Een mis voor de vrouwen (Vraagw. 2004, blz. 204)
Uit de staat van goed van Ignatius Baeckelandt, echtgenoot Catherina Gadeyne, overleden te Brugge op 20 februari 1750, blijkt reeds het gebruik van een mis voor de vrouwen.
Voorts betaelt aen Carolus Seijs over de vrouw misse ende leeninghe van Candelaers. De overledene werd begraven in de parochiale kerk van Sint Salvators met vollen dienst, terwijl een gelijke dienst gedaan werd in de kerk van het blinde liedengasthuis binnen dezelfde stad.
Op de dag van de begrafenis werd de dis in de parochie gedekt met uitdeling aan de armen. Daarna werden nog vijftig missen gedaan in dezelfde parochiekerk, vijftig in het convent van de paters capucijnen en vijftig bij de arme clarissen collectinen gecelebreerd door de paters carmelieten discalsen. Het betrof hier dus duidelijk een begraving van rijke lieden.
Ch. Baert