De andere bijdrage is van de hand van Lori Van Biervliet en bespreekt De ontmoeting van Guido Gezelle met James Weale. Deze auteur is hierin niet aan haar proefstuk. Zij schetst in een vlotte en overzichtelijke studie de innige vriendschap tussen Gezelle en Weale, hun samenwerking in Rond den Heerd, de breuk in mei 1866 en de latere schuchtere en zakelijke vernieuwde en herstelde contacten tussen beiden.
Twee uitvoerige boekbesprekingen sluiten dit nummer af. Het magistrale werk van J. van Iseghem Guido Gezelles ‘Vlaemsche Dichtoefeningen’ (1858). Een benadering van de dichter en zijn werk (Gent, Koninkl. Vl. Academie, 1993, 559 blz.), het Leuvens proefschrift (1988) van de auteur. Dit boek is zo belangwekkend dat de recensent in Gezelliana, J.J.M. Westenbroek, zijn studie (want een studie is deze recensie geworden!) als volgt eindigt: Het (werk van J. van Iseghem) verstrekt niet alleen een overvloed aan nieuwe gegevens, het brengt door grote speurzin, nauwkeurigheid en combinatievermogen een vernieuwde visie op het debuut van Gezelle en op het milieu waarin dat debuut plaatsvond.
P. Couttenier wijdt in de tweede boekbespreking lovende woorden aan het adres van B. De Leeuw, P. De Wilde en K. Verbeke, die onder leiding van A. Deprez De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 uitgaven in drie delen, eveneens bij de Kon. Vl. Academie te Gent (1991, 370 + 301 + 466 blz.).
Volgen dan nog de gewone rubrieken (bibliografie 1993 en de kroniek over 1993).
Dit nummer van Gezelliana geeft nieuwe realia over Gezelle en zijn milieu en staat op een hoog wetenschappelijk, maar leesbaar en genietbaar peil, ook voor de leek in de Gezellestudie. Dat steeds maar nieuwe namen opduiken in de Gezellestudie is een bewijs dat de figuur van Guido Gezelle in onze tijd nog aanspreekt. De neerslag hiervan is te vinden in dit nummer van Gezelliana.
A.B.
Gezelliana 1994/1, 90 blz., 1994. Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius, Antwerpen.