Biekorf. Jaargang 96
(1996)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 110]
| |
Slinger, smijtlapen schietlapDavid schoot of wierp met zijn schiet- of smijtlap een steen naar de reus Goliath en trof hem dodelijk in zijn voorhoofd. David gebruikte zeer waarschijnlijk een slinger, in het Frans une fronde of in het oud Frans une estingue. Het oud Franse woord eslingue bevat de Germaanse stam slinger, net zoals zijn equivalenten in het Engels, het Duits en het Nederlands. Reeds in de 13de eeuw was eslingue in het Frans ingeburgerd. In het Zuidnederlands heet dat tuig onveranderd een smijtlap. Onze idiotica bepalen het woord nader. Schuermans kent de smijtlap en geeft als synoniem slinger (Fronde)Ga naar voetnoot(1) en De Bo omschrijft de smijtlap als volgt: slinger, stuk lijnwaad, leder, enz. waarmede men steenen slingert; fr. fronde. De smijtlap van den schaapherder’Ga naar voetnoot(2). In het Frans heet dat woord gewoonlijk fronde. De Franse Fronde uit de jaren 1650 ten tijde van Lodewijl XIV is een reeks burgeroorlogen en vond zijn oorsprong of toch zijn naam in het feit dat de Parijse jeugd zich verschanste en ongedisciplineerd met smijtlappen oorlog voerde. Het WNT kent smijtlap als synoniem van slinger, citeert De Bo en voegt er bij: ‘slinger (werptuig): in Z. Ndl’Ga naar voetnoot(3). Andere woorden met smijten zoals smijtpeer (tol of top die men werpt met een touw om te draaien), smijtkordeel (touw met ballast om in de hoogte te werpen en iets vast te maken) worden in het WNT aangeduid als in Z. Ndl.Ga naar voetnoot(4). In 1868 gaf Rond den HeerdGa naar voetnoot(5) een afbeelding van een smijtlap, met het volgende onderschrift: ‘Hier is 't model van de slingers, eslingue in het frans of smijtlappen der ouden’. In oude dorpskeuren of reglementen kan men soms lezen dat het verboden was aan de kinderen te werpen met vuilnis of met stenen. In Antwerpen bij voorbeeld werd er in 1618 verbod opgelegd aan de jongens ‘die hun vervoorderen met slinghers te werpen, met boghen en pylen te schieten’Ga naar voetnoot(6). | |
[pagina 111]
| |
Stenen of keien werpen met slingers of met smijtlappen kwam dus voor als een jeugdvermaak. Of ook de volwassenen veel met slingers wierpen blijft een open vraag. Luidens De Bo kwam dit wel voor bij schaapherders die hond en schapen in goede banen moesten richten. Maar de oude smijtlap of slinger veranderde in de laatste tijden allemaal! Toen de rubber (caoutchouc) rond 1914-18 opkwam werd het leder of het lijnwaad van de smijtlap vervangen door één of twee repen rubber. De smijtlap werd niet meer geworpen, maar geschoten door de veerkracht van de rubber. En ook de loopbaan van het projectiel kon, net als een schot uit een vuurwapen, nauwkeuriger berekend worden. De smijtlap werd zowaar een schietlap! Schietlap is echter een oud Vlaams woord met een eigen speciale betekenis. Het WNT geeft omstandig uitleg wat een schietlap is, namelijk een ‘lap, gewoonlijk van leder, die men bij boogschieten om den arm bindt, die den boog vasthoudt (in den regel den linkerarm)’Ga naar voetnoot(7). Het woord is oud en komt al voor in de 16de eeuw onder meer bij Cornelis Everaert (+ 1556)Ga naar voetnoot(8). Everaert was griffier van de handbooggilde van St.-Sebastiaan te Brugge en dus blijkbaar goed vertrouwd met schietlappen van schutters. Onze Vlaamse idiotica kennen eveneens het woord schietlap in deze betekenis (De Bo, Schuermans). Het woord schietlap, had zoals vermeld in het WNT, nog een tweede betekenis, ‘een geheel van leertjes dat men bij het knikkeren om de hand bindt om de kneukels te beschermen’Ga naar voetnoot(9). Het WNT voegt eraan toe dat deze laatste betekenis typisch Zuidnederlands is en voorkomt bij ‘Corn.-Vervl.’. Het betreft hier ongetwijfeld Jos. Cornelissen (+ 1942) en J.B. Vervliet (+ 1943) die dit woord ergens behandeld hebben in hun tijdschrift Ons Volksleven (1889-1900) of in hun Idioticon van het Antwerps Dialect (1899-1906). De smijtlap werd dus een schietlap en de oude smijtlap, onhandig in het hanteren, moest het afleggen tegen de meer doelgerichte schietlap met rubberen versterking. Wijzelf hebben in onze jeugd nooit een ouderwetse smijtlap gezien, wel schietlappen met rubber. Want het schieten met zulke schietlap is een veel voorkomend kindervermaak geworden. | |
[pagina 112]
| |
Smijtlap uit R.d.H.
Schietlap of sprietelink
Schietlap
| |
[pagina 113]
| |
In onze schooltijd brachten de jongens hun schietlap mee naar school en werd er duchtig met keien of steentjes geschoten op mussen, werd er wel eens gemikt op een ruit of geschoten ‘om ter verst’. De schietlap werd door de meester met een kwaad oog bekeken, want een schietlap, voorzien van een rubberen riem, is heel wat gevaarlijker en trefzekerder dan een smijtlap, waar zo maar los een steen mee werd geworpen. De rubberstroken werden gesneden uit afgedankte binnenbanden van fietsen. En de twee rubberriemen werden vastgemaakt aan een Y-vormige houten tak. Daarom werd, zeker in het Roeselaarse, een schietlap van dit soort, ook wel een sprietelink geheten, precies omdat de drager een Y-vormige tak was, net zoals een sprieteling uit een boom. De schietlap met rubber deed zijn intrede in de volkssport. Schietlapclubs ontstonden ook al. Dit waren verenigingen, meestal gevestigd in een café, waar men om prijs met een schietlap of sprietelink een kei of een steentje vooruitschoot naar een vastgehecht doel. In Zerkegem bestaat er nog een schietlapclub, misschien wel de laatste van onze gouw. En in april van dit jaar had er in Zerkegem een nationaal schietlaptornooi plaats, dat zelfs weerklank vond in pers en TV. De oude schietlap uit de schutterswereld, die dient om de pols te beschermen tegen de terugslag van de pees van de handboog, zal voorzeker nog wel gebruikt worden. En ook het woord zal in schuttersmiddens nog voortleven. Het eigenaardige is evenwel dat schietlap veel meer gebruikt wordt bij de jeugd dan in de schutterswereld, maar dat het woord met deze betekenis nog (althans bij ons weten) nergens geboekt staat in zijn tweede en meer voorkomende betekenis van een smijtlap met rubberrepen. Het woordenboek der Zeeuwse dialecten, zowel als onze idiotica kennen alleen de schietlap uit de handboogschutterij; de schietlap met rubberriemen van de jeugd staat bij hen nergens geboekt. Ook sprietelink veroverde nog nergens een plaatsje in een of ander woordenboek in deze eigen betekenis. Zoals wel meer gebeurt met bepaalde woorden is ook hier de begripsinhoud gewijzigd en heeft de wereld van de taalgeleerden vooralsnog deze wijziging niet te boek gesteld. L. Van Acker |
|