Interessante schrijvers uit de achttiende en negentiende eeuw
Het Studiecentrum van de 18de-eeuwse Zuidnederlandse Letterkunde zond weer twee nieuwe deeltjes in het licht, waaronder de bloemlezing Jacob Campo Weyerman en de Zuidelijke Nederlanden. Karel Bostoen vertelt vooraf wie Weyerman was: schilder van zeer onschuldige bloemstukken, naar het schijnt, maar schrijver van onovertroffen exuberant en bijtend proza (1677-1747). We vernemen op de koop toe dat veertien van zijn geschriften de biblioteek van een verlicht Oostendenaar hebben helpen vullen, en dat de scherpgebekte wildebras ongeveer alle inspiratie heeft toegeleverd aan het boek Filosofen. Schetsen uit het studentenleven door Julius de Bock (Brussel, 1900). Speurlustige lezers uit de Westhoek mogen weten dat de genoemde Julius de Bock o.a. ook bij drukker D. Desmyter in Veurne heeft gepubliceerd.
Het nummer 5 van de reeks is van de hand van Luc François: Progressief en cultuurbewust. Prototypes van de Gentse burgerij eind 18de - begin 19de eeuw. Het handelt over Karel Broeckaert, Jozef Bernard Cannaert en Karel van Hulthem. Drie Gentenaren die wat betekend hebben: de schepper van het onvergetelijke Jellen en Mietje, de geschiedschrijver van het oude strafrecht die de sluier heeft gelicht van allerhande bijgeloof in onze gewesten, en de legendarische bibliofiel.
Inlichtingen: Facultés universitaires Saint-Louis, Studiecentrum 18de-eeuwse Zuidnederlandse Letterkunde (prof. dr. J. Smeyers), Kruidtuinlaan 43, 1000 Brussel.
J.H.