De markten van Ruiselede
Op 27 messidor jaar VI (15 juli 1798) schreef de municipaliteit van Ruiselede aan het bestuur van het Leiedepartement te Brugge dat er twee markten in Ruiselede werden gehouden en dat geen van beide van een octrooi was voorzien, maar dat ze toch op de tableau des foires moesten staan. Enkele getuigenissen van oude inwoners werden naar voor gebracht. Daaruit bleek dat de twee marktdagen in Ruiselede al bestonden van in oude tijden omdat zelfs de ouders van deze zegslieden niet meer wisten wanneer de markten in hun gemeente begonnen waren.
De tableau des foires, die in het jaar VI der Franse republiek werd samengesteld, geeft voor Ruiselede dan ook twee marktdagen op: de dinsdag na Drievuldigheidszondag en de vrijdag na 8 september, O.L. Vrouw-Geboorte.
De markt van 8 september zal oud zijn, want Ruiselede is een Onze-Lieve-Vrouwparochie. Maar de markt rond het feest van de H. Drievuldigheid kan maar dateren uit de tijd dat er in Ruiselede een confrerie van de Trinitariërs is ontstaan, dit is rond het jaar 1645.
Beide markten duurden amper één dag en waren waarschijnlijk in de Franse Tijd niet zeer belangrijk (Rijksarch Brugge. Fr. Arch., nr. 1075).
Later, in de jaren 1840, bezat Ruiselede nog steeds zijn twee jaarmarkten. In de laatste helft der jaren 1800 is daar nog zelfs een wekelijkse vrijdagmarkt bijgekomen, maar de jaarmarkt van Drievuldigheidszondag werd verschoven naar een dag in de maand maart. Wellicht omdat de toeloop van volk omwille van de confrerie van de Trinitariërs helemaal stilgevallen was.
A.B.