Te Magdalenen, 1542-1545
Claeys vande Kerckhove fs. Jans en Jaquemijne vande Zande, 22 jaar op 27 sept. 1542, zijnjaren van discretie hebbende, van advijse es hem te beghevene als broedere int godshuus vande Magdalene, vraagt zijn selfs man ghemaect te zinne (Register Klerken van de Vierschaar, P. De Smet, A312). Meester en ontvanger is op dit ogenblik Jan van Weerden die stipuleert dat het godshuis buiten de Smedepoort, schadeloos quyte ende indemne blijft van commeren, lasten van passive schulden als andere verbanden.
16 okt. 1545: Pierine, svorseids Adriaen vanden Berghes dochtre, ende wettelicke ghezelnede van Victor Bruneel de cuupere, nu als beziect ende melaetse huut ghegheven, ende over zulck, thuerder neerstighe verzouck ende instantie vanden vors. hueren man ende anders huer vrienden, es anghenomen ende ontfaen int vorseide godshuus (Ibid., 568-569).
A. Dewitte