Biekorf. Jaargang 94
(1994)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 352]
| |
Oud geschrift lezen om prijsWedstrijden in de paleografie hebben in onze streken plaats gehad tijdens de vroege decennia van de 19de eeuw. In Gent, Tielt en Eeklo hebben wij daar sporen van teruggevonden. Ze bestrijken de tijdspanne 1813-1828: van het late Franse keizerrijk tot laat onder het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden. Het was een tijd waarin de belangstelling voor het nationaal verleden in veel Europese landen toenam. | |
Gent, 1813De kamer van retorica De Fonteyne te Gent schreef in 1813 de eerste wedstrijd uit waar we weet van hebben. Een jury beoordeelde op 13 augustus de inzendingen voor het ‘concours pour la transcription d'actes du quinzième et seizième siècles en langue française et flamande’. Voorzitter: Grégoire Hendrix; leden: François Laurent, François Minne, François Constantin d'Haese, Prosper Joseph Bernier; secretaris: François Jean Pierre Hye Schoutheer. Alles in het Frans, ook de namen. Acht kandidaten namen deel. De heer (Van) Boembeke, onderwijzer, won de prijs, geschonken door een liefhebber die onbekend wenste te blijven.
De prijsuitreiking, zondag 22 augustus in aanwezigheid van de prefect van het Département de l'Escaut, geschiedde in de marge van een groter geheel, waar ook de winnaars in Franse en Nederlandse dichtkunst, declamatie, muziekuitvoering en schoonschrift werden gelauwerdGa naar voetnoot(1).
Wat ons betreft trekt onder de juryleden vooral Hye Schoutheer de aandacht. Stadssecretaris van Gent en gedreven liefhebber van geschiedenis, bevriend met zijn Kortrijkse geestesgenoot Jacob Goethals-Vercruysse.
Paleografische oefeningen bleven bij deze Gentse Fonteynisten op het programma staan. De kamer reorganiseerde zichzelf in 1819 in vier afdelingen (een reorganisatie die niets anders betekende dan de consolidatie van de activiteitenwaaier die we er zes jaar eerder hebben vastgesteld): taal- | |
[pagina 353]
| |
en dichtkunst, declamatie, toonkunst en (onder één noemer) calligrafie en paleografieGa naar voetnoot(2). | |
Tielt, 1823Het stadsbestuur van Tielt organiseerde een wedstrijd, te houden op 19 augustus 1823, ‘om met luyder stem te lezen handschriften of gothiksche chartres in de landstael’. Alleen Westvlamingen mochten deelnemen (om een overrompeling door de grondig getrainde Gentenaren te vermijden?). Het gebeuren vond plaats in het stadhuis, onder het voorzitterschap van Z.E.H. De Vleeschouwer, pastoor van Tielt en inspecteur van het vijfde schooldistrict van de provincie.
De bekende geschiedschrijver Jan Jacob Lambin uit Ieper won de gouden medaille, de heren De Rammelaere uit Tielt en Van Ryckeghem uit Pittem wonnen er elk ene van zilver. De laureaat kombineerde zijn historische beslagenheid niet voor niets met de status van veelgelauwerd retorikaal poëet, en declameerde dus een aantal strofen van eigen vinding, waaronder exempli gratia: Gy stelt, ô brave burgervad'ren!
Een' nutte kunst in 't helder licht;
De weetzucht, vloeyende in onze ad'ren,
Werd steeds uw voorbeeld hoogst verpligt:
Die kunst, die schatten zal ontdekken,
En ieders aandacht moet verwekken,
Voor wie gy thans eerbiedig knielt,
Ryst hemelhoog in 't ned'rig ThieltGa naar voetnoot(3).
Merkwaardig is de toekomstige tijd in vers 5. Zeker van zijn stuk is daar de Ieperse stadsarchivaris. Terecht! | |
[pagina 354]
| |
clamatie) en oud geschrift. De enige prijswinnaar in laatstgenoemde specialiteit was Bernier, geneesheer te Gent, die we al hebben ontmoet tussen de juryleden van dertien jaar eerderGa naar voetnoot(4). | |
Eeklo, 1828Een laatste keer (voor zover ons bekend) stond ook paleografie op een rederijkersmenu te Eeklo op 2 september 1828. De kamer van retorica, met C.A. Vervier als voorzitter en Karel Lodewijk Ledeganck als secretaris, pakte de zaken groots genoeg aan: dichtkunde (Strengheid van Liederik de Buck jegens Joseram), vertaling (de episode Dood van Beyling uit De Hollandse Natie, door J.F. Helmers, in het Frans te vertalen), declamatie (onderverdeeld in twee genres: ernstig en boertig, en in twee deelnemers-categorieën: stedelingen en plattelanders), schoonschrift en transcriptie van oud geschrift. Voor laatstgenoemde discipline waren de kandidaten welkom ten stadhuize op 3, 10, 17 of 24 augustus tussen 9 en 12 uurGa naar voetnoot(5).
* * *
Een viertal gekende wedstrijden dus. Ongetwijfeld hebben er meer plaatsgevonden, en kan Biekorf in volgende afleveringen aanvullingen brengen. J. Huyghebaert |
|