Biekorf. Jaargang 94
(1994)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 262]
| |||||||||||||||||||||||
Een minder bekende prent van Oostende in 1706In 1706 werd de versterkte stad Oostende ingenomen door de geallieerden, Engelsen en Hollanders, geleid door Marlborough en de prins van Oranje. Op 20 juni 1706 waren de eerste geallieerde troepen voor de stad verschenen en het eigenlijke beleg, met een hevig bombardement op de stad, zowel van uit de zee als van op het vasteland, had slechts drie dagen geduurd. De overgave van Oostende was een feit op 6 juli 1706.
De stad had de beschieting doorstaan, maar toch waren er vele gebouwen erg beschadigd. Het stadhuis was gebombardeerd en de toren was in vlammen opgegaan. De parochiekerk was zwaar gehavend en vele huizen waren vernietigd.
Het beleg en de val van Oostende heeft de toenmalige wereld met ongeloof en verbazing geslagen. De naam Oostende herinnerde immers aan de beroemde, zelfs legendarische en taaie belegering van 1601-1604. Dit beleg had, naar men beweerde, 3 jaren, 3 maanden, 3 dagen en 3 uren geduurd, een enorm aantal doden en de totale vernieling van de stad gekost. En nu viel deze roemrijke stad, die intussen nog ommuurd en versterkt was, na amper 3 dagen in handen van haar belegeraars!
Het is duidelijk dat deze ophefmakende oorlogsdaad ook in buitenlandse prenten vastgelegd werd. Er bestaan dan ook afbeeldingen van het bombardement van 1706, gezichten op de stad van juist vóór de beschieting, afbeeldingen van de stad in puin en ook afbeeldingen van de stad, onmiddellijk na de heropbouw.
Van Oostende zijn er daarom, meer dan van andere steden uit die tijd, talrijke prenten en kaarten tot ons gekomen. De iconografie van de stad wordt daarenboven niet weinig gediend door de prachtige maquette die Lodewijk XIV van Oostende liet aanmaken en die nog bewaard is; ze geeft in reliëf de stad weer zoals ze er uitzag in de eerste decennia van de 18de eeuwGa naar voetnoot(1).
De inventaris van al deze iconografische documenten, op | |||||||||||||||||||||||
[pagina 263]
| |||||||||||||||||||||||
de beroemde maquette na, werd opgesteld door A. Verbouwe in zijn onvolprezen Iconografie van het arrondissement OostendeGa naar voetnoot(2).
Verbouwe geeft een 13-tal prenten en kaarten op met 1706 als dateringGa naar voetnoot(3). Hij wist prenten aan te wijzen van Noord-Nederlandse, Franse, Duitse, Engelse en Italiaanse makelij. Een paar van deze tekeningen geven alleen een stadsplan met de opstelling van het geschut dat in 1706 op Oostende gericht was. De meeste van deze afbeeldingen tonen echter in zwierige panoramische perspectieftekeningen gezichten op de haven en de stad en dragen verklarende onderschriften. De taal van deze onderschriften is Nederlands, Duits, Frans of Italiaans. Eén enkele maal ook Engels. Aan de hand van deze gezichten werd er in de vorige eeuw door kunstschilder Fr. Musin (1820-1888) een doek geborsteld dat Oostende in die jaren voorstelde en het bombardement op de stad weergaf. Dit doek hing in het stadhuis en verdween in mei 1940Ga naar voetnoot(4).
De Universiteitsbibliotheek van Gent, afd. der handschriften, bezit een prent met een gezicht op Oostende en een onderschrift in het Latijn en het DuitsGa naar voetnoot(5). De stad wordt er voorgesteld zoals ze er in 1706 op de vooravond van het beleg onbeschadigd uitzagGa naar voetnoot(6). De Duitse tekst luidt als volgt:
Ostende. Ist eine kleine, aber ziemlich volckreiche Statt, an der Küste dess Österreichische(s) Flandern allwo Sie einen sehr guten Hafen hat, am Einfluss dess Flusses Guele, 4. Meilen von Brügge gelegen. Sie war vor diesem nur ein Dorff, und bekam den Nahmen zum Unterschied eines nur 1. Stunde von hier gelegenen Dorffs Westende genan(n)t. Die Statt wurde von 5. Julio Ao 1601 biss auf der 22. Sept. Ao 1604 also in allen 3. Jahr, 3. Monath, 3. Tag. und 3. Stund von den Spaniern belägert, und hält man dafür, das di(e)se Belagerung, derer selben 200.000 Mann gekostet hat. Ao 1706 ist sie gar kurzer Zeit, an die Alliirten übergangen. Der vorgemelte tapffere Widerstand aber ist billich der Hülffe so die Statt damahlen aus Engeland und von dem Printzen von Oranien erhalten, zu zuschreiben gewesen.
Op een banderol met een engel staat links volgende uitleg: | |||||||||||||||||||||||
[pagina 264]
| |||||||||||||||||||||||
De andere banderol rechts draagt volgende verklaring:
Onderaan in het midden staat het stadswapen getekend; maar de kunstenaar heeft de heraldische keper uit het schildveld herleid tot een eenvoudige omgekeerde letter V. De afmetingen van de prent zijn: hoogte (zonder de tekst) 14.5 cm., breedte 27 cm. De tekst bereikt een hoogte van 4 cm.
Op deze prent staat geen auteursnaam vermeld. De tweetalige tekst zal blijkbaar bedoeld geweest zijn om een ruim publiek te bereiken buiten het Duitse taalgebied. De prent komt niet voor in de iconografie van Verbouwe.
Wij kunnen ons afvragen hoe deze tekening eigenlijk ontstond. Heeft de Duitse kunstenaar ze ter plekke komen opnemen of heeft hij ‘gewerkt’ op een voorliggend en bekend model?
Eigenlijk weten we zeer weinig af van het ontstaan van de Duitse en de andere vreemde prenten die in vele uitgaven de Zuidnederlandse steden en landschappen hebben weergegeven in die jaren, speciaal omtrent de oorlogsgebeurtenissen rond het jaar 1706. De Noordnederlandse prenten hebben wel eens als auteur ene Pieter Schenck, een in Duitsland geboren Amsterdammer (Elberfeld 1660 - Amsterdam 1718) die in 1707 onder zijn naam een album met zulke gravures liet uitgeven (Theatrum bellicum... Caroli II)Ga naar voetnoot(7).
Onder de Duitse tekenaars die toevallig hun naam op enkele duitstalige prenten aanbrachten, komen er vooral drie voor: Bodenehr, Decker en Rugendas. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 265]
| |||||||||||||||||||||||
Gabriël Bodenehr (Augsburg 1673-1750), ‘graveur et marchand de tableaux’, gaf in 1725 in Augsburg een werk uit getiteld: Anderer Teil des Tractats genanndt Europens Pracht und Macht bestehent in 100 neuen Kupfer Stucken oder Prospekten verschiedener Stätte, Festungen, Schlösser,... Hij is eveneens de auteur van het in de stad Augsburg verschenen Curious Staats und Kriegs Theatrum. Circa 1720 gaf hij, weer te Augsburg, het werk uit getiteld: Forces d'Europe oder die Merckw. und Fürnehmste Stätte. In dit laatste album werd een plan van de stad en de haven van Oostende opgenomen met de bijzonderste monumenten, Duitse inschriften van de plaatsnamen en nota's over bepaalde historische gebeurtenissen. Deze kopergravure heeft als afmetingen: hoogte 14.8 cm., breedte 19,5 cm. (25.5 cm. met de tekst)Ga naar voetnoot(8).
Decker kunnen we identificeren als Paulus Decker, een architect en kopergraveur (graveur au burin), die in dienst stond van de markgraven van Bayreuth. Hij is geboren te Nürnberg in 1677 en stierf te Bayreuth in 1713. Decker was een medewerker van Bodenehr. Zij kenden mekaar en gaven samen een werk uit getiteld: Fürstlichen Baumeister oder Architectura Civilis (Augsburg 1711).
Rugendas tenslotte is Georg Philip Rugendas (1666-1742), directeur van de Akademie in Augsburg, ‘Soldatenmahler und Radierer’, een telg uit een bekend Duits kunstenaarsgeslachtGa naar voetnoot(9). In 1706 liet hij een prent van Menen drukken met opschrift: Eine Vestung in Flandren an dem Fluss Lis gelegen... In de rand van deze prent staan nog meer namen van medewerkers, tekenaars die instonden voor de barokke randversieringen. Eén van deze tekenaars is Johann Aug. Corvinus, die ook ooit meewerkte aan tekeningen voor Decker en BodenehrGa naar voetnoot(10).
Het heeft er dus de schijn van dat de Duitse tekeningen uitgingen van een klein groepje kunstenaars, die vooral in en | |||||||||||||||||||||||
[pagina 266]
| |||||||||||||||||||||||
rond de stad Augsburg bedrijvig waren. Wij geven deze conclusie echter met alle voorbehoud; de prent die wij presenteren is immers naamloos en wij vermoeden dat er over deze branche in de kunstgeschiedenis of de kopergraveerkunst maar weinig documentatie te vinden is of literatuur verschenen is.
Van nog andere Westvlaamse lokaliteiten bestaan er uit die tijd prenten van Duitse origine. Zo kennen we een prent van het fort De Knokke te Merkem uit 1712 met Duits onderschrift: Ab-bildung des Forts Knokke, maar zonder aanduiding van de auteurGa naar voetnoot(11).
Van Nieuwpoort kon Verbouwe geen duitstalige prenten aanwijzen uit die periode. Hij vermeldt wel een prent uit 1706 die Nieuwpoort voorstelt met een Italiaans opschrift; de prent werd immers in 1707 uitgegeven in... Napels!Ga naar voetnoot(12) Dit toont overtuigend aan dat deze soort prentkunst heel Europa door verspreid was en druk beoefend werd. Er zal blijkbaar een voldoende afzet en een bloeiende handel in deze prenten bestaan hebben.
Van Diksmuide is er een prent bewaard, ongedateerd, maar waarvan het opschrift luidt: Dixmuyden neu fortificirt, Gabriël Bodenehr fee. et exc.Ga naar voetnoot(13).
Eg. Van Hoonacker die de iconografie van Kortrijk nauwgezet bestudeerde en alle prenten met mekaar vergeleek, kwam tot de ontdekking dat het panoramisch gezicht op Kortrijk, dat op naam staat van Bodenehr, eigenlijk een getrouwe kopie is van een prent die oorspronkelijk een gravure is van Nicolaes Visscher. Ze stelt Kortrijk voor in 1660Ga naar voetnoot(14).
Het is bijgevolg niet uitgesloten dat hetzelfde eveneens het geval is met de prent die wij hier voorstellen, en misschien ook met de talrijke prenten die Verbouwe aanhaalt over Oostende onder het jaar 1706. De kans is groot dat dit inder- | |||||||||||||||||||||||
[pagina t.o. 266]
| |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 267]
| |||||||||||||||||||||||
daad zo is, en wel omdat er zelfs van het oude Oostende van vóór de beschieting in 1706 een hele resem prenten bestaan en bekend zijn in allerlei publikatiesGa naar voetnoot(15), die zeker in handbereik lagen van de toenmalige tekenaars en etsers, de drukkers en de graveerders uit centra zoals Augsburg en andere kunstenaarssteden.
Wat er ook van zij, het komt ons interessant genoeg voor deze weinig bekende prent van Oostende aan de lezers van Biekorf voor te leggen. Het minste wat men er kan van zeggen is dat ze een fraai en breed panoramisch gezicht op de stad Oostende voorstelt. Deze prent is blijkbaar ontsnapt aan het alziend oog van de grote iconograaf die Alexis Verbouwe was. Daarom alleen al verdient ze gepubliceerd te worden. L. Van Acker | |||||||||||||||||||||||
Bijlage
|
|