Gemeentesecretarissen op het Brugse platteland (1807)
In de Franse tijd hadden niet alle gemeentebesturen een plaatselijke gemeentesecretaris. Volgens de almanak van 1807 hadden in het arrondissement Brugge alleen de volgende gemeenten een eigen secretaris: Brugge, Oostende, Tielt, Ardooie, Ruiselede, Gistel en Torhout.
De kleinere gemeenten van het arrondissement Brugge hadden secretarissen die soms vijf of meer gemeenten bedienden.
Deze secretarissen waren: Jacques Callebert (Noordzandstraat, Brugge), Charles Descourouez (Pittem), Philippus De Witte (Katelijnestraat, Brugge), Basilius De Soutter (Geldmuntstraat Brugge), F.A.J. Francquin (Dudzele), N.V. Gaumont (woonde nabij de gewezen kerk der paters Augustijnen te Brugge), Louis Van den Bulcke (Damme), Eugenius Jan Van den Kerckhove (Sint-Jacobsstraat, Brugge), Jan Baptist Wyckaert (Sint-Jacobsstraat Brugge) en Poullie-Decan (Groeninge, Brugge).
Samen bedienden zij 69 gemeenten of een gemiddelde van elk circa zes à zeven gemeenten. In vele gemeenten kon het niet anders of er was dan nog een lokale bediende aan het werk, al was het maar om de registers van de burgerlijke stand bij te houden.
a.b.