[Bladvulling]
Over d'halve deure preken. Wingene 1991. Betekent: gemoedelijk preken, zonder bla-bla, zonder lawaai te maken. Deze uitdrukking roept spontaan het beeld op van veel huisjes vroeger, waarvan de ingangsdeur uit twee boven elkaar gestelde delen gemaakt was, zoals de stallen op onze hofsteden. Roept spontaan het beeld op van twee dorpsvrouwtjes, die aan weerskanten van die deur gemoedelijk het laatste nieuws staan te vertellen!
Wijdgat is het verwijt dat men iemand toestuurt, die bij het binnenof buitengaan nalaat de deur te sluiten.