De Veurnse klokgieter Sesier / Seguier
(Vraagw. 1990, blz. 120)
Jan-Baptist Sesier, die bij de toetreding van zijn dochter in het Norbertinessenklooster van Veurne als klokgieter wordt vermeld, was in deze stad inderdaad geen onbekende. Dat hij in Veurne ooit het beroep van klokgieter uitoefende, staat wel vast. Veel meer is echter niet geweten.
In de stadsrekening van 1698-1699 wordt Jean Baptist Seguier als ‘fondeur’ vermeld. Omdat hij samen met anderen betaald werd voor het gieten van een onbepaald aantal klokken, het herstel van het uurwerk ‘et autres ouvrages publics’, leert deze eerste vermelding ons maar weinig over zijn precieze activiteiten. In de volgende stadsrekening is de klerk gelukkig duidelijker. Jean Baptiste Seguier, ‘maître fondeur’, werd toen 240 pond betaald ‘pour avoir fondu et moullé trois grosses cloches et trois petites’; al bij al toch een grote bestelling (Stadsarchief Veurne, Stadsrekeningen, nr. 184, f. 23 en nr. 185, f. 23; met dank aan dhr. A. Debruyne).
Of hij echt een Veurnse Slaper was, is heel wat minder zeker. In de Parochieregisters van deze stad is van hem geen doop, huwelijk of begrafenis genoteerd. Ook staat hij niet ingeschreven op een van de lijsten van de Veurnse bevolking, die voor de periode 1690-1723 toevallig in grote mate voorhanden zijn (Oud Archief, nr. 320). En evenmin is hij te vinden in de volkstellingen van 1697, waarin heel de kasselrij begrepen werd (uitg. H. Ronse-Decraene). Wellicht verbleef deze klokgieter dus maar een zeer korte periode in Veurne-Ambacht.
J. Van Acker