Souverein van het Vrije
In de Brugse volkstelling van 1748 (SAB.) staat na ieder naam een aanduiding, meestal het beroep alsook de vermelding ‘disch’ voor de hulpbehoevenden.
Bij een vijftien namen staat vermeld ‘souverein’ of ‘souverain’, met meestal er aan toegevoegd ‘van het Vrije’. Zelfs sommige Bruggelingen die steun genoten van de ‘disch’ werden als ‘souverein’ vermeld.
Navraag bij verschillende historici bleek vruchteloos. Ook zij moesten de vraag naar de betekenis van deze benaming (was het een functie, een beroep, een status, een synoniem voor vrijlaat?) onopgelost laten.
Kan een Biekorflezer het enigma oplossen?
AVdA