Vlaamse krijgsgevangenen in Engeland onder Napoleon (Vraagw. 1995, blz. 320)
Het verhaal is bekend van Odo van Ackere uit Zwevegem, een moederlijke grootoom van Hugo Verriest, die van 1808 tot 1814 krijgsgevangene was in Engeland. Aan de hand van bewaarde brieven werd zijn story gepubliceerd in Tablettes des Flandres, dl. 7 (1957), blz. 108-120.
Soldaat van Ackere, aanvankelijk een vurig napoleonist, werd in Spanje krijgsgevangen genomen en kwam terecht in Engeland. Brieven uit Plymouth (1811) en Stapleton (1812) bereikten zijn familie in Vlaanderen. In deze brieven schreef hij zijn belevenissen neer en vroeg hij om geld. Zijn ouders stuurden hem zekere geldsommen op, aanvankelijk via een agent in Parijs, nadien door bemiddeling van brouwer van Iseghem uit Oostende. Ook in Duinkerke waren er mogelijkheden tot contact met de Franse krijgsgevangenen van Napoleon in Engeland.
Het avontuur eindigde met de val van Napoleon in 1814 toen Odo van Ackere vrijgelaten werd en te Brest arriveerde. In zijn brieven maakt hij melding van de honderden krijgsgevangenen, waaronder vele Westvlamingen, die bij hem in Engeland verbleven. Aangezien brieven van een krijgsgevangen gezinslid bij de municipaliteit aanvaard werden als een geldig bewijs van militaire dienst om broederdiensten en vrijstellingen in te roepen, is het niet onmogelijk dat er hier en daar in gemeentearchieven nog brieven te vinden zijn van Westvlamingen die in Engeland krijgsgevangen waren.
L.V.A.