Schenking van brandraam als straf
(Vraagwinkel 1995, blz. 112)
In de gepubliceerde arresten van Vlaanderen uit het Parlement van Parijs, staan drie gevallen weergegeven van opgelegde straffen met de verplichting een glasraam in de kerk aan te brengen (R.C. Van Caenegem, Les arrêts et jugés du Parlement de Paris sur appels flamands, dl. II, 1977). Het gaat om de volgende gevallen:
Vooreerst in de Sint-Martinuskerk te Sint-Winoksbergen in 1485. De schepenen van de stad hadden ene Ancheel Pien verkeerdelijk veroordeeld tot verbanning. Hij haalde in beroep te Parijs gelijk en de stad moest een brandraam plaatsen in de kerk.
Het tweede is dit van Jean de Mommerency, heer van Nevele, die bepaalde misdaden had begaan tegen de kerk van Zeveren, streng gestraft werd door de Raad van Vlaanderen, maar in hoger beroep te Parijs in 1502 een mildere straf opgelegd kreeg. In deze hervormde straf was ook het plaatsen van een glasraam in de kerk van Zeveren begrepen.
Het laatste geval uit 1506 betreft ten onrechte opgelegde strafbedevaarten waarbij in de kerk van Wannegem bij Oudenaarde en te Gent in de kerk van de kartuizers brandramen moesten geplaatst worden.
De plaatsing van brandramen in kerken als straf kwam dus wel voor, maar uiteindelijk toch in een beperkt aantal gevallen. We geloven niet dat er thans nog ergens zulke glasramen bewaard zijn gebleven, want alle bekende straframen dateren van vóór 1600.
L.V.A.