Schippers naast god, 1538
Wanneer de echtgenote van Reynier Wiinckelman, geboren Duisburg, Gelderland, Katheline Hagheliins, overlijdt, vóór 1 mei 1538, laat zij twee onbejaarde kinderen, Bernaerd en Kathelijne, na. De staat van goed, bij die gelegenheid opgemaakt, spreekt, naast huisraad, kledij, juwelen nog over 989 £ 9s. gr., overal leenen en gronden, een toochstal, zowel in het pand van de freren te Brugge als van de predicaren te Antwerpen, mét daarnaast 1/15e deel van het schip Sint-Donaas en 1/24e van het schip Sint-Pieter, te Vere op dit ogenblik. Schippers naest God zijn Claeijs Pieterssen, resp. Pauwels Sijmoensseune. Daarnaast moet meester Hans, de goudsmit vanden eonine van Vranckerijck, hem nog 71 gouden cronen en de coninc zelf nog 1/4 van 1000 gouden cronen. (Zijn tweede huwelijk, 8 april 1539, was met Katheline Reyvaert, dochter van wijlen Jacob).
De Compagnie Winckelman te Brugge bestond uit Reynier, Wouter en Jan Winckelman; en daarnaast Joris Mutijnc en Emanuel Ritseau (Register Klerken van de Vierschaar, P. Vulcanius, 522-529, A, 1 mei-3 aug. 1538, B, 1-3, 8 april 1539, huwelijkscontract Wiinckelman-Reyvaert).
A.D.