Biekorf. Jaargang 93
(1993)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 318]
| |
Keizer Karel, in de literatuur en in de historische realiteit (1515-1555)De betekenis van Keizer Karel volledig toelichten is moeilijk historisch waar te maken, niettegenstaande honderden brieven van de vorst bewaard zijn gebleven - meestal door zijn persoonlijke secretaris geschreven - en alhoewel allerhande boeken over Karel V werden gepubliceerd. Dit ligt niet alleen aan het feit dat vele bronnen, geborgen in archieven te Brussel en te Wenen, nooit exhaustief werden doorgenomen maar ook omdat vele boeken werden gepubliceerd als literatuur en zelfs nimmer werden opgesteld om de waarde van de vorst weer te geven. Derhalve is het wel gepast te trachten Keizer Karel even te belichten, de ‘nieuwe monarch’ van het 16de-eeuwse Europa. Daarbij wordt getracht Karel V als persoon en als publiekrechtelijke figuur te benaderen. De aanleiding tot dit kort onderzoek is het verschijnen van een prachtig boek, getiteld: ‘Keizer tussen Stropdragers. Karel V (1500-1558’ geschreven door Johan Decavele en medewerkers (Davidsfonds, Leuven, 1990, 144 blz.). Het vijfde hoofdstuk behandelt Keizer Karel in de literatuur en belicht aldus de ‘heerlycke’ legendenGa naar voetnoot(1). Hoe interessant en leerrijk deze literaire mythevorming rond Karel V ook moge zijn, hierna wordt slechts een zuiver historische en dus reële benadering als doel vooropgezet.
Om het exposé gemakkelijk te laten volgen, worden enkele data in het leven van Keizer Karel chronologisch na elkaar besproken. Daarbij is het heel nuttig telkens zijn leeftijd voor ogen te houden, wel wetend dat Karel als zoon van Filips de Schone en Johanna te Gent in het Prinsenhof werd geboren op 24 februari 1500.
Een eerste belangrijke datum voor Karel V was het jaar 1515. De vijftienjarige knaap werd dan in de toenmalige Nederlanden op 5 januari meerderjarig verklaard en dus be- | |
[pagina 319]
| |
kwaam genoeg geacht om het bestuur over deze gewesten waar te nemen. Men weet, ook door enkele afbeeldingen uit die periode, dat de jonge Karel rond 1515 naar voren is getreden als een nog wat tengere puber, niet vroegrijp en niet zeer intelligent, maar wel reeds zeer bewust van zijn afkomst en van de belangrijkheid van zijn functie, overigens steeds omringd door adviserende raadsheden en vooral geholpen door zijn tante Margareta, de zuster van zijn reeds in 1506 overleden vader Filips, zelf de zoon van Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van BourgondiëGa naar voetnoot(2).
Het jaar 1515 is dus voor Karel V de officiële intrede geweest in het officiële leven van de Nederlandse gewesten. Dit gebeurde door de vele Blijde Inkomsten die in de bijzonderste steden van de verschillende landen plaats vonden. Met die landen bedoelt men dan meer speciaal de verschillende hertogdommen of graafschappen. Als hertog van Brabant werd Karel eerst ingehuldigd o.m. in Brussel en Leuven, maar daarna trok hij als graaf van Vlaanderen eerst naar Gent en daarna, meer speciaal op 18 april 1515, maakte hij zijn ‘triumphante et solemnelle entrée’ in de stad van Brugge, om vervolgens naar Holland en Zeeland en Breda in Brabant te trekken en later dan een ‘Joyeuse Entree’ te maken in de verschillende steden van Henegouwen, Namen en Luxemburg.
Een Blijde Inkomst was niet alleen een feestelijke begroeting en kennismaking met de nieuwe vorst maar vooral een publiekrechtelijke gebeurtenis in de aloude standenstaat, waarbij de vertegenwoordigers van de verschillende standen trouw en bijstand zweren tegenover hun nieuwe graaf of hertog. In 1515 zullen weinig normaal denkende mensen uit de Nederlanden enig vermoeden hebben gehad welke carrière en welke gebeurtenissen de jonge Karel V de volgende veertig jaar nog zou beleven en meemaken. De aloude standenstaat scheen volledig hersteld, de voorrechten van de provinciale en lokale machtigen bleken verzekerd, de toekomst diende zich in ieder geval rooskleuriger aan dan het achterliggende verleden, toen dynastische moeilijkheden, vooral ook in Vlaanderen, politieke, militaire en economische miseries met zich hadden meegebracht op het einde van de 15de eeuw. | |
[pagina 320]
| |
Die vooruitzichten van een minder probleemvolle tijd werden al vlug verstoord door een tweede importante datum in het leven van Karel V, nl. zijn opvolging in de Spaanse gebieden in 1517. Ferdinand van Aragon, - grootvader langs moederszijde - weduwnaar van de reeds in 1504 gestorven Isabella van Castillië, overleed op 23 januari 1516. De dochter Johanna, moeder van Karel, ‘steeds nog waanzinnig’, kon niet opvolgen en aldus kon haar zoon Karel streven naar de Spaanse kroon. In 1517 deed hij zijn intrede in Spanje en in 1518 werd hij tot koning gekroond. Karel V was dus niet alleen heer over alle gebieden in de Nederlanden maar thans ook over alle Spaanse bezittingen en de daarbijhorende Italiaanse streken, vooral met Napels in het zuiden en Milaan in het noorden (en de reeds ontdekte koloniale gebieden).
Een derde merkwaardige datum vormt het jaartal 1519. Op 12 januari van dit jaar immers stierf Maximiliaan van Oostenrijk, grootvader dus langs vaderszijde. Na een verbeten strijd met de Franse koning Frans I werd Karel V tot Rooms Keizer verkozen door de Rijksstanden op 28 juni 1519. Alle Duitse gebieden kwamen daardoor onder het oppergezag van de 19-jarige vorst. In amper vier jaar tijd kwam de hoogst merkwaardige en omvangrijke verbinding tot stand tussen de Nederlanden, Spanje, Italië en de Duitse en de Oostenrijkse gebieden.
In 1522 gingen Oostenrijk en Hongarije naar Karels broer Ferdinand over, maar toch bleef het overige immense Westeuropese continent - uitgezonderd Frankrijk - geheel onder het gezag van Keizer Karel.
De eerste moeilijkheden voor Karel V steken overigens reeds op in Spanje in 1521-22, de vierde belangrijke datum die moet worden toegelicht. Na een echte opstand in 1521 van vele steden in het aloude Castilië, arriveert Keizer Karel in 1522 voor een tweede maal in Spanje. Na een bloedig militair ingrijpen, vaardigt hij op 2 november aldaar een algemeen pardon uit waardoor de eigenlijke koninklijke macht wordt hersteld. Dit uiterlijk pardon gaat echter ook gepaard met een heel strenge repressie tegenover de schuldigen; meer dan 150 personen, waaronder de bisschop van Zamora, worden ter dood veroordeeld en met het zwaard om het leven gebracht. | |
[pagina 321]
| |
Voor Karel V doen de volgende grote moeilijkheden zich voor in Duitse en Italiaanse gebieden in de periode 1525-1530, de vijfde belangrijke periode. Na Luther en de anti-Luther plakkaten volgt in Duitsland de grote Boerenopstand en de repressieve reactie daarop door Keizer Karels troepen, terwijl in Italië, meer speciaal in 1527, de beruchte ‘Sacco di Roma’ plaatsvindt; in de strijd van de paus en de Franse koning tegenover de Keizer verwoesten Duitse en Spaanse soldaten de eeuwige stad; Romeinse mannen en vooral hun vrouwen worden overgeleverd ‘at the mercy of men, deaf to the voice of humanity’ zoals een Engels historicus schreef. Velen werden dus overgeleverd ‘aan de willekeur van mannen die doof bleven voor menselijkheid’Ga naar voetnoot(3). In Pavia was Frans I door Karels troepen reeds gevangen genomen. Op 3 augustus 1529 bracht de Damesvrede van Cambrai een eerste maar kortstondige vrede met de koning van Frankrijk.
Na al deze gebeurtenissen in Spanje, Italië en in Duitsland zal nu reeds zijn opgevallen dat Keizer Karel heel vlug in het Europese kluwen van tegenstellingen werd betrokken maar dat hij van meet af aan zich zeer krachtig wist op te stellen tegenover zijn tegenstanders. Karel V eiste in al zijn landen een strakke medewerking met de uitgestippelde monarchale politiek en noch de Roomse paus noch de Franse koning noch de Duitse boeren waren in staat om die strakke machtsuitoefening in de eigen verworven gewesten lange tijd te betwisten of te verhinderen. De monarchie moest worden opgebouwd en geconsolideerd. Op 24 februari 1530 werd Karel V te Bologna tot Rooms Keizer gekroond door paus Clemens VII door het overhandigen van de rijkssymbolen, de scepter, het zwaard en de rijksappel. Keizer Karel was 30 jaar en volwassen geworden, uiterlijk en innerlijk.
Hier kan men nu eventjes terugblikken naar Karel V in de Nederlanden waar hij diplomatisch, stap voor stap, de monarchale macht uitbouwde. Reeds in 1520-1521 hadden zich tribulaties voorgedaan met de schepenen van het Brugse Vrije bijvoorbeeld; maar ook elders had de jonge Karel velerlei problemen. Intussen hadden de meesten wel geleerd ‘qu'il ne faut jamais dire aux grandz de verité qui leur déplaise’. Velen hadden aanvankelijk gedacht dat ze eigenmachtig en wat eigenzinnig hun oude wetten en voorrechten nog voluit | |
[pagina 322]
| |
konden verdedigen. In Vlaanderen zag men in, ook na het Spaanse, het Duitse en het Italiaanse gebeuren, dat Karel V een machtig vorst was geworden waarbij verering en volgzaamheid en reverentie veel beter was te demonstreren dan koppige contestatie of juridische dwarsligging. In Brugge bv. wordt een loyale houding vanaf 1528-1529 geconstateerd door de figuur van Karel V in de schepenkamer van 't Vrije voluit op de eerste pronkplaats te laten uitbeeldenGa naar voetnoot(4).
Tijdens de zesde en laatste datagroep 1531-1555 werd de opgang en de machtsexplosie van Keizer Karel voluit gedemonstreerd; tevens werden vele moeilijkheden en bepaalde nederlagen veroorzaakt door een desastreuze financiële evolutie. Zeer eclectisch en ongehoord onvolledig moet vooreerst de grote bestuurshervorming van 1531 worden vermeld, waarbij Brussel de echte hoofdstad, d.w.z. een administratief en politiek centrum van deze landen is geworden en gebleven. Veel minder positief was de situatie te Gent in de jaren 1537-1540; de nieuwe landvoogdes Maria van Hongarije schreef aan haar broer: ‘Il s'agit icy que Vostre Majesté soit maistre ou varlet: Het gaat er om of Uwe Majesteit zal meester zijn of knecht.’ De opstand te Gent werd, zoals in Castilië, door Keizer Karel in de Concessio Carolina volledig overwonnen. De laatste Middeleeuwse stedelijke burgerij en ambachten moesten wijken voor een autoritair centraal staatsgezagGa naar voetnoot(5). Anders verliep het voor Keizer Karel in Duitsland. Daar moest hij in 1555 na lange godsdienstoorlogen een compromis tussen katholieke en protestantse staten aanvaarden. Intussen hadden ook de Turken en de Islamlegers zowel Wenen als de Middellandse Zee onveilig gemaakt en werden met Frankrijk nog steeds oorlogen uitgevochten.
Om te besluiten kan nog heel kort een eindoordeel over Karel V worden uitgesproken. Een onderscheid is hierbij zeker te maken tussen de persoon enerzijds en de politieke | |
[pagina 323]
| |
figuur anderzijds. Zowel de evaluatie van het ene als van het andere vraagt in feite veel nuancering en voorzichtigheid in onderzoek en formulering. Tot op heden ontbreken nog gedeeltelijk beide elementen.
De persoon van Keizer Karel was fysisch rond het jaar 1530 helemaal volwassen geworden, met volle baard en uitgesproken Habsburgse trekken; wanneer hij als ridder werd uitgedost kon men hem steeds bewonderen in vol ornaat met goede protectie van vele voorname of kwetsbare lichaamsdelen. Later omstreeks 1555 was Karel V lichamelijk echt reeds afgetakeld: 55 jaar oud had hij de laatste decennieën onafgebroken door zijn uitgestrekt rijk getrokken en daarvan duidelijk de gevolgen ‘aan den lijve’ ondervonden, geplaagd als hij was door bepaalde ziektes en ongemakken. Psychisch gezien werd Keizer Karel vroeger meestal uitgetekend in milde termen van mythologiseringGa naar voetnoot(6). Hij was - historisch gezien - in persoonlijke omgang wel een soms minzame man, met eigenzinnige uitvallen, loyaal in zijn vriendschappen, wars ook van een zwaar wegend protocol, vrijpostig soms in morele gedragingen, zorgzame vader zowel tegenover zijn wettige als tegenover zijn natuurlijke kinderen; onvermoeibare jager ook, in de vele bossen van zijn Nederlanden, vaak te gulzig aan eigen en andermans tafelen. Kortom, een echte zestiende-eeuwer, uit de beste adellijke sfeer.
Als politiek figuur moet Keizer Karel even genuanceerd worden beschreven. Hoewel diplomatisch in onderhandelen moet hij vooral als de eerste moderne monarch van de Habsburgse gebieden worden betiteld d.w.z. een autoritair vorst, die in alle gewesten eenzelfde centrale politiek van machtsuitbreiding wilde gevoerd zien; een politiek die werd uitgekiend en uitgevoerd door een steeds maar aangroeiende collaborerende groep juristen, vanaf die 16de eeuw, ‘les vrais serviteurs de l'état’. Ze werden overigens in de Nederlanden bijgestaan en politiek gesteund door de ‘goodwill’ van de hoge adel, periodisch samengebracht in de bekende Orde van het Gulden VliesGa naar voetnoot(7). In dit Habsburgs gebied gedroeg Keizer Karel V zich als een echte monarch, in een ‘Nieuwe Monarchie’. In de brede context van zijn rijk dat over de Nederlanden | |
[pagina 324]
| |
naar Spanje-Italië tot aan Oostenrijk liep, naast een ontzaglijk koloniaal rijk, kan men Karel V dus ook in zekere zin de vader van Europa noemen. Termen als staatsinmenging, centralisme, bewapening, oorlog en vrede op Europese schaal, termen dus die vandaag ons zo vertrouwd in de oren klinken, zijn voor een groot deel ontstaan in de tijd van Keizer Karel. Om dit alles zullen velen wel begrijpen dat de politieke en institutionele geschiedenis van de zestiende eeuw eens extra mocht worden gestimuleerdGa naar voetnoot(8).
M. Baelde |
|