Deel xvi van het NBW
Eind 2002 verscheen deel XVI van het Nationaal Biografisch Woordenboek. Deel XV dateert van 1996, d.i. niet minder dan 6 jaar voordien.
West-Vlaanderen komt er in dit stuk behoorlijk uit. Van de ca. 200 biografieën zijn er een 40-tal die figuren bespreken die hun roots ofhun werkveld in onze gouw hadden. Ook het huidige Frans-Vlaanderen krijgt zijn deel met Lambert d'Ardres (kroniekschrijver), Frederik Janssoone (missionaris) en Romain vande Maele (letterkundige).
Notities over Vlamingen uit vroegere eeuwen, vóór de Franse Tijd, zijn eerder uitzonderlijk: Pieter Cauwe (dichter), de Bruggeling Rombout de Doppere, kunstschilder Matthias de Visch, Karel van Sint-Omaars (heer van Moerkerke en plantkundige), Cornelis de Scheppere (ambassadeur van Karel V) en enkele markante leden van de adellijke ambtenarenfamilie Le Bailly en de kunstschilders De Cock en De Rijcke.
Kunstenaars uit moderne tijden komen meer voor: Emiel Claus, dichter Gery Florizoone, de beeldhouwers Holmers, Koos vander Kaaij en Rik Laloo, Lamote en Luc Peire, de architecten Firmin de Smidt en Erik van Biervliet. Jean Gambart is de enige kunsthandelaar die in deel XVI te vinden is. Verder de priesters van Exem (missionarissen) en mgr. Boussen, de bekende Brugse bisschop. Historicus-priester Henri Bierre vertegenwoordigt de locale historici.
Politieke personaliteiten kregen hun beschrijving in de persoon van Achiel Van Acker (socialist), Leo Vanackere (christen-democraat) en Reimond Tollenaere (Vlaams nationalist). De sociaal-economische wereld is ondervertegenwoordigd en moet het stellen met de twee antipoden August Debunne (socialistisch vakbondsman) en Antoon Bekaert (groot-industrieel).
Wetenschapslui, vooral uit de kringen van de Gentse universiteit, zijn o.m. rector Bouckaert en prof. Lahousse (fysioloog). Geneeskundigen zijn Carlos Gysel (tandheelkunde en geschiedenis van de tandheelkunde) en dokter Van Caneghem (neus, oor, keel).
Biekorfs vrienden en medewerkers zijn Magda Cafmeyer en Jozef Delbaere. Vermelden we terloops dat er ongeveer een tiental medewerkers van Biekorf notities inzonden voor deel XVI van dit woordenboek.
Sommige bijdragen zijn te lang uitgesponnen en staan geenszins in verhouding tot het belang, de betekenis of de verdienste van de behandelde personen. De redactie van het NBW zou er goed aan doen de auteurs (zeg maar de ‘hagiografen’) van enkele ‘beroemde’ personen ietwat in te tomen en te proportioneren in functie van het behandelde onderwerp. Terwijl dan weer hier en daar een bijdrage over werkelijk interessante personen te beknopt is uitgevallen.
Laten we hopen dat er voldoende toelagen beschikbaar gesteld worden om nr. XVII en volgende delen vlotter te laten verschijnen. Ons Nationaal Biografisch Woordenboek moet een evenknie worden van het prestigieuze Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek. Nu al is het een wetenschappelijk monument dat zijn plaats inneemt in de rij van de belangrijke Vlaamse wetenschappelijke publicaties van onze Academiën. Het verdient nog meer medewerking, belangstelling en verspreiding dan tot op heden het geval is.
A.B.
Koninklijke Academiën van België, Nationaal Biografisch Woordenboek; dl. XVI, Brussel 2002, VIII blz., 907 kol., XVI blz.