1975 te wijten is. Maar uitgeblust was hij allerminst.
In zijn voetspoor en naar zijn opvatting wenst het Berek, dat hij in 1974 verruimde en opnieuw instelde, verder Biekorf te leiden naar de 21ste eeuw. Biekorf blijft in West-Vlaanderen een stem die erover waakt dat de verstandige Vlaming, zeg maar West-Vlaming, de band met zijn verleden, zijn taal en zijn cultuur verder bestudeert en liefheeft. Dit alles in een ongedwongen stijl, helemaal in de geest van dit huis van de ‘Zoeten Inval’.
De tafels van deze bibliografie 1961-1995 verwijzen immers naar niet minder dan 2311 bijdragen, de ene al meer uitgebreid dan de andere, en naar 157 recensies van allerlei aard.
Wel werd er in deze Bibliografie wat te weinig werk gemaakt om bepaalde initialen van auteurs en inzenders op te lossen. Ook is soms de omschrijving van de inhoud iets te onduidelijk en komen dezelfde onderwerpen en titels te staan onder totaal verschillende hoofdstukken. Maar de totaalindruk van dit naslagwerk, is beslist positief en getuigt van de gevarieerde bron die Biekorf nog steeds op volkskundig gebied is en op de ruime verscheidenheid van de behandelde onderwerpen.
Deze oranje Bibliografie zal zeker haar nut bewijzen aan alwie de Volkskunde in Vlaanderen genegen is en geeft aan het Berek tenslotte de wenk om tegen het jaar 2000 de lang gewenste droom van algemene tafels over 1890-2000 te laten verschijnen.
L.V.A.
D. Callewaert, Biekorf 1961-1995, Centrum voor Studie en Documentatie, Schilde, 1997, 286 blz.