Sjmiekboote
Een oud woord in Frans-Vlaanderen
In zijn interessante serie ‘Ons oud Vlaams’ vergastte Cyriel Moeyaert ons in nr. 2 van 2003 van de KFV-Mededelingen (blz. 28) alweer op een interessant woord, nl. sjmiekboote, een woord dat hij op 27 mei 2003 in Millam opgetekend heeft. Gelukkig wordt het woord samen met een synoniem genoemd, nl. e sjmiekboote of e sulferdoze. Daarmee is de betekenis duidelijk: ‘luciferdoos’. Sulfer is nl. het gewone woord in West-Vlaanderen voor ‘lucifer’. Het woord boote is ook in het West-Vlaams overbekend voor ‘doos’. Het is de Vlaamse adaptatie van Frans boîte ‘doos’. Het eerste element van sjmiekboote is op het eerste gezicht geheimzinnig. Het woord komt niet voor bij De Bo en ook Gezelle heeft het blijkens zijn Loquela nooit gehoord. Ook het WNT kent geen soortgelijk woord.
Het is wel een heel interessant woord, omdat het een oude betekenis bewaard heeft. Alleen de sjm doet vreemd aan. Het moet een expressieve variant zijn van oorspronkelijk smiek, waarvan de ie ongetwijfel een korte i [i] weergeeft, zodat het woord beantwoordt aan een genormaliseerde vorm smijk [smik]. Dat werkwoord smijken, smiken is een ablautende vorm van ons werkwoord smeken. Maar wat is nu het verband tussen smeken en de Millamse smijkdoos? De moderne betekenis van smeken is ‘dringend vragen, met aandrang verzoeken’. Maar in het Middelnederlands betekende het nog ‘vleien, flikflooien, strelen’. Ook Middelnederduits smeken betekende ‘vleien’. Middelhoogduits smeichen is eveneens ‘vleien’. Een frequentatief ervan is Middelhoogduits smeicheln, Duits schmeicheln. Laten we nog wat verder vergelijken: Oudengels smacian ‘neerstrijken, vleien, strelen’, Noors smeikja ‘strelen, vleien’, ablautend smika ‘strijken, glad maken’. Het woord gaat terug op Indogermaans *smê(i)g-, *smîg- < wortel *smê(i)- ‘smeren, strijken’. De oorspronkelijke betekenis van het werkwoord is dus ‘strijken’ en daarvan afgeleid ‘strelen’. Let erop dat het Duitse werkwoord streicheln ‘strelen’ eigenlijk een frequentatief is van streichen ‘strijken’, want strelen is eigenlijk herhaaldleijk strijken, wrijven. Uit de betekenis ‘strelen’ ontwikkelden zich dan de betekenissen ‘vleien’ en
‘vleiend vragen, smeken’. En hiermee is het verband met de sjmiekboote duidelijk, het is een ‘strijkdoos’, een doos waartegen de lucifers gestreken worden. Denk aan het Duitse woord Streichholz ‘lucifer’, dus een houftje dat ‘gestreken wordt’. Het WNT vermeldt trouwens ook nog het woord strijkhoutje ‘soms gebruikt voor lucifer’.
Frans Debrabandere