Een barbierswinckele in 1545
Wanneer Jan van Vlootdorp, den barbier, voor de duur van negen jaar een huis huurt tussen burch en de oostburchse poorte te Brugge aan Gillis van Schoondonck wordt bevoorwaert ende besproken vooreerst dat de eigenaar te zinen coste een barbierswinckele zal maken.
Dit betekent ‘vooren ter straete al met glasen veynsters, tot zesse toe, voort met een traille met cassinne der vooren; ende een portael binnen der voorduere.’
Van Vlootdorp huurt dit à 3£ gr. per jaar, moet ‘de glase veynstren ghave ende gheheel houden tzinne coste’, tenzij een ‘merkelicke fortune excessive reparatie up viele’ en moet na negen jaar, als hij dan ‘huuten vorseiden huuse scheeden wilde, glazen veynsters, traille en de portael anneveerden ende daer vooren betaelne een gouden croone min danne die den vorseiden Gillis nieuwe ghecost hebben.
(SAB, Klerken van de Vierschaar, 830-831, register Peter Vulcanius B nr. 567, 25 sept. 1545)
A.D.