du 11 avril 1677 / Philippe, frère de Louis XIV victorieux / cause de l'annexion de cettre contrée à la France / (traité du 17 septembre 1678).
En wat staat er op het nu bestaande monument? Helemaal hetzelfde behalve de vierde regel: cause du retour de cette région à la France.
Acht jaar tevoren had dezelfde Desmyttere een monument laten oprichten op het slagveld zelf, op de rechteroever van de Lynke, op 150 meter van de Penebeke waarin de Lynke uitmondt. Het is een monoliet en draagt o.m. de volgende tekst: ‘En 1677 le 11 avril a été livrée dans cette plaine une bataille décisive. Elle fut la cause de l'annexion de cette contrée à la France’.
Waarom zou Desmyttere in 1873 ‘annexion’ op het laatste nippertje door ‘retour’ vervangen hebben? Misschien wel voor een deel onder invloed van een opflakkering van Frans patriottisme in het vooruitzicht van de herdenking. Misschien ten gevolge van een boze verontwaardiging als reactie op een brief van kanunnik Dehaene, waarover Lemire vertelt.
In het boek van Jules Lemire, L'Abbé Dehaene et la Flandre (Rijsel, 1891) vertelt de auteur dat Desmyttere de Westhoek overspoelde met circulaires om voor zijn monument in Kassel instemming en vooral steun te verkrijgen. Priester Dehaene (1809-1882), directeur van het college van Hazebroek, schreef aan Desmyttere als reactie hierop ongeveer het volgende volgens Lemire: ‘Est-ce bien à nous de célébrer notre defaite? Sans doute, nous sommes français et bons français; mais devons-nous oublier nos pères? Et ceux-ci n'auraient-ils pas quelque raison de s'étonner s'ils nous voyaient danser sur leurs ossements et chanter leur honte?’
Lemire vertelt verder dat dr. Desmyttere die brief erg kwalijk nam en zich echt boos maakte. Hij maakte die brief zelfs overal bekend. Dat was geen fraaie manier van handelen zegt Lemire terecht, aangezien die brief van Dehaene natuurlijk confidentieel was. Ook de regering werd ervan op de hoogte gebracht en er was een kans dat er een verdenking zou komen op Dehaenes patriottisme. De hele zaak werd overal rondverteld en sommigen beschuldigden Dehaene ervan vijandig te staan tegenover de Franse invloed als handlanger van decentralisatie. Dat had een voorwendsel kunnen worden om hem te beletten om een vrije school te