De ‘schilderes’ Isabelle van Zuylen
Onder de leden van de Brugse academie staat in 1768 als lid vermeld: Isabelle van Zuylen van Nyevelt, ‘schilderes’. (D. DENDOOVEN, Brugse academie in de achttiende eeuw, onuitgegevan licentiaatsverhandeling).
Het betreft de oudste dochter van schepen Jean-Bernard van Zuylen van Nyevelt en Isabelle du Bois de Leyseele. Zij werd geboren in 1749 en was dus 19 jaar toen ze als steunend lid van de academie werd ingeschreven.
In 1770 huwde ze met Jean-Baptiste Coppieters 't Wallant (1732-1787), schepen van het Brugse Vrije. Zij was de moeder van Jean-Baptiste Coppieters 'tWallant (1770-1840), eerste burgemeester van Brugge na de Belgische onafhankelijkheid en van Charles Coppetiers-Stochove (1774-1864), lid van het Nationaal Congres. Drie dochters huwden respectievelijk met een Stochove, een Boúúaert en een Van Caloen. Twee werden begijn in het Brugs begijnhof.
In genealogieën van Zuylen, Coppieters of Coppieters 't Wallant wordt van haar hoedanigheid als ‘schilderes’ geen gewag gemaakt.
Ledoulx heeft heel wat adellijke Bruse schilders besproken (o.m. Franciscus Wynckelman, Ludovicus Van den Bogaerde, Jean le Gillon, Henri Imbert en Gertrude de Pélichy) maar zegt niks over Isabelle van Zuylen.
Als ze aan de academie les volgde - of kreeg ze privé-lessen? - moet dit tussen de jaren 1764-1768 geweest zijn, dus onder de leiding van Jan Garemyn.
In den ‘Nieuwen Almanack Curieus en Profijtig’ (einde 18de eeuw) werde ze vermeld bij de bezitters van een opmerkelijke schilderijenverzameling. De douarière Jean B. Coppetiers woonde toen in de Sint-Jansstraat (tnans nr. 13).
Zou van haar werk nog terug te vinden zijn (bij nakomelingen of bv. in het Begijnhof) voor zoveel ze, zoals haar tijdgenote Gertrude de Pélichy (1743-1825) werkelijk schilderde?
AVdA