Vlaamse weefsels in Leuven
Het Glossarium van de Brabantse oorkondentaal, dl. 1 (1956) door L. De Man geeft de verschillende soorten weefsels op die vóór het jaar 1600 in de oude oorkondenschat van de Brabantse regio ergens vermeld worden. Vlaamse textiel komt uitsluitend voor in de stad Leuven en wel in de navolgende citaten (blz. 380-399):
Vlaamse stamette: alle soirten van Vlaemsche stametten, zwertte ende alle andere colueren lanck zijnde xl ellen (1597).
Vlaamse baai: Vlaemsche bayen lanck zijnde lx ellen (1597).
Brugs grauw laken: gesonden geweest tot brugghe omme aldaer te coepene grauwe brughsche lakene voer den heeren vanden Raide van der stad, Dekenen, Rintmeesteren ende secretarijsen mede te cleedene (1476); grauwe stucken van cleijnen prijse met een bellen alleene op de maniere ende van sulcker wollen ende egheen andere ende soe vele wolle alsmen maeken moet die voederlaekenen met eender bellen inder ordinancien hiernae begrepen (1561);... salmen grauwe stucken van vijff bellen maeken, ende dat al van jnghelscher wolle (1561). - Bellen zijn vermoedelijk de merktekens die op de lakens werden aangebracht.
Iepers laken: van eenen ijeperschen Andries ende eenen ijeperschen tuijn lanck zijnde xxx ellen (1597). - Lakens gemerkt met een andrieskruis en de ‘tuin’ van O.L. Vrouw van Tuine?
Vlaamse voering: Item van Luyx voeders, viersche blauwe lijsten, Vlaemsche voeders lanck zijnde lx ellen (1597). - Luyx (van Luik), Viersch (van Verviers).
De Vlaamse textielproducten deelden in Leuven de markt met waren van Engelse, Luikse, Vervierse en andere vreemde herkomst. In Brabant waren Vlaamse wol en Vlaamse textiel in alle geval goed bekend en gewaardeerd. De afwezigheid van de Gentse en andere Oostvlaamse textielcentra is opvallend.
A.B.