Biekorf. Jaargang 91

[p. 428]

Vraagwinkel

de Cappelle coopen

‘Verbiedende voorts aen alle vrauwen, doghters ende maerten vande suppoosten hun ghedeurende het minen vanden visch te laeten vinden bij de minbaille tsij op pretext vande Cappelle te Coopen ofte op hoedanighe andere oorsaecke het soude moghen wesen oock niet bij de stallen van hunne mans, ouders ofte meesters met visch te vente staende ende daer bij te blijven, anders als om hun te besorghen t'gone sij noodigh hebben ende hun instantelijck van daer te vertrecken op boete van...’

Dit staat te lezen in een keure van 1762 der visverkopers van Kortrijk. Cappelle coopen staat niet bij Stallaert of Verdam.

Wat mag deze uitdrukking betekenen?

J. Deleye, Binic (Fr.)

Uitwijking van Ieper naar Leiden

De zwarte Dood of de pest uit de jaren 1350-52 is bekend. De pest heerste in die jaren in heel Europa en maakte onzeglijk veel slachtoffers, ook in Vlaanderen.

Een Noordnederlands woordenboek (L.M. Metz, Woordverklaring, Zutphen, 1937, blz. 386) komt met een verrassende versie: ‘Het schijnt dat de stad IJperen zwaar geteisterd werd (de dood van IJperen); vele bewoners vluchtten in 1350 naar ons land en vestigden zich te Leiden, dat haar beroemde weverijen aan die vluchtelingen dankt’.

Is dit zo? Bestaat er ergens een bron die meedeelt dat inwoners uit Ieper in die jaren naar Leiden of het Noorden trokken? Is de benaming ‘Dood van Ieper’ wel uit die tijden afkomstig?

L.V.A.

Huis der minderbroeders in Blankenberge

Jacobus de Aguilar, zoon van een Spaanse edelman uit Brugge, werd minderbroeder-recollect. Volgens Ph. Naessen (Franciscaansch Vlaanderen, Mechelen 1896, blz. 5) zou hij door de aalmoezen die hij bij zijn familieleden en in zijn kennissenkring inzamelde, bewerkt hebben dat er een huis voor de minderbroeders werd gebouwd te Blankenberge, ‘waar de ziekelijke broeders zouden heengaan, om door de zeelucht hunne gezondheid te herstellen’. Pater de Aguilar trad binnen bij de minderbroeders in 1509 en stierf in 1575.

Ging deze stichting door en wat is daarover bekend?

L.V.A.

Iepers doek

Toen Pieter le Cocq zijn intrede deed bij de paters predikheren te Ieper in 1644 moest hij in zijn uitzet meebrengen ‘twaelf ellen en half swart Ypers douck tot een swarte cappe’ (Fragmenta, I, blz. 207).

Is iets meer geweten over deze lokale Ieperse textielspecialiteit uit de jaren 1600?

A.B.