunsteld, het woordgebruik is vrij algemeen met nauwelijks een West-Vlaams, Middelnederlands of verouderd woord. De spelling is die van die tijd: De Vries-Te Winkel, op een kleinigheid na. Bij de eerste statie lezen we ‘het Joodsche gespuis’, iets was ons nu stoort maar dat toen gewoon was.
Het opmerkelijke is dat alleen hier in Abele in Frans-Vlaanderen, op Frans grondgebied, in de twintiger jaren van de vorige eeuw de kruisweg onderschriften kreeg in het Nederlands. Er zijn verschillende kruiswegen in Frans-Vlaanderen die Nederlandse onderschriften hebben, in Houtkerke, in Rubroek en in Warhem. In Wemaarskappel staat de naam van de schenker of schenkster bovenaan in het Nederlands, maar al die kruiswegteksten dateren van de 17de eeuw en in de spelling van die tijd en nergens zijn het berijmde onderschriften.
Pastoor Dehaese behoorde tot een generatie priesters die veel bijgedragen hebben tot het lange behoud van de moedertaal in Frans-Vlaanderen. Die pastoors waren in de overtuiging dat ze hiermee ook het voorvaderlijk geloof en de eigen Vlaamse aard en zeden konden helpen beveiligen. | |
[pagina 91]
| |
Ze waren bereid om zich te verzetten tegen het verfransende, ontkerstenende bestuur, eventueel met de nare gevolgen van dienGa naar voetnoot(5).
C. Moeyaert |
|