Biekorf. Jaargang 95
(1995)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 396]
| |
Twaalf kunstverliefde jongelui uit Ooigem te Heule (1785)Een bescheiden maar opmerkelijke culturele manifestatie had donderdag 3 november 1785 in Heule plaats. De rederijkersgilde van de Heilige Sever(in)us ontving er met tromgeroffel en vlag-gezwaai ‘twaelf Konst-verliefde Jongelingen der Prochie van Oyghem’. Een ooggetuige (de 27-jarige Jan Baptist Hofman?) stuurde zijn verslag uit Kortrijk naar het weekblad Den Vlaemschen Indicateur (Gent). Het is opgenomen in het nummer van zaterdag 19 november.
Het ‘vier-en-veertig-versig jaerschrift’ waar de bezoekers hun gastheren mee huldigden is een ware curiositeit. We hebben niet de moed gehad om na te tellen of de som van alle letters I, J, Y (wat staat voor 2), V, U, W en L het gewenste jaartal oplevert. Pijnlijke lectuur toch wel. De letters C, D en M zijn met voorbeeldige zorg ontweken, anders was het cijfer 1785 te snel bereikt.
Interessanter voor ons is de toegevoegde mededeling dat Ooigem al 22 jaren literair (d.w.z. in de eerste plaats inzake toneel) inactief was. Recente toneelopvoeringen in buurdorpen als Desselgem (1784) en Beveren-Leie zullen wel inspirerend hebben gewerktGa naar voetnoot(1).
Interessant is ook de vermelding dat de Heulse gilde de jonge kompanen uit Ooigem eerder al zelf een bezoek had gebracht. Ongetwijfeld bij hun opvoering van het drama Georgius Basta en de klucht Den verliefden kuyper (21 augustus - 25 september 1785, zondag na zondag). Ze noemden zich in het gedrukte toneelprogramma de ‘Tooneel en dichtkonstlievende jongelingen’ onder het devies ‘Wie voor 't geloove stryd. Word kroon op kroon bereyd’Ga naar voetnoot(2). Dit devies was uiteraard toepasselijk op de held van de vertoning. Het drama verheerlijkt immers de overwinningen die hij in 1605 heeft behaald op de Turken. Het was in de zuidoosthoek van het van huidige West-Vlaanderen een favoriet stuk. De reden | |
[pagina 397]
| |
334 DEN VLAEMSCHEN dicht-en-tooneel-kunde. (Toegezonden Brief.)
DAt de Dicht-tooneel-zang-en-reden-konst niet alleen in de Steden dezer Nederlanden, maer tot by de eenvoudigste Veldelingen begint in zwang te komen, kan men uyt dit volgende opmaeken: Den 3 dezer had ik d'eer van eenen myn 'er Vrienden, woonende op de Prochie van Heule te bezoeken, ter zelver gelegentheyd zag ik daer op den na middag doór de Gilde van Rhetorica, onder het geluyd van slaende Tromels, vliegende Standaerden en ander Vreugd - instrumenten inhaelen twaelf Konst - verliefde Jongelingen der Prochie van Oyghem, welke de meergemelde Gilde in hun Redenzael kwaemen bezoeken, om onder elkanderen de Dicht-tooneel-zang-en-reden-konst te oeffenen; nauwelyks waeren de gemelde Jongelingen de Redenzael genaederd, of wierden verwellekomt doór eenen Eerdicht, welken hun wierd opgedraegen onder het aenbieden van eenige Eerwynen, daer op boóden de zelve Jongelingen aen de gemelde Gilde een enkel Jaerschrift van 44 Versen benevens verscheyde Eergezangen. Daer naer hebben zy onder elkanderen hun vergeestigt met Zang dicht tooneel-en-reden-konst, in het by zyn der Heeren Borgemeester Schepenen en Greffier van aldaer, tot ontrent den midder-nacht. Als elk dit volkomentlyk afgezien hadde, hebbe ik met verlof van d' Heeren bestierderen der gemelde Gilde, dit vier-en-veertig-versig Jaerschrift nageschreven, het welke ik U.L. laete toekomen, om benevens deze weynige regelen een Hoekjen in uw nieuws blad te verleenen, my vleyende dat dit aen veél Lief hebberen dier konste zal behaegen. Uwen Oodmoedigsten Dienaer en Inschryveren N.N. Kortryk 6 November 1785.
JAER-WYZEND'-EER-GEJUYCH.
Eerbiedig toegeëygent aen het vry Dicht kunst-bouwende en alom beruchte Gilde van Rhetorica, schuylende onder de Bescherming' van den Heyligen Severus, voerende voor Kenspreuk: eendracht maekt kracht,, | |
[pagina 398]
| |
INDICATEUR. 335 binnen de Prochie van Heule. Als de Tooneel-konst-Lievelingen der Prochie en vry eygendomme van Oyghem, d' Eer hadden van de gemelde Konst-genoóten in hun reden - Zael te bezoeken den 3 November, in 't jaer volgens deés vier-en-veertig Versen uytwyzen. VOORWERP: Wie aen ons Schouwburg eer betoond ( Vosius.
Word met gelyke eer beloond.Ga naar voetnoot(*) ( Vosius.
gY konst-rYke seVerIsten,
op-gekWeekt bY 't zUster reY,
noYt zIet gY UW Werk betWIsten,
phaebUs UW beVrY'er zY:
Vreest, eY Vreest nIet, IVeraeren,
Ja beWYst hIer UWen VLYt,
gY VerWerft parnassUs bLaeren
't zY Waer gY In 't Werken zYt;
UWe krUYn zIet gY VersIeren,
Van geWonnen zege-bLaên,
Ja, Van keUrIg eer-LaUWrIeren?
WIens geUren noYt Vergaen:
Weèst hIer neêrstIg gUnsteLIngen,
Van parnassUs zUster taL,
nU WY UWen IVer zIngen
Ja Voor eeUWIg zIngen zaL....
Wat VerheUgIng zIen WY rYzen,
In UW seVerIsten - treYn
nU WY U hIer beY' beWYzen,
In Wat IVer WY hIer zYn:
UWe kenspreUk Verr' VerheVen,
Ja begUnstIg, 't zY Waer 't zY,
zaL In 't Waer geheUgen LeVen,
Van 't Jonge - IVeraeren reY,,
Want UW Waere eer-betoonIng,
nU geWeten oVer aL,
Vraegt konstIge eer-bekroonIng,
Van 't konst-ongeWoone taL,Ga naar voetnoot(*)
Waer Voor' WY nU geestIg JUYgen,
In UW rYk-VerheVen zaeL,
| |
[pagina 399]
| |
336 DEN VLAEMS. INDICATEUR. Ja eenzInnIg, hIer betUYgen,
UWe Waere zege-praeL:
pagassUs, U overspoeYe,
bY 't eer-gIerIg praeL-parnass',
Waer Voor U, Vaek Is In 't groeYen,
't zegen-rYkste krUYn geWas,
Waer U phaebUs ptIester reYen,
Vaek Verheffen, rYk Van Jonst,
Ja konst - IVerIg bereYen
WIerook Voor UW Letter-konst....
zYt In Vrê, gY seVerIsten!
Ja VereenIgt U Van zIn,
Want Waer phaebUs oYt zIet tWIsten,
brIngt hY noYt zYn gUnsten In.
Plicht-schuldig toe gejucht doór de Tooneel-en-dicht-konst-beminnende Jongelingen der Prochie en vry Eygendomme van Oyghem. is zo uit de volledige titel af te lezen: De vrome en onverwinnelyke Victorien, bevochten op den Turck ende vyf andere fameuse Rebellen door den noyt-volprezen en alder-victorieusten Generael Georgius Basta, in syn leven geweest Grave van Mosschroen, Baron van Heule, ook Moorscele ende Gracht, Heere van Ledeghem, Gulleghem, Bisseghem, Rolleghem, Zulte, Aelbeke, Loignie ende Wervick, ende Grand-Bailliu der Stad ende Casselrie van Cortryck, onder de regeringe van Rudolphus den II, Keyzer ende Roomsch Koning.
Het jaar nadien horen we van onze Ooigemnaren een tweede, maar tevens ook laatste keer. Ze namen namelijk op 2 juli 1786 onder de kenspreuk ‘Den drift der jeugd, queekt konst en vreugd’ deel aan de toneelwedstrijd van Zomergem, waar Amelie of de Hertog van Foix door Voltaire (1772) het verplichte stuk was, vertaald door de Noordnederlander N.W. Op den HooffGa naar voetnoot(3).
De verlichte schrijver Voltaire was een veelgespeeld toneelauteur in Vlaanderen in het laatste kwart van de 18de eeuw eeuw. Een indrukwekkende reeks toneelwedstrijden, vaak met stukken van zijn hand, was daar toen van jaar tot jaar aan de gang. De bedoeling lag er dik op: het ouderwetse | |
[pagina 400]
| |
theaterrepertoire bestrijden, dat overigens wemelde van stukken waarin Turkse troepen op hun donder kregen (zoals b.v. Georgius Basta). Aan die toneelwedstrijden heeft ook de Heulse gilde van de Severisten een keer deelgenomen, en wel in hetzelfde jaar 1786 te Menen. Het verplichte stuk was er Pyrrhus door de Franse auteur C.P. Jolyot de Crébillon (1726).
In dat jaar 1786 had overigens nog een derde toneelwedstrijd plaats, namelijk in Sint-Winoksbergen. Het verplichte stuk was daar Tancrède door Voltaire (1760), vertaald door de Sint-Winoksbergenaar W.H. Servois.
We hadden graag het gedicht teruggevonden dat de rijzende ster Pieter Joost de Borchgrave uit Wakken in 1785 heeft opgedragen aan de Heulse SeveristenGa naar voetnoot(4). Wie weet of het méér inlichtingen zou verschaffen omtrent dat Heulse bezoek en dat Ooigemse tegenbezoek.
In bijlage op de vorige bladzijden het bericht in Den Vlaemschen Indicateur, 1785, 2de halfjaar, blz. 334-336. J. Huyghebaert |
|