worden. Maar evenzeer dient een museum de plaats te zijn waar ook aan studie wordt gedaan. Het bestuderen namelijk van het beschikbare materiaal. Het voorliggend boek is een schitterend antwoord op dit laatste museale aspect van deze provinciale verzameling.
Vooreerst is er een zeer interessante en leerrijke inleiding waarin de historiek van dit museum wordt geschetst en besproken. Vervolgens komt er een uitgebreid repertorium waarin alfabetisch alle museumstukken accuraat worden beschreven en van een precieze historische commentaar worden voorzien. Tekeningen en een massa foto's verduidelijken wat dan nog niet heel klaar zou zijn. Als men ziet dat er zo eventjes meer dan 600 foto's, schetsen en illustraties de tekst vergezellen, dan zal men begrijpen dat hier een belangrijk werkstuk afgeleverd werd, dat als studieboek zijn betekenis zal behouden voor langere tijd dan een doorsnee museumcatalogus over het algemeen maar is.
Namen van schenkers en een algemeen personenregister vervolledigen, samen met een uitzonderlijk rijke, precieuze en recente bibliografie, dit werk dat wij op alle gebied mogen aanprijzen aan de vele belangstellenden en bezoekers van het museum en aan alle volkskundigen en historici uit het Vlaamse land.
De vraag kan gesteld worden naar de toekomst, wat er met deze unieke en reeds zeer uitgebreide collectie zal of kan gebeuren. Het is bij voorbeeld opvallend dat de meeste, zoniet alle voorwerpen die tentoongesteld worden of in de reserve voorhanden zijn, afkomstig zijn uit de streek van Brugge (in brede zin beschouwd). Er zitten ook een groot deel voorwerpen bij uit Oost-Vlaanderen (Eeklo-Aalter). De afwezigheid van Veurne-Ambacht, het Ieperse en de Leiestreek is opvallend. Deze lacune is niet de schuld van de inrichters noch van de auteur van dit schitterend boek.
Men kan zich overigens afvragen of er in de voormalige frontstreek nog werkelijk veel 19de-eeuws landbouw- en ambachtsalaam de eerste wereldoorlog heeft overleefd. Beschouwt men het alaam in een breder en wijder bestek, dan zou zelfs Frans-Vlaanderen binnen het actiegebied betrokken moeten worden, zeker wat betreft het voormalig landbouwgereedschap. Landbouwtuig was immers nogal sterk streekgebonden, streek in de betekenis van natuurlijke landbouwstreek, over de landsgrenzen heen.
Wij kunnen maar hopen dat er uit het zuiden van de provincie materiaal kan bijkomen en dat zelfs Zeeuws-Vlaanderen en Frans-Vlaanderen niet vergeten worden. En laten we ervan dromen dat het eens mogelijk wordt om al die dode voorwerpen weer levend te laten worden in een reconstructie lijk wij die in Bulskampveld reeds gedeeltelijk kunnen zien. Een werkplaats van al die oude beroepen en enkele boerderijen waar al die vergane en vaak vergeten voorwerpen in een natuurlijk kader terug worden geplaatst. Dan hebben we een Westvlaams Bokrijk in ons eigen midden.
Deze uitstekende catalogus roept onvermijdelijk deze vragen op en doet de ‘goeste’ naar dit alles groeien!
L. Van Acker
L. DEVLIEGHER, Landelijk en ambachtelijk leven. Het provinciaal museum van het Bulskampveld te Beernem (Brugge, 1992), 287 blz., 27 kleurillustraties en 581 zwart-wit illustraties.