Van waterhalle tot provinciaal hof
In 1284 bouwde de stad Brugge op de oostzijde van de grote markt een halle, later waterhalle geheten, die stond boven de Reie en waar de aanmerende schepen hun koopwaar konden lossen. Het werd een imposant gebouw, een van de grootste burgerlijke stedelijke bouwwerken uit de middeleeuwen in Vlaanderen. Latere auteurs bestempelden de Waterhalle als een van de zeven wonderen van Brugge.
Na de teloorgang van handel en nijverheid te Brugge ten voordele van Antwerpen in de roerige 16de eeuw, stond dit gebouw er verkommerd en nagenoeg ongebruikt bij. De Waterhalle werd uiteindelijk afgebroken in 1790.
In de plaats kwam er een rij huizen in Louis-XV stijl. Toen het provinciaal bestuur van West-Vlaanderen een onderkomen zocht, werd dit gevonden in dit ruime maar weinig sierlijk complex. In 1878 vernielde een brand het toenmalige provinciaal hof.
Vanuit Brugge werd aangedrongen om er een neogotieke constructie in de plaats te stellen. Een petitie in die zin werd zelfs gezonden naar koning Leopold II!
Het huidige Provinciaal Hof kwam er dan in de plaats. Het was pas voltooid rond 1914-18. Architecten waren de la Censerie en Bruyck.
Het bestaan van de Waterhalle was aan de Brugse historici bekend, maar op een paar algemeenheden na waren er weinig details gepubliceerd.
Het werk van L. Devliegher is een belangrijke aanwinst voor de kennis van de Brugse gebouwen, want nauwkeurig archiefonderzoek heeft de hele geschiedenis van de oude Waterhalle en van het huidige Provinciaal gebouwencomplex aan het licht gebracht. Met plans en tekeningen, bestekken en allerlei archiefteksten.
De beschrijving van het Provinciaal Hof met zijn meubilair en zijn kunstschatten is even accuraat en nauwkeurig te boek gesteld.
Toen we dit prachtig uitgegeven boek van 88 blz. ter hand namen, waren onze verwachtingen hoog gespannen. Zowel het onderwerp als de faam van de auteur mochten deze hoop wettigen. Dat deze verwachting schitterend werd vervuld zal iedereen moeten toegeven nadat hij het boek heeft doorgenomen. De tekst en de illustraties maken deze publicatie tot een weelde voor het oog en een genot inzake lectuur. Brugge heeft er meteen weer een zeer belangrijke studie bij over zijn kunstpatrimonium. Het strekt de provinciale overheid en niet het minst de onvermoeibare samensteller tot eer.
A.B.
L. Devliegher, Van Waterhalle tot Provinciaal Hof, Brugge 1994, 88 blz., ill. ook in kleur.