Biekorf. Jaargang 103
(2003)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 78]
| |||||||||||||||
Aan tafel met Gezelle (2)Angelus Van Severen was pastoor te Bellegem van 1865 tot 1891Ga naar voetnoot(1). L. Slosse schrijft dat Angelus Van Severen zijn brieven voor de pastorij van Bellegem ontving op 22 februari 1865 en dat hij er aankwam op 15 maartGa naar voetnoot(2). Hij zou er blijven tot zijn dood.
Bellegem ligt op ongeveer 9 kilometers van Kortrijk. Het was een landelijk dorp. In 1866, één jaar na de benoeming van pastoor Van Severen, telde het 2864 inwoners. Gezelle was sedert de herfst van 1872 onderpastoor van de O.-L.-Vrouwekerk van Kortrijk. Tussen hem en pastoor Van Severen groeide een vriendschapsband. Het oudste gedicht dat Gezelle schreef op vraag van pastoor Van Severen was A,A,A, waarvan hier de eerste regels volgen:
A, A, A,
Naar huis is 't dat ik ga!
Prijsdeling! de schole is uit
En ik zing al overluid
A, A, A,
Naar huis is 't dat ik ga!Ga naar voetnoot(3)
Volgens de Gazette van Kortrijk van 18 september 1880 werd dit gedicht voorgedragen (of gezongen) te Bellegem op 12 september 1880Ga naar voetnoot(4). Dit gebeurde bij de prijsuitdeling van het eerste schooljaar van de vrije katholieke knechtjesschool. Gezelle schreef nadien nog andere versregels zowel op verzoek van pastoor Van Severen als van zijn onderpastoor J.L. Vandenweghe. In 1890 zijn er opnieuw duidelijke aanduidingen van de vriendschap tussen Gezelle en Van Severen. 10 juli 1890 was een heuglijke datum voor de parochie Bellegem. Men vierde de ‘goud- en zilveren priester-pastorsbruiloft’ van pastoor Van Severen. Hij was 55 jaar priester en 25 jaar pastoor van Bellegem. Overal in het dorp waren er bloemen en vlaggen en een kleurrijke stoet trok door de straten. Een gedicht van Gezelle mocht niet ontbreken. Gezelle schreef een gedicht met als eerste regels: | |||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||
Eerweerde Pastor, moerpilaar
Van Belleghem zoo menig jaar
Zij God gedankt: in woord of werk
Die U gelijkt is wonder sterk!Ga naar voetnoot(5)
Maar geen feest zonder maaltijd. Ook het opstellen van de spijskaart nam Gezelle voor zijn rekening. In de lijn van zijn taalevolutie nam Gezelle iedere gelegenheid te baat om Vlaamse benamingen voor gerechten ingang te doen vindenGa naar voetnoot(6). Hier volgt de spijskaart met daarna de toelichting. Maaltijd op de Goud- en Zilveren priester- en pastorsviering van den Zeer Eerweerden Heer Mijnheer Angelus Van Severen | |||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||
Beschrijving van de spijskaart: Kaart: 14,8 x 10,1 cm Op de keerzijde met de pen geschreven: Mr. Jul. Lefevere Eigen verzameling
Volgens de Gazette van Kortrijk van 20 juli 1890 werden er tijdens | |||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||
de maaltijd heildronken gebracht door vicaris-generaal Waffelaert en door de Bellegemse burgemeester Vanden Bulcke.
Gustaaf Waffelaert (1847-1931) was geboren in het nabije Rollegem, was vicaris-generaal sedert 25 april 1890 en werd bisschop van Brugge op 28 juni 1895. Hoewel er geen spijskaart is bewaard gebleven op naam van Gezelle, mag aangenomen worden dat hij aanzat aan de feestmaaltijd. Daartoe zijn er twee redenen. Ten eerste zijn vriendschap metpastoorVan Severen. Een tweede belangrijke reden is de aanwezigheid van vicaris-generaal Waffelaert. Het was te verwachten dat Waffelaert in Bellegem zou zijn voor de viering van pastoor Van Severen.
Waffelaert was gedoopt door Van Severen toen die onderpastoor was te RollegemGa naar voetnoot(9). Gezelle had in 1880 een lang gedicht geschreven voor Waffelaert toen deze aan de universiteit van Leuven was ‘uitgeroepen Doctor of Leeraer in der Godheid’Ga naar voetnoot(10). Gezelle heeft de geschikte gelegenheid om vicaris-generaal Waffelaert te ontmoeten niet laten voorbijgaan.
Pastoor Angelus Van Severen heeft het groot feest van 10 juli 1890 niet lang overleefd. Hij stierf op 22 oktober 1891. Georges Gheysen |
|