Vette patriotten in Blankenberge
Koning Leopold I is op onverwacht bezoek in Blankenberge. Van het hele stadsbestuur is één schepen beschikbaar, een visser op rust. Zijn hoge gast is op het stadhuis gauw uitgekeken. Hij wil nog wel andere bezienswaardigheden zien. O jawel, Sire, daar zijn nog onze patriotten!
Oudstrijders van 't jaar 30, gaat het door 's vorsten hoofd. Ja, daarheen dan maar.
Het gezelschap trekt tot Leopolds verbazing een stal binnen. ‘Inlandse varkens, niet gekruist met vreemd ras! Daarom noemen we ze patriotten! Ze staan vet, hé?’
Verteld door onze volksschrijver Abraham Hans in zijn roman De Slavinnen van Vlaanderen, blz. 409.
J. Huyghebaert